‘Elke droom, elke dromer is uniek. Maar wat alle dromen gemeen hebben, is verandering. In dromen verandert alles voortdurend, ze evolueren en transformeren zelfs de meest vertrouwde landschappen in nieuwe werelden vol ervaringen en ontdekkingen.’ Lord Morpheus (Tom Sturridge), ook wel bekend als Dream, de personificatie van dromen, vat met die monoloog in de openingsscène van het tweede seizoen de wereld van The Sandman uitstekend samen.
Die Netflix-serie bleek in 2022 een verrassend succesvolle verfilming van de eerder onverfilmbaar geachte boekenreeks van Neil Gaiman. En dat terwijl de serie zelf jarenlang vast leek te zitten in een soort grimmig dromenrijk. Producenten, schrijvers en regisseurs droomden ervan om het project te verfilmen, maar werden steeds weer wakker in een nachtmerrieachtige realiteit, waarin elke poging tot verfilming op niets uitdraaide.
Het eerste seizoen van de serie maakte een einde aan die ‘productiehel’. The Sandman was een intrigerende, fantasierijke serie over de avonturen van Dream, die zijn dromenrijk na een gevangenschap in elkaar ziet donderen. In de twaalfdelige vervolgreeks wordt die lijn grotendeels voortgezet. Dream moet verder aan de slag met alles wat er in het eerste seizoen gebeurde, wat onder meer uitmondt in een bezoek aan de hel om een dierbare te bevrijden, terwijl daar heerser Lucifer (Gwendoline Christie) nog altijd zint op wraak.
Maar wanneer de zaken een onverwachte wending nemen, krijgt Dream de sleutel van de hel in handen, en moet hij ineens besluiten wie er de nieuwe baas wordt, met allerlei interacties met schimmige types tot gevolg. Het zijn vooral die momenten waarop de fantasy-serie piekt, waarbij The Sandman haast iets krijgt van een politieke komedie. Dat is prettig, vooral omdat de serie op momenten de neiging kan hebben om door te slaan in het pompeuze en ernstig mystieke, wat we ook al zagen in Gaiman-verfilming American Gods (2017).