Volgens een bekende fabel over Michelangelo werd de kunstenaar tijdens het hakken aan zijn ‘David’ gevraagd hoe hij wist wat hij moest weghalen. Zijn antwoord: ‘Simpel. Ik verwijder alles wat niet op David lijkt.’ In de fotografie werkt het niet anders. Bijsnijden – ‘croppen’ – is een vast onderdeel van het maakproces en sinds de digitale revolutie ook een fluitje van een cent. Gevolg: iedereen cropt. Bijna iedereen, want behalve Henri Cartier-Bresson stond geen enkele bekende fotograaf erom bekend níét te snijden. Tot de pandemie. Want toen besloot de Amerikaanse James Hamilton (1946) zijn ongefilterde, onbesneden straatfotografie op Facebook te zetten. Het leverde hem een nieuwe generatie fans op.
Het is een schouwspel om Hamilton aan het werk te zien. In de openingsscène van de heerlijk nostalgische documentaire Uncropped (2023) zweeft de bejaarde man over een vol pleintje in New York. Ogenschijnlijk achteloos klikkend met zijn camera, maar met een schwung die eindeloze ervaring ademt. ‘Er zit iets in mijn brein, dat mij vertelt wanneer ik moet schieten.’, licht hij toe. ‘Iets klikt. Zelfs als ik niet door de lens kijk, en de camera alleen maar ophef. Het is extreem spontaan.’ En over analoge fotografie: ‘Pas achteraf ontdek ik waarom ik dat shot heb genomen. In de donkere kamer verschijnt dat besef. Het is meer werk dan digitale fotografie. Maar ook veel leuker.’