In een Zweeds dorpje in 1852 ontpopt een pastoor zich tot detective wanneer er een jonge vrouw op mysterieuze wijze vermist raakt. De bijzondere setting van de grimmige miniserie To Cook a Bear maakt het tot een uitermate sfeervol drama.

Een pastoor die in 1852 met zijn gezin naar een klein dorpje verhuist en zich, zodra er een jonge vrouw op mysterieuze wijze vermist raakt, ontpopt tot een fanatieke detective die dingen ziet die de lokale sheriff niet ziet – of wil zien. Als To Cook a Bear van Britse makelij was geweest, was het waarschijnlijk een vriendelijk kabbelend moordmysterie geweest met een knappe hoofdrolspeler. Maar de Disney+-serie, gebaseerd op Mikael Niemi's gelijknamige boek uit 2021, stamt uit Zweden. En dus zijn de zes afleveringen eerder grimmig dan behaaglijk. Niet in de minste plaats omdat iedereen eruitziet alsof ze zich zelden wassen en het vermaak in de avonden, wanneer de zagerij dicht is, komt van mannen die met elkaar op de vuist gaan terwijl de meisjes toekijken.

De hoofdrol is voor Gustaf Skarsgård, broer van acteurs Alexander en Bill en zoon van Stellan. Skarsgård is uiteraard ook een knappe man, al speelt hij zijn pastoor met een haast manische intensiteit. Het kleine dorpje Kengis dat zeer afgelegen – in het noorden van het noorden – ligt, verwelkomt de nieuwkomer dan ook met gemengde gevoelens. Niet in de laatste plaats omdat de pastoor gelooft dat alcohol het slechtste in mensen naar boven haalt. Daar komt bij dat de man het vurig opneemt voor de minderbedeelden en de Sami, de door de kolonisten zwaar gediscrimineerde inheemse bevolking van die contreien. Hierdoor zien de machtigste mensen van het dorp hem het liefst snel weer vertrekken. Zeker wanneer hij zich met zaken bemoeit die ze liever onaangeroerd laken. 

Gustaf Skarsgård (The Priest) en Emil Karlsen (Jussi) in To Cook a Bear

Niet lang nadat de pastoor en zijn gezin hun blokhut in het dorp betrekken, verdwijnt een lokaal meisje tijdens het hoeden van de koeien door het bos. Omdat de sheriff al dronken is, vragen de dorpsbewoners de nieuwe pastoor om hulp. Op dat moment ontpopt de pastoor zich tot een soort scandi-Sherlock Holmes. Want ook al gaat iedereen uit van een berenaanval, zijn instinct zegt iets anders. Terwijl hij aan zijn pijp lurkt, maant hij zijn ‘Watson’ – zijn aangenomen zoon Jussi (Emil Kárlsen) – goed om zich heen te kijken. Wat zie je? Wat valt je op? Ook kijkt hij of een opgedroogd plekje in een hooischuur bloed is door het te vermengen met zijn eigen spuug en het Jussi te laten proeven. ‘Ik heb nog nooit een pastoor als jij ontmoet,’ merkt een inwoner van Kengis dan ook terecht op.

Datzelfde kan gezegd worden over To Cook a Bear, dat als serie ook nooit helemaal doet wat je verwacht. Het is te intens voor een vriendelijke detectiveserie, te vreemd voor een serieus moorddrama. Het is eerder een geheel eigen beest. Dit maakt het, ook vanwege de indrukwekkende natuur en originele, sfeervolle setting, een bijzondere kijkervaring. 

To Cook a Bear

De zesdelige miniserie To Cook a Bear is nu te zien op Disney+.

serietips in je mailbox?

elke dinsdag