Ze gelden als een van de meest beruchte criminele partners uit de Mexicaanse misdaadgeschiedenis: de Poquianchis-zussen. Het gevreesde viertal staat met de bijna honderd moorden op hun naam zelfs vermeld in het Guinness Book of Records, waar ze beschreven worden als de ‘meest productieve’ groep moordenaars ooit. Tussen 1950 en 1964 runden de zussen een groot bordeel in Midden-Mexico, waarvoor ze honderden meisjes en jonge vrouwen kidnapten of misleidden en dwongen tot prostitutie. Velen van hen werden vermoord als ze niet meer ‘nuttig’ waren en begraven rondom het bordeel.
Gebaseerd op deze shockerende en spraakmakende geschiedenis schreef de Mexicaanse auteur Jorge Ibargüengoitia in 1977 het satirische boek Las muertas - in het Nederlands vertaald als De dode meisjes. In deze gefictionaliseerde vertelling volgen we Serafina en Arcángela Baladro, die net als de criminele zussen waarop ze gebaseerd zijn met harde hand de scepter zwaaien in een populair bordeel. De stijl van Ibargüengoitia is eerder donkerkomisch en spottend dan ernstig, waarmee hij de absurditeit van de gebeurtenissen wilde benadrukken en de Mexicaanse samenleving een spiegel voorhield.
De ironische en maatschappijkritische roman is nu verfilmd tot zesdelige miniserie. En net als het boek is ook de adaptatie - in tegenstelling tot de meeste andere crimeseries van tegenwoordig - eerder komisch dan serieus. Het als een kroniek vertelde, door de tijd springende relaas wordt lekker dramatisch en smeuïg opgediend, overduidelijk knipogend naar de bombastische stijl van de populaire telenovelas uit Latijns-Amerika. Waarmee Las muertas qua toon zeer verfrissend aandoet.