Het absurdistische Sweet Dreams speelt zich af op een suikerplantage in Nederlands-Indië, waar we zien hoe de personages spartelen. Een van hen, matriarch Agathe, wordt gespeeld door Renée Soutendijk. ‘Ze horen overduidelijk niet op de plek waar ze op dat moment zijn.’

‘En de winnaar is...’ Op zaterdag 12 augustus wordt op het prestigieuze festival van Locarno bekendgemaakt dat actrice Renée Soutendijk een Gouden Luipaard heeft gewonnen voor haar rol in Sweet Dreams. In die film, van de Bosnisch-Nederlandse Ena Sendijarević, speelt Soutendijk matriarch Agathe, die rond 1900 in Nederlands-Indië de suikerplantage van haar man Jan moet overnemen wanneer die plotseling overlijdt.

Sweet Dreams kijkt kritisch naar Nederlands koloniale verleden, maar Sendijarević verpakt die kritiek in absurdistische, droogkomische, bijna theatrale scènes. En inderdaad, daarin excelleert Soutendijk. Een kleine maand na de prijs bellen we met de actrice over de Gouden Luipaard, de film en waarom we haar de afgelopen jaren zo weinig in films hebben kunnen zien.

‘Ik kan ergens wel met Agathe meevoelen, omdat ze zo geïsoleerd en eenzaam is. Ze verveelt zich te pletter’

Renée Soutendijk

Nog van harte gefeliciteerd. Hoe gaat zoiets in zijn werk?
Soutendijk: ‘De wereldpremière van de film was in Locarno en een deel van de cast en crew was daarbij, ik ook. Het was de eerste keer dat we de film zagen met publiek erbij en dat is fijn, want dan pas merk je of iets werkt of niet. Of mensen de humor oppikken. En gelukkig was dat zo. Dat waren twee nachtjes en daarna ging iedereen gewoon weer naar huis. Maar later die week kreeg ik een telefoontje waarin me werd verteld dat ik een van de twee acteerprijzen had gewonnen en vroeg men of ik die persoonlijk in ontvangst wilde komen nemen. Toen ben ik maar weer die kant op gegaan, want het is natuurlijk een enorme eer. Ik had het ook niet verwacht, omdat Sweet Dreams echt een ensemblefilm is. Maar toch leuk dat ze juist mij eruit gepikt hebben.’

Wat zei het juryrapport?
‘Dat elke keer wanneer ik in beeld kwam de intensiteit van het doek spatte.’

Daar is geen woord van gelogen.
‘Dank je, maar het is natuurlijk wat Ena [Sendijarević, die ook het scenario schreef, red.] op papier heeft gecreëerd en waar we samen met heel veel plezier aan hebben gewerkt. We hebben veel gerepeteerd en uitgeprobeerd, ook met de andere acteurs, en dan is het extra leuk als dat wordt opgemerkt.’

Waarom paste Agathe zo goed?
‘Ze is vilein, manipulatief en achterdochtig, maar ik kan op de een of andere manier ook wel met haar meevoelen, omdat ze zo geïsoleerd en eenzaam is. Ze verveelt zich te pletter. Door de absurdistische stijl waar Ena voor gekozen heeft, wordt een beetje afstand genomen van de personages, zodat je ze als kijker nog beter ziet spartelen. Het is overduidelijk dat ze niet horen op de plek waar ze op dat moment zijn en dat ze daar alleen maar proberen te overleven.’

Wat heeft u aan Agathe toegevoegd?
‘Het meeste stond al in het script, maar in het originele script stond nog wel dat Agathe Nederlands sprak met een Indonesisch accent, omdat ze daar geboren is. Dat leek me wat ongeloofwaardig. Dat gooiden we een beetje om. Nu spreekt ze accentloos Nederlands, maar wel veel langzamer [de actrice gaat ook even langzamer praten, GB], meer over-wo-gen, alsof ze iets langer over de woorden moet nadenken. En ook vanwege haar gebrek aan energie, door de verlammende hitte en de situatie waarin ze zich bevindt.’

De film is absurdistisch en surrealistisch, maar vertelt ook iets over wat de Nederlanders destijds daadwerkelijk in Nederlands-Indië uitvoerden. Heeft u vooraf nog research gedaan?
‘Zeker. Ena trouwens ook, heel veel. En ze heeft alles aan ons gegeven. De rol van vrouwen in 1900 was een heel moeilijke. Wanneer Agathes man wegvalt is het noodzaak dat er snel weer een nieuwe man in zijn plaats komt, zodat ze haar machtspositie op de suikerplantage kan waarborgen. Ik heb zelf ook research gedaan naar hoe dat er toen aan toeging, maar ik ben blij dat het geen historische film over het Nederlandse koloniale verleden is geworden. Ena koos voor een meer moderne kijk op deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis, en ik ben een groot fan van haar eigenzinnigheid en extreme keuzes. Ena heeft namelijk een heel gedurfde, onconventionele manier van communiceren. Op zo’n beetje alle gebieden. Van compositie, kleur en kostuums tot make-up, beeld en geluid.’

