In Nouvelle vague biedt de Amerikaanse regisseur Richard Linklater een kijkje achter de schermen van Jean-Luc Godards filmklassieker À bout de souffle. ‘Niemand wist op dat moment dat ze filmgeschiedenis aan het schrijven waren.’

‘Hier in Frankrijk weegt hun nalatenschap zwaar, weet je. Maar ik heb geen oedipuscomplex met de Nouvelle Vague. Ik ben gewoon fan. Ze zijn niet mijn onderdrukker. Ze zijn geen last voor mij.’

Dat zegt de Amerikaanse filmmaker Richard Linklater afgelopen mei op het filmfestival van Cannes naar aanleiding van zijn nieuwe film Nouvelle Vague. Daarin keert Linklater terug naar eind jaren vijftig, toen filmjournalisten van Cahiers du cinéma afrekenden met de door hen verfoeide ‘cinéma de papa’, door zelf eigenzinnige en originele films te maken. In Nouvelle vague volgen we de opnamen van een van de belangrijkste films uit die beweging, Jean-Luc Godards hippe misdaaddrama À bout de souffle (1960).

Geen onderdrukker en geen last dus, zoals voor alle Franse regisseurs nadien, maar wat betekent Godards film dan wel voor Linklater? We kunnen het de regisseur van onder meer de Sunset-films en Boyhood half september zelf vragen in Parijs.

‘Voor mij stond die film voor vrijheid,’ antwoordt de nog opvallend jeugdig ogende 65-jarige Amerikaan. ‘De vrijheid van je eerste film, waarbij niemand over je schouder meekijkt. Wanneer je eigenlijk niet goed weet wat je aan het doen bent en er nog geen verwachtingen zijn, anders dan die van jezelf. Met dezelfde instelling als waarmee Godard À bout de souffle maakte, maakte ook ik in 1980 mijn eerste film, Slacker.’

'Ik voelde me tijdens de opnamen weer 28, toen ik zelf mijn eerste film maakte. Heerlijk. Het zelfvertrouwen van de jeugd.'

Richard Linklater

Opname van À bout de souffle in Nouvelle vague (2025)

Is Godard dan ook een held voor u?
Linklater: ‘Iedereen die een film maakt is een held in mijn ogen, en Godard helemaal. Hij hield zich aan geen enkele regel, creëerde zijn eigen filmtaal en bleef een leven lang experimenteren. De man was volkomen origineel. Na het succes van À bout de souffle hebben veel regisseurs die losse, impulsieve en eigenzinnige manier van werken proberen na te doen, maar altijd vergeefs. Want grote kunst kun je niet imiteren.’

Heeft u hem wel eens ontmoet?
‘Niet alleen heb ik hem nooit ontmoet, ik ken niet één filmmaker van mijn leeftijd die hem wél heeft ontmoet. Vanaf de jaren negentig liet hij zich nog maar zelden zien. Zijn films draaiden wel op festivals, maar Godard kwam nooit. Die bleef lekker thuis in Rolle, Zwitserland, waar hij tot aan zijn dood in 2022 heeft gewoond.

Ken jij die documentaire over Hôtel de Suède, waar een deel van À bout de souffle werd opgenomen? Dat hotel zou in 1993 gesloopt worden en een Franse filmploeg wilde daar met Godard over praten. In die documentaire… Room 12 heet-ie volgens mij [in het Frans: Chambre 12, Hôtel de Suède, red.], zie je hoe ze Godard bellen en zeggen dat ze bezig zijn met een documentaire over het hotel. Het enige wat Godard daarop zegt is: “Succes.” Waarna hij – boem! – de hoorn op de haak gooit. Haha. Godard was er niet de man naar om achterom te kijken. Dat deed hij in zijn films ook nooit. Hij was altijd op zoek naar iets nieuws.’

‘Godard hield zich aan geen enkele regel, creëerde zijn eigen filmtaal en bleef een leven lang experimenteren. De man was volkomen origineel’

Richard Linklater

Wat mij aan uw film zo bevalt is de energie en het enthousiasme. Godard, die zijn acteurs de straat op stuurt zodat ze daar, zonder script, de film kunnen ontdekken…
‘Ja! Puur uit liefde voor de film. De cinefielen mogen ook eens een film maken. Ik voelde me tijdens de opnamen weer 28, toen ik zelf mijn eerste film maakte. Heerlijk. Het zelfvertrouwen van de jeugd. Ik drukte de acteurs ook op het hart dat ze hun personages niet als iconen moesten zien, want niemand wist op dat moment dat ze filmgeschiedenis aan het schrijven waren. Jean-Paul Belmondo en Jean Seberg hadden toen al wel in een paar films gespeeld, maar ze waren nog niet half zo beroemd, wat zeg ik, nog geen tiende zo beroemd als ze na À bout de souffle zouden worden. Natuurlijk was wat ze daar op straat deden een beetje onnozel en naïef, maar dat is elke film in wezen en juist daarom hou ik er zo van.’

Voor mij helpen films me bij het beter begrijpen van het leven, maar ik sprak ooit met actrice Léa Seydoux en voor haar is het net andersom. Zij gebruikt haar leven om betere films te maken.
‘Jaja, dat snap ik wel. Ik zit ook meer in haar kamp. Voor mij komt cinema altijd op de eerste plaats. Je houdt van de cinema, voegt er iets aan toe, en dan krijg je dat later weer terug. Het is een eeuwigdurend proces. Je helpt elkaar groeien.’

Of zoals Jean Cocteau in de film zegt: ‘Cinema is geen tijdverdrijf, het is het priesterschap.’
‘Precies, je wijdt je leven aan de cinema. Net als een priester geeft je je normale leven op. Gelukkig heb ik nooit seks opgegeven, maar er zijn wel relaties stukgelopen op mijn passie voor film. Als het huwelijk ter sprake kwam zei ik altijd dat ik al getrouwd was met de cinema. Wat natuurlijk een goed excuus is om een slechte partner te zijn. Haha.’

Een priester heeft het hiernamaals om naar uit te kijken. Waar kijkt u naar uit?
‘Geen idee. Waar kan een filmmaker naar uitkijken? Hopen dat het publiek een goede ervaring heeft. Dat is het! Voor ons is de bioscoop de hemel op aarde.’

Wanneer is Nouvelle vague te zien in Nederland?

Nouvelle vague draait vanaf donderdag 27 november in de bioscoop

elke vrijdag