Meer dan twintig jaar liep de Amerikaanse regisseur Paul Thomas Anderson (There Will Be Blood, Phantom Thread) rond met het idee om een actiefilm te maken. Tegelijkertijd was het zijn wens om ooit de roman Vineland van schrijver Thomas Pynchon te verfilmen. En dan was er nog een derde idee dat ronddwaalde in zijn hoofd in de afgelopen jaren: een film rondom een revolutionair.
In One Battle After Another, Andersons tiende speelfilm, komen al die ideeën samen in een bijzonder geslaagde genremix van komedie, actiethriller en familiedrama. We volgen Bob (Leonardo DiCaprio), ooit een revolutionair die deel uitmaakte van de activistische en gewelddadige rebellengroep The French 75, inmiddels een bankhangende blower die ondergedoken zit in een boshuisje en zijn dagen slijt met het kijken naar zwart-witfilms.
Hij woont er samen met zijn tienerdochter Willa (fantastisch gespeeld door nieuwkomer Chase Infiniti, een van de stuwende krachten in de film), die hij met heel zijn hebben en houden probeert te beschermen voor de gevaren uit zijn verleden. Van dat verleden lijkt na zestien jaar ondergedoken te zitten niets meer dan een schim over te zijn, maar alles verandert als de kwaadwillende legerofficier Steven J. Lockjaw (een ijzingwekkend perverse Sean Penn) plotseling weer de kop opsteekt. Die blijkt na al die jaren nog altijd naar hem op zoek, en heeft hoogte gekregen van waar Bob en zijn dochter zich schuilhouden.