De Chinese performancekunstenaar Lingyun krijgt van de Nederlandse overheid een jaar de tijd om hier een bestaan op te bouwen. In 'Zoekjaar / Search Year' wordt hij daarbij gevolgd door filmmaker Joris Koptod Nioky. "Lingyun is ontzettend onvoorspelbaar. Dat is een kwelling, maar ook een zegen."

Lingyun zit naakt in zijn badkamer. Hij maakt hoekige constructies van karton die hij met tape aan de douchemuren plakt. Zijn lange zwarte haren vlecht hij in strengen door zijn creatie heen en met de tape plakt hij de eindjes vast. Eenmaal verweven gaat hij onder de douchekop zitten. Heel langzaam draait hij de kraan verder open. Het water stroomt steeds harder over het karton, tot het uiteenvalt.

In 2020 studeerde Lingyun af aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Hij is een performancekunstenaar uit China, maar naar dat land wil hij niet terug. Daarom heeft hij bij de Nederlandse overheid een zogenoemd zoekjaar aangevraagd: een speciale verblijfsvergunning voor hoogopgeleide immigranten. Met zo’n vergunning op zak krijg je een jaar de tijd om een baan te vinden. Lukt dat je niet, dan moet je het land alsnog verlaten.

‘Lingyun en ik hebben elkaar leren kennen tijdens het uitgaan,’ zegt filmmaker Joris Koptod Nioky op een zaterdagochtend in een druk café in Amsterdam Oud-West. ‘Hierachter, in de Bilderdijkstraat, in queer club De Trut. We hebben de hele avond om elkaar heen gedanst. We durfden niet met elkaar te praten. Eerlijk gezegd zijn we dat altijd blijven doen, om elkaar heen dansen.’

Linyun

Oorspronkelijk zou Koptod Nioky alleen enkele van Lingyuns performances voor hem vastleggen, zoals die in de badkamer, met het karton. Al gauw blijkt Lingyun echter te bijzonder – en zijn situatie te uniek – om het daarbij te laten. Daarom besluit Koptod Nioky het zoekjaar van Lingyun te documenteren in een film die hij naar de verblijfsvergunning vernoemt. Zoekjaar / Search Year is Koptod Nioky’s derde documentaire. Eerder maakte hij Portret van een mislukt schrijver (2019), over zijn vergeefse pogingen een boek te publiceren, en Dit ben ik niet (2021), waarin hij zijn moeder portretteert, tot haar eigen ongenoegen.

Wat maakt Lingyun een geschikte protagonist?

Koptod Nioky: ‘Lingyun is ontzettend onvoorspelbaar. Dat is een kwelling, maar ook een zegen. Hij weet altijd te verrassen. Sommige mensen storen zich aan zijn tegendraadse natuur, maar ik moet er vaak om lachen. Als creatieve makers moeten we allebei een weg vinden in het doolhof van fondsaanvragen. Lingyun voor zijn eigen artistieke werk, ik voor Zoekjaar. Omdat Lingyuns fondsaanvragen worden afgewezen en die van mij toegekend, ontstaat er spanning in onze vriendschap – en ook in de film. Lingyun leeft buiten de systemen om. Hij is altijd in het moment, plant niets. Zo zou ik ook graag zijn.’

Wat bedoel je met ‘buiten de systemen om leven’?

‘Een opportunistische kunstenaar gaat netwerken. Die weet: deze mensen moet ik benaderen om verder te komen, deze fondsen heb ik nodig als ik geld wil verdienen met mijn kunst. Die gebruikt de systemen om status te verkrijgen. Lingyun erkent geen enkele autoriteit buiten zichzelf. Dat maakt het lastig voor hem om strategisch te handelen.’

‘Lingyun wil in Nederland blijven, maar alleen als hij kunst kan maken, op zijn manier’

Joris Koptod Nioky

Joris Koptod Nioky

Hij snijdt zichzelf dus in de vingers?

‘In zekere zin wel. Maar aan de andere kant: wie zich conformeert zet ook een val voor zichzelf. Er komt altijd een punt waarop je zo veel van jezelf hebt ingeleverd dat je niet meer weet: ben ik onderdeel van het systeem geworden of streef ik mijn eigen doelen nog na? Door zijn radicale autonomie trapt Lingyun niet in die val. Hij wil in Nederland blijven, maar wel alleen als hij kunst kan maken, op zijn manier. Anders niet.’

Wat is dat precies: op Lingyuns manier?

