Zijn schoonzus noemt hem de ‘Elvis Presley onder de puzzelmakers’. Maar hoewel zo’n benaming toch enige rock-’n-roll impliceert, is het leven van de puzzel-Elvis in kwestie toch een stuk minder spraakmakend. John Taylor (fijn neurotisch gespeeld door komisch acteur David Mitchell, onder meer bekend van zijn hoofdrol in cultserie Peep Show) maakt puzzelboeken onder het pseudoniem ‘Ludwig’, en is vooral tevreden wanneer hij nooit zijn huis hoeft te verlaten. Naar buiten wil hij eigenlijk alleen als het écht niet anders kan.
En laat dat laatste nu precies het geval zijn, in de geestige, heerlijk lichtvoetige Britse serie Ludwig. Kluizenaar John wordt uit zijn veilige isolement gehaald door schoonzus Lucy (Anna Maxwell Martin), die zijn hulp inschakelt omdat haar man (en Johns tweelingbroer) spoorloos is verdwenen. Lucy is ten einde raad, en ziet nog maar één logische oplossing: John moet zich voordoen als zijn tweelingbroer, infiltreren in het politiebureau waar hij werkt, en zo de zaak zien op te lossen.
Dat krankzinnige plan is niet bepaald eenvoudig, en al helemaal niet voor een teruggetrokken kluizenaar die het liefst wegblijft van elke vorm van sociale interactie. Toch stemt John in, en warempel: eenmaal binnen op het politiebureau blijkt hij zowaar aanleg te hebben voor het betere speurwerk, ingegeven door zijn superieure vermogen om puzzels en raadsels op te lossen. Geen wonder dat de aandacht al snel wordt verlegd van de verdwijning van zijn broer naar andere (moord)zaken: in elke aflevering wordt de nieuwbakken rechercheur geconfronteerd met een nieuw op te lossen puzzel (zij het met net iets ernstiger aanleiding en gevolgen dan die veilige kruiswoordpuzzels).
Wat deze zesdelige serie daarbij vooral aanstekelijk maakt, is dat Ludwig kiest voor een Columbo-achtige aanpak, met elke week een nieuwe zaak die moet worden opgelost. In dat opzicht bouwt de serie voort op een trend die we de laatste tijd weer wat vaker zien, zoals bijvoorbeeld in de heerlijke SkyShowtime-serie Poker Face, óók zo’n serie met een eigenzinnige speurneus die elke week een nieuw mysterie moet oplossen. Wat die series ook met elkaar verbindt, is het concept van ‘soft murder’, het idee dat moorden en sterfgevallen in een fictieve tv-omgeving óók iets gezelligs kunnen hebben, vooral wanneer we zelf kunnen helpen met het oplossen van zo’n zaak.
Zoals Ludwig-schrijver Mark Brotherhood het samenvat in gesprek met Tripwire: ‘Je krijgt een misdaad voorgeschoteld, je ziet iemand die ermee weg probeert te komen, en je volgt iemand die diegene vervolgens pakt. Elke aflevering eindigt op die manier in een happy end, waarin alle ellende in de wereld is opgelost. Mijn televisieregel is altijd dat het je met een beter gevoel moet achterlaten dan waarmee je aan een aflevering begon. Ik denk dat deze serie dat ook doet.’