Kwam Ena bij u of andersom?
‘Ik heb netjes auditie gedaan. En dat vind ik prima hoor. Zij is van heel andere generatie makers en misschien niet zo bekend met wat ik hiervoor allemaal gedaan heb [zie kader onderaan, red.]. Je moet ook maar net in het plaatje passen dat zij voor ogen heeft. Maar als ik een script mooi vind doe ik graag een casting. Ook om te zien of het klikt en of er vertrouwen is.’

‘Ik dacht: iemand maakt een grapje, want waarom zou Stanley Kubrick mij bellen?’

Renée Soutendijk

Een leven in films

Renée Soutendijk

Renette Pauline (Renée) Soutendijk wordt op 21 mei 1957 geboren in Amsterdam. Ze speelt haar eerste bijrol in 1978 in oorlogsdrama Pastorale 1943 en schuift daarna al snel door naar de hoofdrollen. Begin jaren tachtig is ze te zien in een handvol Nederlandse klassiekers. Als verzetsvrouw Hannie Schaft in Het meisje met het rode haar (1981), de veelgeplaagde Hedwig in Van de koele meren des doods (1982) en als Trudi in alweer een WO II-drama, De ijssalon (1985), waarvoor ze een Gouden Kalf wint.

En ook in twee films van Paul Verhoeven: als de pittige Fientje van de patatkraam in schandaalsucces Spetters (1980) en als de mysterieuze Christine Halsslag in de broeierige Reve-verfilming De vierde man (1984). Die laatste film opent deuren in Hollywood, waar Soutendijk ook een tijdje gaat wonen. Uiteindelijk levert dat geen noemenswaardige films op, behalve dan misschien de thriller Eve of Destruction (1991).

Soutendijk keert terug naar Nederland, waar ze vooral te zien zal zijn op toneel en in tv-series, zoals Moordvrouw. Af en toe werkt zo ook over de grens. In Duitsland heeft ze onder andere gastrollen in de krimi’s Tatort en Schimanski, en in 2018 wordt ze door Luca Guadagnino gevraagd voor zijn remake van Dario Argento’s horrorklassieker Suspiria.

Sweet Dreams is duidelijk een arthousefilm, terwijl u vroeger vooral in publieksfilms te zien was...
‘Nou ja, de laatste film die ik heb gedaan was ook arthouse, een cameo in de horrorfilm Suspiria van Luca Guadagnino, een enorm inspirerende man op mee te werken. Maar het klopt, de films die ik in de jaren tachtig in Nederland heb gemaakt waren meer commerciële films. Hoewel er toen ook een enorme variëteit zat in het soort rollen. Vanaf 2000 heb ik lange tijd geen films meer gemaakt in Nederland. Ik heb wel veel theater gedaan, maar als actrice zit je toch in een afhankelijke positie. Voor vrouwen tussen zeg maar vijftig en zestig jaar worden nou eenmaal niet zo veel mooie rollen geschreven. Die periode heb ik opgevuld met theater, en daarom lijkt het misschien of ik een tijdje uit de running ben geweest. Maar vorig jaar was een extreem jaar. Ik heb toen drie films gedraaid, waaronder deze. Drie heel andersoortige rollen. Een fantastisch, inspirerend jaar, dat echt voelt als een nieuwe start. Ik hoop dat het zo doorgaat, maar dat weet je natuurlijk nooit.’

Begin jaren negentig was u – net als Johanna ter Steege – in de running voor een rol in Stanley Kubricks WO II-drama Aryan Papers. Kubrick blies die film uiteindelijk af omdat Spielbergs Schindler’s List toen net was uitgekomen, maar u had dus bijna in een film gezeten van Stanley Kubrick. Wordt u wel eens geplaagd door de gedachte: wat als…?’
‘Haha, nee hoor, maar ik vond het wel heel bijzonder om die man aan de telefoon gehad te hebben. Hij had alles wat ik ooit qua acteren gedaan gezien. Mijn nummer had hij gekregen van regisseur Duncan Gibbins, met wie ik in Hollywood net Eve of Destruction had gemaakt. Ik dacht eerst nog: iemand maakt een grapje, want waarom zou uitgerekend Stanley Kubrick mij bellen? Maar hij was het dus wel.’

Guadagnino wilde per se u voor Susperia, en nu die prestigieuze prijs in Locarno. Stel dat Hollywood straks voor de deur staat, laat u ze dan binnen of heeft u dan iets van: dat hebben we ooit geprobeerd en doen we nooit meer?
‘Weet je, films maken is in wezen overal hetzelfde. Alleen de invloed van producenten is anders. Vooral in Amerika. Daar zijn ze meer bezig met de financiële kant. Ik hou vooral van filmmakers met een heel eigen, herkenbare stijl. Iemand als Guadagnino of Paul Verhoeven, bijvoorbeeld, en Ena ook. Ik hou van regisseurs die binnen het geweld van de commerciële cinema hun eigen signatuur weten te behouden. En dan maakt het mij niet uit waar dat is, Hollywood, Duitsland, of Nederland. Ik ben op zoek naar inspirerende mensen en rollen.’

Sweet Dreams

Sweet Dreams was de openingsfilm van het Nederlands Film Festival en draait momenteel in bioscopen door het hele land.

elke vrijdag