Eigenlijk leek niets Jan Teunissen (1898-1975) voor te bestemmen tot een carrière binnen de ‘volkse’ NSB. Hij werd geboren in een welgesteld burgerlijk milieu in Den Haag, waar het geld tegen de plinten klotste. Zijn vader, een schatrijke antiquair, bezorgde hem in materieel opzicht een onbezorgde jeugd. Hij had aandelen in Shell en Philips en bezat veel panden in het centrum van de hofstad. Toen vader Teunissen in 1916 stierf viel er een schaduw over Jans leven. Hij was achttien en bleef als enig kind achter met zijn moeder. Er was geld genoeg in huize Teunissen, ook voor dure filmcamera’s, waarvoor de jonge Jan een passie opvatte.
Bij het grote publiek bleef hij onbekend, maar Jan Teunissen bepaalde – letterlijk – het beeld van het nationaalsocialisme in Nederland. Uit Luuk Bouwmans bekroonde documentaire De propagandist komt het hoofd van de Filmdienst der NSB naar voren als een wraakzuchtige opportunist die bereid was tot verregaande collaboratie met de Duitsers.
Teunissen wist zelfs zijn berechting enigszins te regisseren: hij stelde zich ‘nederig’ op en kreeg slechts drieënhalf jaar cel
Zijn enige ervaring als filmmaker bestond uit opnames van zijn vrouw en twee kinderen, die hij voortdurend in beeld bracht. En toch slaagde de destijds 33-jarige Teunissen er in 1931 in de eerste Nederlandse geluidsfilm te maken: Pierement, waarin hij gewone Amsterdammers zonder enige pretentie filmde in de binnenstad. ‘Een leuk experiment,’ aldus Teunissen. Maar dat experiment smaakte blijkbaar naar meer. Een jaar later al kwam Vrijdagavond (Sjabbos) uit, een film over de Amsterdamse Jodenbuurt, waarin hij Joden in close-up filmde. Waarom hij juist dat thema uitkoos voor zijn tweede film wordt niet echt duidelijk. Volgens cameraman Reinier Meijer, die tijdens de oorlog veel voor hem werkte, was Teunissen toen nog geen antisemiet. Maar curieus is de keuze van de film wel, aangezien antisemitisme destijds niet alleen in Duitsland, maar ook in Nederland in de lucht hing.
Mislukking
In 1933 werd via lezingen en boeken uitgebreid herdacht dat 400 jaar eerder Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands, was geboren. Teunissen droeg het zijne bij aan de herdenking en realiseerde een ambitieus project: de speelfilm Willem van Oranje. Maar wat een groots moment in zijn carrière had moeten worden, mondde uit in een complete deceptie. Critici oordeelden genadeloos over de film. ‘Tragische mislukking en een slecht begin van de Nederlandse film,’ concludeerde de een. Een ander: ‘Overschat deze heer zichzelf niet een beetje?’ En als klap op de vuurpijl: ‘Willem van Oranje opnieuw vermoord.’ Het leidde tot enorme wrok bij Teunissen, die na Hitlers machtsovername in Duitsland ook nog tandenknarsend moest toezien hoe Joodse regisseurs de grens over kwamen om hier hun talenten te ontplooien.
Teunissen werd na 1940 niet onmiddellijk lid van de NSB. Naar eigen zeggen ‘weifelde’ hij lang, evenals zijn tweede vrouw Catrien. Zij was de vrouw van zijn buurman, architect Henk Wegerif, die een affaire begon met Teunissens eerste vrouw, de moeder van zijn kinderen. Teunissen trouwde van de weersomstuit met Catrien, die ook moeder was van twee kinderen. Een klassieke vorm van partnerruil die grote gevolgen zou hebben voor het lot van Teunissen na de oorlog. Want tijdens de oorlog schreven zijn twee kinderen en twee stiefkinderen elkaar brieven die zeer compromitterend voor hem zouden blijken.
De set van Willem van Oranje, 1933
Hij ontpopte zich tot een sluwe intrigant die goed zijn weg wist te vinden te midden van de elkaar bestrijdende nazikopstukken van het bezettingsregime. In augustus 1940 trad Teunissen toe tot de NSB en hij liet geen twijfel bestaan over zijn intenties en ambities: hij overhandigde de bezettingsautoriteiten een lijst van Joodse filmmakers. Dit, en zijn sluwe intrigeer, deden hem opklimmen tot de hoogste positie in het propaganda-apparaat van de NSB: hij werd ‘leider’ van het ‘filmgilde’. Opmerkelijk genoeg zou van zijn eigen ambities – grote films maken – niets meer terechtkomen. Wel faciliteerde Teunissen tijdens de oorlog jonge talenten, zoals cameramannen Jan Koelinga en Reinier Meijer en regisseur Bob Kommer. Laatstgenoemde tekende voor de regie van de film De jeugdstorm zingt, een uitgesproken propagandafilm, al hield Kommer – die na de oorlog een succesvol filmbedrijf oprichtte dat nog altijd bestaat – zich tegenover filmhistoricus Egbert Barten van de domme: het zou een onschuldige film zijn.
Reclame
Onschuldig was de film allerminst, maar het kon nog erger. Onder toezicht van ‘filmtsaar’ Teunissen zagen twee weerzinwekkende antisemitische films het licht: de tekenfilm Van den Vos Reynaerde, waarin ‘de Jood’ werd voorgesteld als de snode neushoorn Jodocus, en de ‘documentaire’ De eeuwige Jood. In deze film van de Duitse regisseur Fritz Hippler waren onder meer fragmenten verwerkt uit Teunissens film Vrijdagavond. Teunissen, inmiddels openlijk antisemiet, had de beelden vrijwillig afgestaan aan Hippler.
Terwijl andere filmmakers aan berechting ontkwamen, ontsprong Teunissen de dans niet. Toch wist hij zelfs zijn berechting naar eigen zeggen nog enigszins te regisseren: hij stelde zich ‘nederig’ op en werd veroordeeld tot slechts drieënhalf jaar cel. Ook mocht hij tien jaar lang geen films meer maken. Nadien kon hij film toch niet loslaten. Hij werd dikwijls ingeschakeld bij de montage van reclamefilms, die hij ook zelf maakte, zij het anoniem. Spijt over zijn opstelling tijdens de oorlog betuigde Teunissen nooit: hij ‘wilde gewoon een goed leven leiden en films maken’, vertelde hij filmhistoricus Rolf Schuursma in de jaren zestig tijdens interviews over zijn leven. Het is de propagandist ten voeten uit: een opportunist die ten koste van alles en iedereen carrière wilde maken.
De Propagandist
donderdag 13 november
npo 2 22.20-0.05
veel gelezen
-
- So This is Christmas: hartverscheurend mooi en bitterzoet kerstverhaal
- Huiveringwekkende docu Orwell: 2 + 2 = 5 legt verbanden tussen fictie en realiteit bloot
- De veertig beste documentaires op Netflix
- Liesjes hok was leeg: van boerenzoon naar vegan influencer
- One to One — John & Yoko: fraai inkijkje achter de coulissen van hun podiumactivisme