Iedere avond na haar werk op het terrein van de oude staalfabriek van het Engelse stadje Corby moet Tracey Taylor (Aimee Lou Wood) de ramen van haar autootje schoonmaken voor ze kan wegrijden. Routineus besproeit ze de voorruit met een plantenspuit die ze uit de kofferbak haalt, waarna de hardwerkende ruitenwisser net genoeg van het roestkleurige stof kan wegvegen zodat ze voldoende zicht heeft om naar huis te navigeren. Taylors handelingen zijn achteloos, maar op de bank begrijp je dat het troebele water dat van haar auto het riool van Corby indruppelt geen goed nieuws is. De serie heet niet voor niks Toxic Town.
Dit vierdelige drama, geschreven door Jack Thorne (Best Interests), vertelt het waargebeurde verhaal van een groep moeders die in de jaren negentig de gemeenteraad van hun Britse woonplaats aanklaagde omdat hun kinderen allemaal een geboorteafwijking hadden. Iets dat volgens de vrouwen verband hield met de manier waarop de resten van de staalfabriek in hun woonplaats werden opgeruimd toen ze zwanger waren. Het is geen spoiler om te verklappen dat dit ook zo was. Tussen 1980 en 2000 werden er in Corby drie keer zoveel kinderen met een geboorteafwijking geboren dan in de rest van Engeland. De lucht die de moeders inademden tijdens hun zwangerschap, was – zo bleek later – vergiftigd door het stof dat vrijkwam bij de bodemsanering van het oude fabrieksterrein. Iets dat niet zorgvuldig maar snel werd gedaan, omdat winst belangrijker was dan veiligheid.