We hebben er even op moeten wachten, maar nu is het er dan toch: het vijfde en laatste seizoen van Stranger Things. In november verschenen de eerste vier afleveringen, op eerste kerstdag volgen er nog drie en op oudejaarsdag komt de grote finale uit. Het moge duidelijk zijn: Stranger Things sluit knallend af. Het begon allemaal in 2016, als een droomproject van de door jarentachtigfilms geobsedeerde tweelingbroers Matt en Ross Duffer. De combinatie van invloeden en stijlen wekte de interesse van streamingdienst Netflix, die toen al behoorlijk aan de weg timmerde en driftig op zoek was naar een eigen monsterhit. Het duo pitchte de serie met beelden en muziek uit klassiekers als E.T., A Nightmare on Elm Street, Hellraiser en Poltergeist. De invloed van Steven Spielberg was duidelijk zichtbaar, maar de belangrijkste inspiratiebron was Stephen King. Niet voor niets bestonden de audities voor de jonge acteurs uit scènes uit jarentachtigklassiekers én uit de Kingverfilming Stand by Me.
Bij Netflix zal destijds niemand vermoed hebben dat Stranger Things een van hun grootste seriesuccessen ooit zou worden, maar het eerste seizoen brengt daar meteen verandering in. De perfecte mix van eightiesnostalgie, monsterplezier en tieners-op-hun-fietsjes-tegen-de-wereld pakt perfect uit. Wat begint als een experiment van twee filmnerds groeit uit tot een enorme hit, die met het eerste seizoen achttien Emmynominaties in de wacht sleept.