Cultklassieker Beat the Devil van John Huston is een verborgen parel op Netflix voor liefhebbers van onorthodoxe, campy films.

‘De geboorteplaats van camp’. Zo omschreef de Amerikaanse filmcriticus Dave Kehr Beat the Devil, een heerlijke offbeat satire over een groepje criminele zakenlui die per boot naar Afrika reizen in een poging daar fortuin te maken in uraniumhandel. De zwart-witkomedie was geen succes toen die uitkwam in 1954, daarvoor was de film te experimenteel van aard voor het grote publiek. Maar door de jaren heen kreeg Beat the Devil een cultstatus en groeide de schare fans die de film prees om zijn geïmproviseerde karakter en onorthodoxe vertelstijl.

De film oogt nogal rommelig maar dat was precies de bedoeling. Regisseur John Huston - die hier voor de zesde en ook laatste keer samenwerkte met de iconische Hollywoodacteur Humphrey Bogart - creëerde op de set veel ruimte voor improvisatie. Zo gooide hij de originele versie van het filmscript weg toen de draaiperiode net was begonnen, en besloot hij last-minute de toen nog opkomende schrijver Truman Capote in te laten vliegen om ter plekke nieuwe scènes te schrijven.

Robert Morley en Humphrey Bogart in Beat the Devil

Het resultaat is niet voor iedereen: de film mag dan uniek zijn en onconventioneel, vol eigenzinnige personages en droogkomische oneliners, de plot is vaak moeilijk te volgen en nogal ingewikkeld. Volgens de vermaarde essayist Susan Sontag lag de geïmproviseerde aard van de film er te dik bovenop en stond die alleen maar het kijkplezier in de weg. En zelfs hoofdrolspeler Bogart had geen goed woord over voor de film. De acteur had zijn eigen geld zitten in het project en had verwacht dat de film een serieuze aanklacht zou worden tegen de hebzucht van imperialisten. In plaats daarvan werd Beat the Devil een absurde zwarte komedie.

Toch moet Bogart ook veel lol hebben gehad bij het maken van de film. Wilde verhalen deden de ronde over nachtelijke feesten op de set, waarbij de cast en crew pokertoernooien met hoge inzet organiseerden en aan wedstrijden armworstelen deden. Op een van die wilde nachten verloor Bogart een deel van zijn gebit door een auto-ongeluk. En regisseur Huston viel na een nachtelijke dwaaltocht van een ruim tien meter hoge klif, hij bleef gek genoeg ongedeerd.

In Beat the Devil is dat chaotische en lollige maakproces voelbaar: veel meer dan om een rechtlijnig verhaal draait de film om de wilde capriolen van een stel excentriekelingen. De sterrencast, met naast Bogart ook Gina Lollobrigida en Peter Lorre, heeft zichtbaar plezier met de personages en de vindingrijkheid van Capote’s script. Alleen al daarom is Beat the Devil het kijken waard.

Beat the Devil

Beat the Devil is te streamen op Netflix