De Vlaamse actrice Veerle Baetens debuteert als regisseur met de verfilming van bestseller Het smelt. ‘Ik herkende me wel in de jonge Eva. Een onzeker, dertienjarig meisje dat gezien wil worden.’

In 2016 wordt Het smelt, de debuutroman van de Vlaamse Lize Spit (1988), een instant bestseller. De lijvige literaire thriller vertelt het verhaal van de in zichzelf gekeerde dertiger Eva, die na jaren teruggaat naar haar geboortedorp met een enorm ijsblok in de kofferbak van haar auto. Langzaam wordt duidelijk waarom ze dat ijsblok bij zich heeft en wat er in dat dorp tussen haar en haar twee jeugdvrienden Pim en Laurens is voorgevallen.

De verfilming liet even op zich wachten, maar is nu vanaf 2 november te zien in de Nederlandse bioscopen. Verantwoordelijk voor die verfilming is de Vlaamse actrice Veerle Baetens (1978), die daarmee debuteert als regisseur.

‘Mooi om te merken dat de acteurs zich zo geborgen en thuis voelden bij elkaar’

Veerle Baetens

Producent Dirk Impens geeft je begin 2016 een exemplaar van Het smelt met de mededeling: ik denk dat jij dit moet gaan regisseren. Wat was jouw eerste reactie?
Veerle Baetens: ‘Ik was heel blij, want op dat moment speelde ik in de serie Tabula rasa, waar ik ook aan meegeschreven had, en voor mij was regisseren een logische volgende stap.’

Zei Impens ook waarom hij vond dat jij het moest gaan regisseren?
‘Nee, niet zozeer. Wel dat hij wilde dat de regisseur een vrouw was. We hadden eerder al samengewerkt aan verschillende projecten, Code 37 en The Broken Circle Breakdown, dus we kenden elkaar goed. Hij kende mijn karakter en ook mijn goesting om al bij het schrijven betrokken te zijn bij het creëren van de personages. Toen hij aankwam met dat voorstel heb ik het dan ook dankbaar aangenomen.’

Veerle Baetens tijdens de uitreiking van de "Magritte du Cinema" filmprijzen in Brussel

Het smelt is een heftig boek. Dacht je niet: waarom moet uitgerekend ik dat gaan regisseren?
‘Haha. Nee, dat heb ik nooit gedacht. Ik herkende me ook wel in de jonge Eva. Een onzeker, dertienjarig meisje dat gezien wil worden, hoge punten krijgen van de jongens en opgenomen worden door de coole meiden. Dat wilde ik toen ook. Zo veel ellende als Eva kende ik gelukkig niet, maar ik heb ook mijn portie moeilijkheden wel gehad. Een scheiding, een controlerende vader. Maar in tegenstelling tot Eva heb ik mezelf daarna gevonden. Ben ik gaan studeren wat ik wilde studeren en ben ik blij met hoe mijn leven verder verlopen is. Tot hiertoe, tenminste.’

Je schreef het scenario samen met Maarten Loix [ik spreek het uit op zijn Frans], als je zijn naam zo uitspreekt tenminste...
‘Het is Loix [Baetens spreekt ook de x uit].’

Jullie Vlamingen zijn wel heel streng! Zelfs het Frans wordt op z’n Nederlands uitgesproken.’
(lachend) ‘Ik denk dat zijn familie vroeger uit Luik kwam, maar dat weet ik niet zeker. Ik zal het hem eens vragen. Maar inderdaad, Maarten was mijn spar-partner. Ik wilde per se met een man schrijven, want het boek is geschreven door een vrouw en ik ben een vrouw. En ik vind een gezond evenwicht belangrijk. Daar zal ik altijd naar streven, of het nou naar mannen toe is of naar vrouwen. Neem de scène dat de jongens in de schuur samen staan te masturberen. Dan is Maarten degene die zegt, ja dat kan, dat gebeurt op die leeftijd wel zo.’

Het smelt

Die jongens zijn Pim en Laurens in het boek, maar in de film zijn dat Tim en Laurens. Waarom geen Pim?
‘Twee redenen. Ten eerste, ik vind Pim zeer Hollands. Ik ken maar één iemand in Vlaanderen die Pim heet en een heleboel Timmen. Ten tweede, en daar kon ik niet omheen, toen ik de leeftijd van Eva had was ik smoorverliefd op een jongen in mijn straat. Drie jaar lang. Die jongen heette Tim en zag me niet staan. Het zijn persoonlijke details als deze waarmee ik Lizes verhaal meer van mezelf kon maken.’

Het zwaartepunt in jouw film ligt bij de dertienjarige Eva en haar vrienden. Die natuurlijk ook gespeeld worden door jonge acteurs. Hoe beschermde je ze tegen de toch heftige gebeurtenissen in de film?
‘Door op voorhand samen veel tijd door te brengen, zodat er tussen hen een band zou ontstaan. Ze moesten al een hechte groep zijn voordat we begonnen met draaien. Want op de set moesten ze het samen gaan doen. Elke zondag zaten we samen. Ook Nico Sturm, een bekende acteur bij ons in Vlaanderen, was daarbij. Gewoon babbelen, over het personage en over jezelf. We deden een soort Zomergasten, zodat ze elkaar beter leerden kennen. Beter nog dan hun vrienden ze kenden, want kinderen van die leeftijd zijn niet altijd open tegen elkaar. Het was heel mooi om te horen dat ze soms iets voor het eerst durfden te vertellen, omdat ze zich zo geborgen en thuis voelden bij elkaar.

Bij de echt heftige scènes op de set zat er ook een traumatoloog bij. Na elke take nam ze de kinderen uit de ruimte, zodat ze los konden komen van die emotie. Zodat ze zich die emotie niet eigen zouden maken. Ze liet ze bewegingsspelletjes doen, of liet Rosa [Marchant, die de jonge Eva speelt] de tien best geklede mensen op de set opnoemen. Zodat Rosa uit de situatie gehaald werd en lichamelijk tot rust kon komen. Want ik kon natuurlijk onmogelijk een film maken over iemand die een trauma oploopt, door een van mijn acteurs een trauma te laten oplopen.’

elke vrijdag