Guido van Driels fraaie en deels op eigen herinneringen gebaseerde film over een nieuwbouwwijk in de jaren zeventig, Toen we van de Duitsers verloren, is opvallend genoeg in zwart-wit geschoten. Van Driel: ‘In kleur worden de jaren zestig en zeventig al snel campy.’

De titel van de nieuwe film van Guido van Driel (De wederopstanding van een klootzak, Bloody Marie) is Toen we van de Duitsers verloren. Iedereen van boven de veertig weet dan meteen waarop gedoeld wordt en iedereen van boven de vijftig – vooruit, boven de 55 – kan zich dat ook nog goed herinneren: de finale van het WK-voetbal in 1974, toen Nederland na een snelle 1-0 voorsprong toch met 2-1 verloor van de Duitsers.

In 2002 maakte Van Driel (1962) al een graphic novel met die titel, en nu dan ook een film. Boek en film spelen zich overigens niet af op de dag van die finale, 7 juli 1974, maar op de dag daarna. Het is zomer en in een nieuwbouwwijk stuit de twaalfjarige dromer Jonas op zijn veel stoerdere klasgenoot Daan. Het is vakantie, de twee hebben niets beters te doen en besluiten daarom samen op te trekken. Ze gaan op zoek naar Karsten, Jonas omdat het zijn beste vriend is en Daan omdat hij nog tien gulden van hem krijgt. Ondertussen lijkt verder iedereen op zoek te zijn naar een andere klasgenoot van hen, de spoorloos verdwenen Cato.

‘Ik hoop op een claim van de Fifa, zodat we kunnen zeggen: kijk nog eens goed’

Guido van Driel

Toen we van de Duitsers verloren

Waar was jij op 7 juli 1974?
Van Driel: ‘In Assen. Ik keek de wedstrijd met mijn oma en stiefopa, want mijn vader en moeder gingen – net als de ouders van Jonas – naar een mineralenmuseum in Giethoorn. Dat we de finale hadden gehaald interesseerde ze echt geen biet. Toen ze terugkwamen uit Giethoorn waren ze ook oprecht verbaasd dat ze helemaal niemand op de weg hadden gezien.’

Jouw ouders waren een beetje wereldvreemd?
‘Ze waren gewoon echt niet geïnteresseerd in voetbal. Mijn jongere zus ook niet, trouwens. Ik was de enige. Ik was toen elf en Johan Cruijff was de eerste echte held in mijn leven. En dus zag ik de wedstrijd bij mijn oma, die aanvankelijk ook niet erg geïnteresseerd was, maar aan het eind van de wedstrijd ging ze helemaal over de rooie. Ze bleef maar klagen over “die rotmoffen”. De hele oorlog kwam terug.’

‘De jongens kregen de seksblaadjes pas op de set. Ze begonnen te gieren van het lachen. Het werkte als een tierelier’

Jonas zegt in de film op een gegeven moment dat het toch ook goed is dat we tweede zijn geworden. Dat heb jij hopelijk nooit gezegd...
‘Nouuu. Ik vond het natuurlijk wel heel jammer dat we hadden verloren, maar er was ook ergens een stemmetje in mij dat dat wel zei. We hadden toch al het charisma van winnaars. De spelers zagen er ook goed uit. Neeskens, Krol, Rep. Je kreeg toen voetbalplaatjes bij de Albert Heijn, meen ik. Dat verzamelboek van toen heb ik nog steeds.’

Die verloren finale is een historisch moment, maar niet veel meer dan de setting van deze film.
‘In het boek zit nog wel een getekend moment uit die wedstrijd. Dat eerste doelpunt, toen we de bal veertien keer overspeelden en de Duitsers de bal niet één keer hadden aangeraakt voordat ie in het doel lag. Wat een droomstart. In de film tonen we op een van de tv’s nog een klein stukje uit die wedstrijd. Dat een van de Duitse voetballers juichend op zijn knieën valt en een Nederlandse speler afdruipt. De Fifa vraagt trouwens de hoofdprijs voor beelden uit die wedstrijd, dus dat moment hebben we op een trapveldje laten naspelen. Iemand deed alsof ie Gerd Müller was en net had gescoord.’

Dat was niet echt?
‘Nee joh! Ik hoop op een claim van de Fifa, zodat we kunnen zeggen: kijk nog eens goed. Het is nep. Haha.’

Guido van Driel

Ben jij Jonas?
‘Ja. Ik ben wel iets meer Jonas dan Daan.’

Is Daan wie jij had willen zijn?
‘Die lijkt meer op Peter, die vijftig jaar lang mijn beste vriend was. Peter was niet een-op-een Daan, maar toch.’

Je zegt ‘was’...
‘Ja, hij is twee jaar geleden overleden aan longkanker. Na de aftiteling zie je een foto van mij met Peter. Zo wordt hij nog gememoreerd.’

