In-Soo Radstake: ‘Eigenlijk heel weinig. Mijn partner is Indisch, waardoor ik wel wat meer met deze materie in aanraking kwam, maar mijn kennis was op basisniveau. Producent Nadadja Kemper, met wie ik het kantoor deelde, had voor een oral-history-videoproject met negen oorlogsveteranen en een dienstweigeraar gesproken. Die interviews ben ik allemaal gaan bekijken. Daar zaten oorlogsvrijwilligers, dienstplichtigen en beroepsmilitairen tussen. Al deze mannen en vrouwen hadden geen idee dat ze in een onafhankelijkheidsoorlog terechtkwamen. Zij dachten echt: het is een humanitaire missie, we gaan ze bevrijden van de Japanners.’
Indië verloren – Selling a Colonial War van In-Soo Radstake (Seoel, 1979) is een zeer onderhoudende documentaire over de beeldvorming rond een koloniale oorlog die onder de noemer ‘politionele acties’ in de geschiedenisboeken en de geheugens belandde. ‘Hoe controleer je als overheid de beeldvorming?’
‘Je hebt zo’n beeld van een leger soldaten, dat iedereen aan de frontlinie staat te vechten. Dat is slechts een kwart van het militaire apparaat, de rest is bezig met logistiek, koken en noem het allemaal maar op. Enkele vrouwen die werden geïnterviewd zaten bij de Marine Voorlichtingsdienst. Zij zeiden: wij hebben eigenlijk een hele leuke tijd gehad. Ja oké, oorlog, maar daar kregen we weinig van mee. Je hoorde soms wel wat, maar wij gingen elke avond uit dansen. Heel frappant, net als de terminologie die gebezigd werd: orde en rust brengen, politionele actie. Vandaag de dag worden die termen nog steeds gebruikt. Hoe stuur je al die jongens en meiden met datzelfde idee op pad? Hoe controleer je als overheid die beeldvorming? En waarom zitten we tachtig jaar later nog steeds gevangen in die termen?’
‘Ik wilde mensen van vlees en bloed bij wie je de passie ziet, zodat je snapt waarom ze soms al veertig jaar met dit onderwerp bezig zijn’
In-Soo Radstake
‘Er is ontzettend veel over gemaakt en gepubliceerd. Ik heb vooral gezocht naar materiaal over voorlichting en militaire propaganda en kwam al snel bij het proefschrift De gecensureerde oorlog van Louis Zweers. Hij zit ook in de film. Als je dat leest komen de eerste en de tweede politionele actie in een heel ander daglicht te staan. Niet alleen tijdens die periodes was er conflict, het was gewoon doorlopend oorlog tussen Nederland en Indonesië. Het heeft best wel een tijdje geduurd voordat dat kwartje bij mij viel. Eigenlijk kon ik me ook niet goed voorstellen dat er in het buitenland veel interesse voor dat kleine Nederland zou zijn, maar wereldwijd bleek er door historici over deze koloniale oorlog geschreven te zijn. De hele wereld had zich ermee bemoeid. Dat ben ik allemaal gaan lezen en ik heb contact gelegd met degenen die zich met beeldvorming en propaganda hadden beziggehouden. Omdat ik geen voice-over wilde moesten ze samen het verhaal vertellen, dus ze zijn zeer uitgebreid geïnterviewd zodat er bruggetjes gemaakt konden worden.’
‘Tijdens corona had ik vanuit huis toegang tot het hele archief van Beeld & Geluid en ben ik heel veel programma’s uit die tijd gaan kijken. Van Polygoonjournaals en andere nieuwsuitzendingen tot documentaires. Omdat ik ondertussen al die onderzoeken had gelezen over beeldvorming en propaganda zag ik heel andere dingen. Je gaat anders naar dat archiefmateriaal kijken en dat wilde ik ook bij de kijkers van mijn film bewerkstelligen. Dat die gaandeweg, of eigenlijk gelijk al, ook op dat denk- en kijkspoor terechtkomen, zodat ze anders gaan kijken naar hetgeen hun wordt voorgeschoteld.’
‘Ik wilde kijken wat er in die periode is gebeurd, zonder direct met een waardeoordeel of met de schuldvraag bezig te zijn’
‘Ja. Voor mij is het nooit een film over een geschiedenis of een geschiedenisfilm geweest. Toen ik hier mee bezig was, in 2017 al, dacht ik: dit gaat niet over het verleden. Trump was destijds in het nieuws en je hoorde constant: fake news, fake media. Terwijl ik dat proefschrift van Zweers las, dacht ik: dit is nú. Dit gaat ook gewoon over fake news, maar dan toen. Je kunt gewoon een actuele film maken en deze oorlog is dan eigenlijk een casestudy.’
‘Hij maakt een vergelijking met Poetin, die de inval in Oekraïne een “speciale militaire operatie” noemde, geen oorlog. Dat is precies hetzelfde. Daarom begint de film met een bekend citaat van dichter Aischylos: “In oorlog sneuvelt de waarheid het eerst.” Geschiedenisdocumentaires zijn een genre op zich. De meeste Nederlandse beginnen met een titelkaart, waarna een paar zinnen volgen, zoals: “Na de Tweede Wereldoorlog raakte Nederland verstrikt in een volgend conflict met zijn kolonie Nederlands-Indië.” En dan begint die documentaire echt. De vraag is of je zonder voorkennis volledig begrijpt wat daarin verteld en vertoond wordt. Ik denk het niet. De gelaagdheid of de reden waarom dingen spannend of belangrijk zijn ontgaat je grotendeels. Daarom moest er dus context geboden worden bij de filmbeelden en dat is vaak een beetje saai want je moet gaan uitleggen. Meestal doet een expert dat, maar voor mij voelt dat als een pratende pop. Ik wilde mensen van vlees en bloed bij wie je de passie ziet, zodat je snapt waarom ze soms al veertig jaar met dit onderwerp bezig zijn.’
