Het zijn gruwelijke zaken die voorbijkomen in de docuserie Slachtofferhulp. Een wraakzuchtige ex die de woning van zijn voormalige vriendin in de fik heeft gestoken, waarbij haar moeder het niet overleefde. Een jongen van 24 die bij een overval thuis is doodgestoken. Een baby van nog geen twee maanden die door zijn vader is omgebracht.
Kortom, gebeurtenissen die de krant halen. Maar wat de krant zelden haalt, is de opgave waarvoor de nabestaanden vervolgens de rest van hun leven staan: hoe leef je verder nadat je ergste nachtmerrie is uitgekomen? Hoe ga je om met de woede, de stress, het levensgrote verdriet? Ga je wel of niet op bemiddelingsgesprek met de dader? Wil je de foto’s van de plaats delict wel of niet onder ogen komen – en hoe dan? En wat doe je als je door je trauma in een diepe depressie zakt?
Bij dit soort vragen helpen de speciaal opgeleide casemanagers van Slachtofferhulp Nederland. Een team van veertig mensen begeleidt langdurig – soms jarenlang – de getroffenen van de ernstigste zaken: moord, zedenzaken en ernstige geweldsdelicten. Documentairemaker Elena Lindemans (In de TBS, Onvoorwaardelijk) volgde voor haar serie Slachtofferhulp zes van hen: Sandra, Femke, Gré, Inge, Chantal en – de enige man van het stel – Peter.
We zien ze aan het werk op huisbezoek, op kantoor en in de rechtszaal, maar ze vertellen ook direct in de camera over hun intense baan. Een baan die soms onverdraaglijk zwaar is, net als het lot van hun cliënten. Maar het is werk dat uiteindelijk voldoening geeft. Door wat deze hulpverleners kunnen betekenen voor getroffenen. En door hoe ze keer op keer de onverwachte veerkracht ontwaren die in mensen schuilt.
De zaak van de gedode baby Livio zal bij kijkers het hardst binnenkomen. Moeder Claudia, die het gezichtje van Livio bijna levensgroot op haar onderarm heeft laten tatoeëren, is gebroken en bekent aan casemanager Chantal dat ze er niet meer was geweest als ze haar overige kinderen niet had gehad. En dat ze van anderen te horen krijgt dat ze er nu, twee jaar later, toch eens overheen zou moeten zijn…
De serie laat zien hoe waardevol het voor een getroffene is om een professionele, maar enorm betrokken buitenstaander erbij te hebben. Iemand die weet wat ze doormaken: ‘Je denkt misschien dat je gek wordt, maar je wordt niet gek: je voelt alleen iets wat je nooit eerder hebt gevoeld.’ En die zowel praktische als emotionele hulp biedt. Van meegaan naar de huisarts tot het helpen schrijven van een slachtofferverklaring voor in de rechtbank: de hulpverleners blijken stuk voor stuk goud waard.