In 1986 stapte de zanger van The Legendary Texas Four op. Een TexMex-coverband uit het Limburgse plaatsje America. De overgebleven bandleden vroegen de zanger Jack Poels of hij de nieuwe frontman wilde worden. Dat wilde Jack wel, onder een voorwaarde: dat hij elk optreden in ieder geval één liedje in dialect mocht zingen. De voorwaarde werd ingewilligd en Rowwen Hèze was geboren, genoemd naar Christiaan Hesen, alias Rowwen Hèze, een legendarische dorpsfiguur: een ongewassen kerel, met een holle, rottende oogkas, die stroopte, stal en in dezelfde put piste als waaruit hij dronk. Een man vol folklore, kortom.
Tot grote schrik van sommige bandleden bleek dat juist de nummers in het dialect het beste aansloegen. Dat was ingewikkeld. Wie in de jaren tachtig door de landelijke pers serieus genomen wilde worden, zong Engels of op zijn minst Algemeen Beschaafd Nederlands. Dialect gold als folklore. Zelfs na de enorme hit ‘Bestel Mar’ in 1992, werd de band vooral gezien als feestband.