Hij ontwierp het metrostation Waterlooplein in Amsterdam, maar ook kasten, meubels, lampen en tapijten: Aldo van den Nieuwelaar (1944-2010). In zijn eigen woorden, een ‘millimeterneuker’. Voor vele anderen, De Man van De Kast, die van geometrisch minimalisme zijn handelsmerk maakte. Tik op Marktplaats zijn naam in en je vindt nog enkele exemplaren van het iconische meubelstuk dat hem wereldberoemd maakte: de A’dammer, een smalle kast, bestaande uit 71 onderdelen en met geribbeld rolluik, halverwege de jaren ‘70 gemaakt voor de Utrechtse meubelfabrikant Pastoe. Al gauw dook het opbergmeubel – de serie kasten kreeg zeventig varianten – op in menig Nederlandse woonkamer.
Dat Van den Nieuwelaars relatie met Pastoedirecteur Harm Scheltens uitliep op een jarenlange juridische strijd, is minder bekend. Het tweetal vocht over geld, erkenning en zeggenschap, nadat het bedrijf de kast ook ribbelloos op de markt bracht. Het vuur werd extra aangewakkerd door Van den Nieuwelaars perfectionistische kunstenaarskarakter, dat botste met de commerciële belangen van ondernemer Scheltens.
In de documentaire De A’dammer – De man achter de kast, is er aandacht voor compromisloze kunstenaar die Van den Nieuwelaar was, maar ook voor de tragische wendingen die zijn leven nam. Opgegroeid in het katholieke Haaren, voelt Van den Nieuwelaar zich al jong een buitenstaander. Veel ruimte voor zijn revolutionaire ideeën over vormgeving is er niet, ook niet in de traditionele meubelzaak van zijn ouders. Als hij op jonge leeftijd uitkomt voor zijn homoseksualiteit en een relatie krijgt met een jongen, zet zijn moeder hem op straat.
Het voorval voert de flamboyante ontwerper naar Amsterdam, waar hij aansluiting vindt bij een groep recalcitrante geestverwanten. Het leven in de hoofdstad doet Van den Nieuwelaar opbloeien. Geïnspireerd door Rietveld, De Stijl, het Bauhaus uit de jaren twintig en de minimal art uit de jaren zestig, ontwikkelt hij nog voor zijn grote doorbraak de TC-6-cirkellamp: een ronde tl-buis op een vierkant blokje. Het ontwerp gaat ondanks minimaal verkoopsucces de boeken in als een klassieker. Toch zal Van den Nieuwelaar voor altijd de man van de kast blijven, het meubel waarmee hij een architectonische ode bracht aan de stad die hem de vrijheid bood om te zijn wie hij was.