Zo tragisch als zijn verblijf in New York eindigde in 1980, zo levenslustig en strijdvaardig begon John Lennons tijd in Amerika. Met zijn echtgenote Yoko Ono verruilde het Beatlesicoon in 1971 Engeland voor het hippe Greenwich Village, waar het koppel een studentikoos appartement betrok in het Dakotagebouw. Het zou de uitvalsbasis worden voor Lennons politiek activisme, dat ontsproot tegen dat ene onvergetelijke decor: liggend in bed, televisie aan het voeteneind, peuk en gitaar binnen handbereik.
In One to One: John & Yoko richten regisseurs Kevin MacDonald en Sam Rice-Edwards zich nadrukkelijk op Lennon als ex-Beatle en de eerste jaren van zijn New Yorkse tijdperk, dat bijna tien jaar zou duren. We zien de aanloop naar en beelden van Lennons laatste en legendarische concert: het One to One-benefietoptreden op Madison Square Garden op 30 augustus 1972, voor kinderen met een beperking. Directe aanleiding was het Willowbrook-schandaal eerder dat jaar, waarbij aan het licht kwam dat zwaar gehandicapte kinderen werden mishandeld en verwaarloos in de psychiatrische instelling Willowbrook.
Deze gebeurtenis speelde zich af tegen een achtergrond van aanhoudend politiek onrust en een land in de greep van de herverkiezing van Nixon – waar Lennon zich fanatiek tegen afzet. Zijn doel: de jeugd verenigen tegen de president. Aan de hand van korte en elkaar rap opvolgende archiefbeelden – uitbundige autoreclames, spelletjes, populaire comedyseries, nieuwsitems over de opstand in de Atticagevangenis, de aanslag op de gouverneur van Alabama en Watergate – ‘zappen’ MacDonald en Rice-Edwards effectief langs het Amerika van toen.