‘Lingyun heeft een enorm improvisatietalent. Zet hem in een lege kamer met een paar attributen en het levert een performance op. Dat kan hij: uit het niets iets bijzonders laten ontstaan. Maar dat is niet hoe een fondsaanvraag werkt. Als je subsidie wil krijgen voor je kunst moet je een vooropgezet plan hebben, thema’s formuleren, zelfs voorspellen hoeveel extra biertjes omliggende horeca gaat verkopen dankzij jouw kunstproject. In mijn film zegt Lingyun op een gegeven moment dat zijn fondsaanvraag op zijn belastingaangifte lijkt. Ik geef hem daar geen ongelijk in.’

Om te kunnen improviseren moet hij alles dus van tevoren vastleggen.

‘Dat is toch merkwaardig? Door de manier waarop die aanvragen zijn ingericht, vallen heel veel makers af. Het idee dat de beste mensen komen bovendrijven, is een illusie. De makers die zich conformeren aan de bureaucratische werkelijkheid slagen. Maar dat zijn bureaucraten of strategen.’

Jij dus ook?

‘Haha. Ik kan de lezer vast verklappen dat ik als maker ook het deksel op mijn neus krijg. Een van mijn fondsaanvragen voor Zoekjaar wordt afgewezen en ik moet tijdens het draaiproces de productie stilleggen. Ik heb dat onderdeel gemaakt van de film.’

‘Ik laat zien hoe weinig kunstenaars verdienen en door welke hoepels ze moeten springen’

Je zou Lingyun autonoom en authentiek kunnen noemen, maar je zou ook kunnen denken: waarom zoekt die jongen niet gewoon een baan?

‘Ik heb bewust geprobeerd een film te maken die ook ruimte laat voor die gedachte. Voor mensen die naar Lingyun kijken en denken: wat een linkse hobby, ga gewoon werken! Veel mensen vellen een oordeel over kunstenaars zonder te begrijpen hoe zij moeten leven. In Zoekjaar laat ik zien hoe weinig kunstenaars verdienen en door welke hoepels ze moeten springen. Door in Lingyuns ervaringen te worden meegenomen, gaat de kijker hopelijk met hem meevoelen en begrijpen wat hij nastreeft.’

Op een zeker moment wil Lingyun niet meer meewerken aan de documentaire. Zulke confrontaties maak jij onderdeel van het verhaal. In Dit ben ik niet, met je moeder in de hoofdrol, deed je dat ook. Vanwaar die keuze?

‘Volgens mij zijn er twee soorten documentairemakers. Degenen die doen alsof het verhaal dat zij vertellen óók het verhaal van de protagonist is. En zij die – net als ik – laten zien dat daar spanning zit. Ik wil me rekenschap geven van het feit dat de documentairemaker invloed heeft op de werkelijkheid die hij vastlegt. Dat hij een visie uitdraagt die niet per definitie gedeeld wordt door zijn personages. Ik zie dat als een onoplosbaar probleem binnen dit vak. Het is de immoraliteit van het genre. Doordat Lingyun weigert verder te figureren in mijn film worden die machtsverhoudingen omgedraaid.’

Die frictie is wat jouw films interessant maakt, maar gebruik jij die vermeende immoraliteit dan niet om juist te doen wat je zelf immoreel noemt?

‘Volgens mij wordt moraliteit veel te vaak gebruikt als norm voor kunst. Kunst is een middel geworden om deugd mee te tonen, terwijl het oorspronkelijk juist een ruimte was waarin het gevaar kon worden opgezocht, waarin grenzen juist werden verlegd en waarin immoraliteit verkend werd. Die grenzeloosheid past bij Lingyun. Natuurlijk speelt moraliteit een rol in je omgang met mensen, maar het kunstproject zelf zou niet afhankelijk moeten zijn van morele afwegingen. Ik breng daar dus een scheiding aan. Voor mijn kunst zou het juist immoreel zijn als ik het project niet af zou maken.’

Hoe gaat het nu met Lingyun?

‘Ik weet het niet. Toen de film af was, veranderde hij eerst zijn naam in Nadh. Daarna is hij verdwenen. Hij heeft mij nog twee keer gebeld, midden in de nacht, dus die telefoontjes heb ik gemist. Ik heb ’m vaak teruggebeld, maar hij heeft nooit opgenomen. Zeven jaar lang zijn we vrienden geweest en tijdens het filmen hebben we heel intensief samengewerkt. Ik mis hem wel, maar ik hoop dat hij zich vrij voelt. Waar hij ook is.’

Zoekjaar / Search Year

Donderdag 14 augustus

NPO 2 22.10-23.30

de nieuwste documentairetips in je mailbox?