In het aangrijpende Io Capitano reizen twee tieners uit Senegal illegaal richting Europa. Regisseur Matteo Garrone maakte de film in nauwe samenwerking met ervaringsdeskundigen.

Seydou en Moussa, twee zestienjarige neven uit Senegal, zien het al helemaal voor zich: als ze straks in Europa arriveren en daar hun muziek laten horen, zijn ze in no time beroemd. Kijk maar naar al die zwarte artiesten op YouTube, daar staan de witte fans voor in de rij. Het fortuin dat ze dan verdienen, kan vervolgens worden gedeeld met de familie thuis.

Goed, er is ook wel reden tot twijfel. Volgens Seydous moeder, die de geheime reisplannen van de jongens vermoedt, liggen de straten in Europa bezaaid met Afrikaanse lijken. Voor de zekerheid besluit het stel een sjamaan om raad te vragen. Gelukkig hoort die van hun voorouders dat de tocht voorspoedig zal verlopen. En dus gaan ze op pad, met hun valse paspoorten en hun zuurverdiende spaargeld.

De Italiaanse film Io Capitano begint luchtig, maar iedereen die het nieuws een beetje volgt zal aanvoelen dat de jonge helden nog veel onheil te wachten staat. Wie eerder werk van regisseur Matteo Garrone kent, zoals de misdaadfilms Gomorra en Dogman, zou ook niet anders verwachten.

Garrone is natuurlijk niet de eerste cineast die zich op de Europese migratiecrisis richt. Gerenommeerde collega’s als Michael Haneke (Happy End), Aki Kaurismäki (Le Havre) en de gebroeders Dardenne (Tori et Lokita) gingen hem voor, en ook in Nederland werden films gemaakt als De nieuwe wereld en The Paradise Suite (beide met de Burkinese acteur Issaka Sawadogo, die ook een prachtige rol speelt in Io Capitano). Daarnaast verschenen er al heel wat documentaires over het onderwerp. Wat Io Capitano echter onderscheidt, is het puur Afrikaanse perspectief. Dit verhaal draait nu eens niet om de nasleep van de reis, maar enkel om de reis en de reizigers zelf.

Potsierlijk

Dat een grote Europese film met zo’n insteek niet (of nauwelijks) eerder werd gemaakt, is wel verklaarbaar. Het kan snel potsierlijk worden: een succesvolle westerse cineast die wel even zal laten zien hoe het Afrikaanse migranten vergaat. Matteo Garrone was zich daar terdege van bewust, vertelt hij in interviews. Hij vond dat dit verhaal hoognodig moest worden verteld, maar dacht ook vol ergernis aan de Hollywoodfilms over zijn eigen Italië waarin alleen maar clichés worden getoond. Zo’n misstap wilde hij zelf niet begaan. Toch begon hij vast wat onderzoek te doen en zo hoorde hij het ene na het andere indringende verhaal. Over een jongen van vijftien die zonder enige ervaring een boot met honderden lotgenoten naar Italië bestuurde. Over meedogenloze smokkelaars, martelkamers, reizigers die uitgeput in de woestijn achterbleven. Op den duur kon Garrone naar eigen zeggen niet anders dan doorzetten, het project voelde als een roeping. Hij besloot meerdere getuigenissen samen te voegen tot één verhaal en bij alle facetten van het maakproces de hulp in te schakelen van ervaringsdeskundigen. Zo schreven er migranten mee aan het script en werd de crew tijdens het filmen steeds geadviseerd door mensen die de reis zelf hadden gemaakt. Voor bijrollen werden veelal onervaren acteurs gekozen die min of meer zichzelf speelden – een methode die Garrone ook al toepaste in zijn maffiafilm Gomorra.

Aan de casting van Seydou en Moussa ging een lange zoektocht vooraf. In Europa spraken de filmmakers veel jonge Afrikaanse migranten, maar die misten in hun ogen de nodige onbevangenheid. In Dakar vonden ze ten slotte twee jongens met acteerambitie, die lokaal al enig succes hadden met filmpjes op TikTok. Volstrekt geloofwaardig zijn ze, deze Seydou Sarr en Moustapha Fall. Vooral hoofdrolspeler Sarr is een vondst, met zijn oprechte, innemende uitstraling, die hem in Venetië al de prijs voor beste acteur opleverde.

Gelukszoekers

Dat de hoofdpersonen in Io Capitano niet op de vlucht zijn voor oorlog of hongersnood, maar met enig cynisme ‘gelukszoekers’ kunnen worden genoemd, is een gewaagde en interessante keuze. De film is duidelijk met veel empathie gemaakt, maar velt geen expliciet oordeel over de motieven van de personages en is daarmee ook geen ondubbelzinnig politiek pamflet. Een Afrikaans publiek kan er een waarschuwing in zien om thuis te blijven, terwijl westerse kijkers worden uitgedaagd zich in Seydou en Moussa in te leven. Is het niet heel voorstelbaar dat zij eenzelfde leven ambiëren als dat van de westerse jongeren die ze zien op internet? En is het niet heldhaftig hoe ze hun familie willen helpen en al die gevaren trotseren?

Misschien is Io Capitano dat nog het meest: een klassiek heldenverhaal, een Afrikaanse odyssee, inclusief een licht mythische ondertoon. Aangenaam helder verteld, voor een breed publiek: het ene moment wat sentimenteel, het volgende gruwelijk, maar goed in balans en regelmatig aangrijpend. Wanneer Seydou voor op zijn vissersboot staat en geëmotioneerd de filmtitel uitroept, doet hij niet onder voor Leonardo DiCaprio op de boeg van de Titanic. Geen wonder dat de film al veel prijzen won en binnenkort kans maakt op een Oscar.

Io Capitano

Io Capitano draait momenteel in de bioscoop

elke vrijdag