Schiet het al een beetje op met de vrouwenemancipatie in de filmwereld? Het is nu vijftien jaar geleden dat er eindelijk eens een Oscar werd uitgereikt aan een vrouwelijke regisseur (Kathryn Bigelow, voor The Hurt Locker) en sindsdien staat het onderwerp in elk geval op de agenda. Mede dankzij recente studies over ongelijkheid in Hollywood en protestacties als #MeToo en #TimesUp lijkt de feminiene inbreng voor én achter de schermen de laatste tijd heus iets toe te nemen.
Goede zaak natuurlijk: hoe meer diversiteit, hoe rijker de filmkunst. Tegelijkertijd wordt de discussie over vrouwen in de cinema misschien niet altijd even constructief gevoerd. Zo ging het de afgelopen jaren veel over de vermeende verschillen tussen een male gaze en een female gaze. Volgens actrice Natalie Portman – zelf uitgesproken feministisch – schieten we daar weinig mee op. ‘Natuurlijk moeten vrouwelijke filmmakers dezelfde kansen krijgen als hun mannelijke collega’s,’ zei ze in een interview. ‘Maar als je zegt dat een vrouwelijke regisseur per definitie een bepaald soort blik heeft, doe je geen recht aan het feit dat alle vrouwen individuen zijn en persoonlijke standpunten hebben.’
Oppassen met generaliseren dus. Het geslacht van een cineast is ook maar één aspect van een breed palet aan eigenschappen. (Neem de eerdergenoemde Bigelow: haar robuuste oeuvre kenmerkt zich niet bepaald door een typische feminine touch.) Toch valt niet te ontkennen dat sommige films doordrenkt zijn van een soort vrouwelijk bewustzijn. Eerder dit jaar verscheen bijvoorbeeld Good One in de bioscoop, een zeldzaam fijnzinnig drama over een tienermeisje dat een nare ervaring heeft met een vriend van haar vader. En nu is er Sorry, Baby, een film die opvallend veel gemeen heeft met Good One. Beide producties komen uit het Amerikaanse indiecircuit, zijn geschreven en geregisseerd door een debuterende jonge vrouw, gaan over grensoverschrijdend gedrag en hadden vast nooit op deze manier gemaakt kunnen worden door een man.