Ook het verhaal over de verdwenen Cato is autobiografisch, las ik.
‘In 1971, toen ik nog in Amsterdam woonde, zat ik bij Heleentje Isaac in de klas. In tegenstelling tot Jonas was ik alleen niet verliefd op haar. Wij verhuisden kort daarna naar een nieuwbouwwijk in Zaandam en ik had haar al een paar jaar niet meer gezien toen ze in 1974 ineens landelijk nieuws werd. Heleentje werd dood en ontkleed aangetroffen in de bosjes bij sportpark Elzenhagen in Amsterdam-Noord. Ze was meegenomen door een kinderlokker die haar Donald Duckjes had beloofd. Ik weet nog dat het diepe indruk op mij maakte toen ik dat hoorde, want mijn ouders hadden me altijd op het hart gedrukt dat ik nooit moest meegaan met vreemde mannen. Het bizarre was dat de moordenaar het eigenlijk op jongetjes had voorzien en haar vanwege haar korte kapsel voor een jongen had aangezien. Dat hoorde ik trouwens pas veel later, in een uitzending van Peter R. de Vries, maar dat maakt die zaak alleen nog maar fatalistischer.’

Midden: Jonas (Rein Hoeke) rechtsvoor: Daan (Kylian de Pagter)

Er zitten ook prettigere jeugdherinneringen in de film. Ik ben iets jonger, maar herkende ze meteen: de SRV-man, het playbacken op glitterband Mud, de blaaspijpen met van die gerolde pijltjes...
‘Wij gebruikten altijd de tv-gidsen. Dat was lekker stevig papier. Ik heb weleens een jongen in zijn oog geraakt en ik zie hem nog naar huis rennen. Gekkenwerk eigenlijk, want je mikte toch altijd op iemands hoofd. Die pvc-buizen vond je overal. Toen ik net naar Zaandam was verhuisd, lag daar overal terrein braak. Wij speelden vaak in huizen die nog in aanbouw waren en daar lagen plenty pvc-buizen. Overal werd gebouwd en er waren ook van die bergen wit zand, waar we de film mee eindigen. Maar je wil niet weten hoe hard we hebben moeten zoeken naar zo’n plek. Hopeloos. Je hebt in de buurt van Amsterdam bijna geen open velden meer.’

Rein Hoeke en Kylian de Pagter, die Jonas en Daan spelen, zijn heel makkelijk met elkaar. Hoe kreeg je dat voor elkaar?
‘Rein had ik al heel snel gevonden. Die leek een beetje op de Jonas uit mijn boek en hij sprak zijn teksten meteen al naturel uit. Niet met te veel energie, wat de meeste jonge acteurs juist wel hebben. Die worden ineens heel parmant, heel kek. Ze denken echt dat dit moet en dat krijg je er ook bijna niet uit. We hebben wel lang gezocht naar iemand voor Daan. Ik heb Kylian lang laten wachten omdat ik vond dat hij er te goed uitzag, te zelfverzekerd, terwijl Daan duidelijk uit een ander milieu komt dan Jonas. Jonas woont in een huis met een tuin, Daan in een galerijflat. Ik had Kylian al een paar keer een scène laten voorspelen, maar telkens met een assistent of iemand anders, niet met Rein. Toen ik ze eindelijk bij elkaar zette hadden ze gelijk een goeie klik en was het duidelijk dat Kylian Daan moest worden.’

Jonas (Rein Hoeke) en Daan (Kylian de Pagter)

Hoe goed die twee samen zijn blijkt bijvoorbeeld uit de scène waarin ze samen de Candy, hét pornoblad destijds, doorbladeren.
‘Tijdens het repeteren had ik de jongens die Candy nog niet gegeven. Ze wisten wel dat het ging gebeuren, net als hun ouders, maar ze kregen de seksblaadjes pas op de set. Alles wat je daarna ziet kwam heel natuurlijk. De jongens begonnen te gieren van het lachen. Het werkte als een tierelier.’

Vrijwel al onze herinneringen aan de jaren zeventig zijn in kleur. Waarom is jouw film in zwart-wit?
‘Mijn graphic novel was ook in kleur, maar omdat het cliché van de jaren zeventig is dat het zo’n kleurrijke tijd is, met veel groen, oranje en bruin, wilde ik daar een beetje tegenin gaan. Alfonso Cuaróns Roma, dat over de jaren zeventig gaat, maar dan in Mexico, is ook in zwart-wit. En dat werkte bij mij heel goed, want dan ga je toch anders kijken. In kleur worden de jaren zestig en zeventig al snel campy. Die bonte kleren en rare kapsels. Daar kleeft aan dat het om te lachen is. Maar vergeet niet: toen was dat heel normaal. Trouwens, dat lange haar van toen was heel anders dan het lange haar van nu. Misschien wel net zo lang, maar altijd opvallend goed gekamd.’

Het video-interview dat VPRO Cinema met Guido van Driel had over zijn vorige film, Bloody Marie, is hier te zien. Toen we van de Duitsers verloren is vanaf donderdag 21 september te zien in de Nederlandse bioscopen.

elke vrijdag