De documentaire The New Yorker at 100 biedt een inkijkje in het enigszins snobistische journalistieke instituut. Maar gaat niet zo diepgaand te werk als het iconische tijdschrift zelf.

The New Yorker is The New Yorker. En The New Yorker wéét dat het The New Yorker is.’ In de documentaire The New Yorker at 100 is het auteur Chimamanda Ngozi Adichie die het beste samenvat waarom het Amerikaanse tijdschrift al honderd jaar een literair en journalistiek instituut is. Het is dé plek waar iedere zichzelf respecterende schrijver, waaronder Adichie zelf, gepubliceerd wil worden. Een tijdschrift waarvan de geïllustreerde covers in onze digitale tijd regelmatig viraal gaan en dat cultuur, nieuws én mensen al honderd jaar op de kaart zet. Maar tegelijkertijd is het een tijdschrift dat vaak wordt weggezet als snobistisch en elitair, wat ook niet geheel onterecht is gezien het feit dat The New Yorker het woord elitair zelf schrijft met een (onnodige) accent aigu op de e.

Dat laatste is iets waar ze op de burelen van het tijdschrift in downtown Manhattan wel om kunnen lachen, en tegelijkertijd koesteren, blijkt uit deze ruim anderhalf uur durende documentaire over het tijdschrift. ‘The New Yorker is een wonder,’ zegt hoofdredacteur David Remnick, die het tijdschrift sinds 1998 leidt, in de openingsminuten. Het is een blad dat tegen alle trends in blijft vasthouden aan artikelen van vijftienduizend woorden, nog nooit een foto op de cover heeft gehad en op de pagina’s, tussen de ellelange kolommen met tekst door, grappige cartoons strooit. ‘Dat dit bestaat en succesvol is, en als het aan mij ligt niet één eeuw, maar nog twee of drie eeuwen succesvol zal blijven, is verbazingwekkend’, aldus Remnick.

Richard Brody

Met The New Yorker at 100 probeert regisseur Marshall Curry dit wonder te duiden, al lukt hem dat niet helemaal. Zijn film kijkt in vogelvlucht naar het ontstaan en een aantal hoogte- en dieptepunten uit de honderd jaar geschiedenis van het tijdschrift, hij laat beroemde lezers, onder wie acteurs Jon Hamm en Sarah Jessica Parker, die vertellen over hun band met het blad en loopt mee met de mensen die elke week een nieuw nummer van The New Yorker afleveren. Allemaal vermakelijk, maar ook te oppervlakkig om het tijdschrift echt recht te doen.

Alleen al over de afdeling fachtcheckers had een geheel eigen documentaire gemaakt kunnen worden – iets dat overigens ook geldt voor filmrecensent Richard Brody die met zijn stoffen The New Yorker-tasje de bioscopen binnenwandelt en voor oorlogscorrespondent Jon Lee Anderson die naar Syrische gevangenissen afreist. Om maar niet te spreken van de verhalen die officemanager Bruce Diones, de man die al jaren alles regelt op de redactie, zou kunnen vertellen. Maar daarvoor is amper ruimte in deze vlotte documentaire.

De film is daardoor vooral een leuk inkijkje in het journalistieke instituut. Lekker behapbaar voor het Netflixpubliek. Maar wellicht wat bevreemdend voor de trouwe lezer van The New Yorker die gewend is om zich door artikelen van vijftienduizend woorden heen te worstelen.

The New Yorker at 100

The New Yorker at 100 is te zien op Netflix.

de nieuwste documentairetips in je mailbox?