In Dept. Q leidt de even arrogante als briljante Engelse rechercheur Carl Morck een team van buitenbeentjes dat oude zaken in Edinburgh moet oplossen. De grauwe serie doet daardoor al snel denken aan het veelgeprezen Slow Horses.

Dept. Q begint met een knal. Letterlijk. In de openingsminuten van de nieuwe Netflixserie wordt politierechercheur Carl Morck (Matthew Goode) neergeschoten tijdens een ogenschijnlijk routinebezoekje aan een woning waar een misdrijf is gepleegd. De kogel, die eerst de ruggengraat van zijn partner James Hardy (Jamei Sives) raakt, dringt zijn nek binnen en vliegt er aan de andere kant er weer uit.

Hij komt er, zo blijkt na de begincredits, aardig vanaf. Zijn partner ligt vier maanden later nog steeds in het ziekenhuis, maar Morck is weer klaar om aan het werk te gaan. Lichamelijk dan, want verder is de man een wandelend vat buskruit dat bij het kleinste vonkje al kan exploderen. Nu was Morck voor hij werd neergeschoten blijkbaar ook niet de makkelijkste, want wanneer hij na zijn verlof weer op het politiebureau van Edinburgh terugkeert, lijkt geen enkele collega echt blij te zijn hem te zien. En dat komt niet alleen doordat hij een Engelsman in Schotland is.

Inspecteur Morck is arrogant, zelfingenomen en bot. Tegen zijn collega’s en zijn baas, maar ook met zijn stiefzoon botert het niet. De chagrijnige tiener – die door zijn moeder bij Morck is achtergelaten toen hun huwelijk strandde (ze verliet hem omdat er volgens haar niet met hem te leven viel) – wil niks van hem weten. Morck is het type dat zijn auto steevast foutief parkeert, half op de stoep of recht voor een ingang, en daar bijna van lijkt te genieten. ‘Superioriteitscomplex’ is een term die telkens terugkeert in Morcks dossier, aldus de psycholoog (Kelly Macdonald) die hem probeert te helpen bij de verwerking van zijn trauma. Iets wat hij, uiteraard, niet helemaal van harte toelaat.

Carl Morck (Matthew Goode) en Arkam Salim (Alexej Manvelov)

Douche

‘Vraag je je weleens af waarom niemand je aardig vindt?’ vraagt zijn baas op de dag dat Morck terugkeert. ‘Nee,’ antwoordt Morck eerlijk. Het maakt hem oprecht niet uit dat de meeste mensen hem lijken te verafschuwen. Al zijn er natuurlijk uitzonderingen, mensen voor wie hij door het vuur zou gaan. Zijn partner Hardy bijvoorbeeld, die hij dagelijks bezoekt in het ziekenhuis en wiens verwondingen hij direct van hem zou overnemen als het kon. De tennisbal annex stressbal die Morck van zijn psycholoog heeft gekregen is dan ook opvallend vaak in zijn handpalm te vinden.

Omdat Morck zich wil bemoeien met het onderzoek naar de schietpartij waarbij hij zelf gewond raakte – iets wat hij uiteraard ook beter kan dan de agenten die de zaak leiden – besluit zijn leidinggevende hem hoofd te maken van een nieuwe coldcaseafdeling. Een onlangs opgeloste oude zaak elders in het land krijgt veel positieve media-aandacht en daar azen de hoge bazen in Edinburgh ook op. Dat Morcks nieuwe kantoor in de kelders van het gebouw zit – in een oude vervallen doucheruimte: de ‘shower quarters’, vandaar de naam Department Q. – is een fijne bijkomstigheid, want dit betekent dat er geen collega’s in zijn buurt zijn.

Dept. Q bewijst weer eens dat televisiemakers het wiel niet altijd opnieuw hoeven uit te vinden

Slow Horses

Morcks team wordt al snel aangevuld met Arkam Salim (Alexej Manvelov), een Syrische immigrant die – hoewel hij agent was in zijn thuisland – eigenlijk niet bij de Schotse politie aan de slag mag zonder de juiste papieren. Reden te meer voor Morck om hem te verwelkomen in zijn kelderruimte. Eerst alleen voor administratie, maar Arkam blijkt ook een scherp rechercheur. Een man ook die uiterst beleefd blijft tijdens een verhoor, terwijl hij ondertussen de luchtpijp van de ondervraagde dichtknijpt. (‘Wat deed je eigenlijk in Syrië?’ is een terugkerende vraag van Morck die Arkam nooit beantwoordt.) Naast Arkam voegt ook Rose Dickson (Leah Byrne) zich bij Dept. Q. Rose is een slimme maar voorzichtige rechercheur die worstelt met fikse posttraumatische stress en daarom eigenlijk alleen bureaudiensten mag draaien. Ook zij blijkt al snel een geweldige aanwinst.

Dit zootje ongeregeld – buitenbeentjes, weggestopt in een kelder, die zaken stiekem behendiger oplossen dan hun collega’s in het officiële kantoor – doet uiteraard denken aan het veelgeprezen Slow Horses, al heeft Morck, in tegenstelling tot Gary Oldmans Jackson Lamb, geen last van winderigheid. Daarnaast is de serie met negen afleveringen van gemiddeld een uur aanzienlijk langer dan de Apple TV+-show en – mede dankzij de setting – ook net iets grauwer.

Rose Dickson (Leah Byrne)

Vertrouwd

Dept. Q is een verfilming van het eerste deel uit de Department Q-misdaadreeks van de Deense schrijver Jussi Adler-Olsen. Deze boeken verschenen eerder dan de Slough House-thrillers, waarop Slow Horses is gebaseerd, en Department Q is al veelvuldig en succesvol verfilmd in Denemarken. Dit is de eerste Engelstalige adaptatie, ontwikkeld door Scott Frank, die eerder de films Out of Sight en Logan maakte en Netflix een paar geleden een seriehit bezorgde in de vorm van The Queen’s Gambit. Het hoge niveau van die laatste titel weet Dept. Q niet helemaal te halen, maar het is een aangename reeks die van begin tot eind weet te boeien. Binnen een paar dagen stootte Dept. Q dan ook door tot de top 10 van Netflix en de roep om een tweede seizoen wordt steeds luider. Deels kan dit succes verklaard worden doordat het DNA van de reeks inmiddels behoorlijk vertrouwd is. Morck is tenslotte niet de eerste arrogante politierechercheur op televisie die gebukt gaat onder een ernstig trauma, maar ondertussen wel steengoed is in zijn werk. Hiermee bewijst Dept. Q maar weer dat televisiemakers het wiel niet altijd opnieuw hoeven uit te vinden: de sarcastische, briljante detective is niet voor niets een wandelend cliché. En blijkbaar kijken we daar graag naar.

Dept. Q

Dept. Q is te zien op Netflix.

serietips in je mailbox?

elke dinsdag