Het is vaak vreselijk lastig om op papier uit te leggen waarom een comedyserie leuk is. Grapjes slaan vaak dood wanneer je ze uitschrijft. En ook het uitgangspunt van menig sitcom klinkt op papier niet al te best. Neem de nieuwe Netflix-serie van Michael Schur met comedyveteraan Ted Danson in de hoofdrol. In A Man on the Inside speelt Danson een weduwnaar die op verzoek van een privédetective undercover gaat in een verzorgingstehuis in San Francisco om te achterhalen welke medewerker of bewoner een duur sieraad heeft gestolen. Dat klinkt, zo uitgeschreven, niet direct grappig. Toch is het acht afleveringen tellende eerste seizoen een waar genot.
Maar dat laatste is niet verrassend. Schur en Danson maakten eerder samen The Good Place: een van de beste, slimste, grappigste en meest filosofische comedyseries van de afgelopen jaren. Al zou je dit uit de omschrijving (‘ontzettend egoïstisch persoon belandt na haar dood per ongeluk in de hemel in plaats van in de hel’) niet per se vermoeden. Maar bij een goede comedyserie gaat het niet zozeer om wat er wordt verteld. Belangrijker is hoe het verteld wordt: de cadans van de grappen, de klik tussen de acteurs, het warme gevoel dat zo’n serie oproept.