Generaal W.H. Simons in gesprek met een Nederlandse soldaat in Yogyakarta, 1949. De foto’s werden bewust beschadigd om publicatie te voorkomen
‘… ook een dunne lijn. Ik ben een beetje gaan spelen met de montage en dingetjes gaan doen die mij in elk geval aan het lachen maken. Natuurlijk mag dat geen trucje worden en bovendien moet het ook altijd iets vertellen of toevoegen. Neem bijvoorbeeld Paul Doolan, die Ierse historicus. Zijn antwoorden spoel ik versneld door, maar die soundbites bij elkaar vertellen op zich wel weer het verhaal. Alleen daardoor kon ik aan het einde ook een grap maken: het moet korter.’
‘Het leek mij wel aardig om in een film die gaat over framing en beeldvorming ook iets te laten zien van het toneelstukje dat wij tijdens het maakproces toch ook aan het opvoeren zijn.’
‘Het is inderdaad nogal complex, terwijl we gewend zijn onderwerpen klein te maken. Ze te reduceren tot het verhaal van die ene persoon tegen het systeem. Of iemands persoonlijke ervaring gebruiken om een groter verhaal te vertellen. Juist daarin was ik niet zo geïnteresseerd. Ik wilde laten zien hoe het werkt. Het systeem blootleggen en zo de ontwikkeling in die tachtig jaar inzichtelijk maken, daarvoor zijn historici natuurlijk uitermate geschikt. Het gros van wat er werd en wordt gemaakt over dit thema betreft persoonlijke, emotionele verhalen van slachtoffers. Van veteranen met trauma’s. Of van indo's die in een kamp hebben gezeten. Of van Molukkers. Heel goed en belangrijk dat het gemaakt blijft worden, maar ik wilde de emotie uit het verhaal halen. Gewoon kijken wat er in die periode is gebeurd, zonder direct met een waardeoordeel of met de schuldvraag bezig te zijn. Omdat het discours, ook binnen de academische wereld en de politiek, zo emotioneel is ligt iedereen met elkaar overhoop. Een loopgravenoorlog waarbij iedereen vastzit in zijn eigen positie. En wat al die Indische en Molukse mensen, maar ook de veteranen, met elkaar gemeen hebben is dat de overheid nooit erkend heeft wat ze allemaal hebben meegemaakt. Dat is wat ze bindt en tegelijkertijd vecht men elkaar de tent uit. Daarom hebben we dit project ook heel lang onder de radar gehouden. Ik had geen zin in discussies over de film voordat die uit zou zijn, zoals bij De Oost van Jim Taihuttu, maar ik wilde met iedereen in gesprek als de film af zou zijn, om elk frame in de film uit te leggen.’
Generaal Simon Hendrik Spoor salueert op een Indonesische begraafplaats, 1947
‘Ik ben bij best veel voorstellingen geweest om na afloop vragen te beantwoorden, maar heel vaak waren die zogeheten Q&A’s eigenlijk geen Q&A. Bezoekers deelden er het verhaal over hun vader, oom of opa. Dat was heel inspirerend.’
‘Met een vervolg op mijn eerste film, Made in Korea, en met een film die Look like Jackie heet. Dat wordt eigenlijk een comedydocumentaire over Aziatische stereotypen.’
‘Jackie Chan. Ik hoor al 25 jaar van allerlei mensen dat ik op hem lijk. Niet alleen in Nederland, op de gekste plekken in de wereld zeggen ze: “You look like Jackie.” Het is meer dan een gimmick en als ik mijn kinderen een foto van Chan laat zien en vraag wie dat is roepen ze: “Papa!” Nu heb ik ongeveer ook de leeftijd waarop hij echt wereldberoemd was en in Rush Hour speelde. Ik wilde al langer iets doen met het onderwerp racisme en stereotypering, alleen wist ik niet hoe. Dat veranderde tijdens de opnames die we in Australië en Indonesië maakten voor Indië verloren. Toen we daar op straat aan het draaien waren kwamen er ook mensen op mij af die over Jackie begonnen. Mijn cameraman heeft een paar van die situaties gefilmd en opeens had ik materiaal. Inmiddels heb ik heel veel fragmenten verzameld van comedians die grappen maken over etniciteit, ras en stereotypes. Look like Jackie moet gaan over de rol van humor in het debat over stereotypen. Het moet een grappige, serieuze en energieke film worden, al loop ik wel risico dat ik hierna nooit meer van dat Jackie Chanstempel afkom.’
Indië verloren – Selling a Colonial War
vrijdag 1 en 8 augustus
NPO 2 20.30-21.30
veel gelezen
-
- As the Tide Comes in: documentaire over Deens waddeneiland met maar 27 inwoners
- Choreograaf Sadeck Berrabah heeft een enorme gunfactor
- Docuserie 'Iemand moet het doen' viert de Nederlandse hiphopcultuur
- Ontroerende docu onderzoekt hoe sopraan Nora Fischer haar stem verloor en zichzelf terugvond
- De veertig beste documentaires op Netflix