In De buurtrechter laat Anneloor van Heemstra zien hoe in een buurthuis in Amsterdam-Zuidoost op een menselijke manier recht wordt gesproken door onder anderen mr. Maria Leijten. De VPRO Gids nam een kijkje bij een bijzondere zitting van Leijten, boegbeeld en projectleider van deze buurtrechtbank. ‘Je moet aansluiten bij wat er in de wijk leeft.’

‘Ik ben liever hier dan op de Parnassusweg. Daar zit je bijna de hele dag in de kelder,’ zegt een man in BB&V-uniform, ‘dit is veel beter.’ BB&V staat voor beveiliging, bewaking en vervoer maar we mogen parketpolitie zeggen. Met de Parnassusweg verwijst hij naar de grote moderne rechtbank in Amsterdam-Zuid met 69 ondergrondse cellen. Dat fraaie gebouw lijkt in niets op de plek waar hij en zijn collega vandaag toezicht houden, de buurtrechtbank Venserpolder in Zuidoost.

Het fenomeen buurtrechtbank komt uit Amerika en bestaat in Nederland sinds 2019. De Eindhovense wijk Woensel had in Nederland de primeur en een jaar later volgde Rotterdam-Zuid. Nog dit jaar krijgt Amsterdam een tweede buurtrechtbank in Nieuw-West.

Die zijn allemaal geïnspireerd op het Red Hook Community Justice Center in Brooklyn (New York). Dat bestaat al bijna 25 jaar en een groot aantal delegaties uit de Nederlandse rechtspraak hebben daar de afgelopen jaren hun licht opgestoken. Ook de burgemeesters van verschillende grote steden, onder wie Femke Halsema, bezochten de Amerikaanse wijkrechtbank en raakten onder de indruk van de werkwijze in een buurt die ooit tot de crimineelste van het land behoorde.

Boeven werden er wel opgepakt en ook veroordeeld maar de misdaadcijfers daalden niet, want een celstraf of een boete, de enige twee smaken waarover de rechter beschikte, veranderden niets aan de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde. Als zo’n straf al effect had, werkte het averechts.

Daar had niemand wat aan en het vertrouwen onder de buurtbewoners in het rechtssysteem bereikte, net als het veiligheidsgevoel, een dieptepunt. Dat moest anders. De rechter vestigde zich in de wijk, werd een bekend gezicht en langzaam maar zeker keerde het tij. Niet alleen door handen te schudden en voor selfies te poseren, maar door de verdachte en niet de straf centraal te stellen. Dat betekent in veel gevallen hulpverleningsprogramma’s en als er toch een taakstraf bij komt, zijn dat werkzaamheden waar de buurt iets aan heeft. Rechtspreken in en voor de wijk, om het rechtsgevoel te herstellen en de kloof tussen systeem en burger te verkleinen. In Nederlands beleidsjargon wordt dat: toegankelijke, mensgerichte en innovatieve rechtspraak.

Stoned

Hoe groot die afstand kan zijn was onlangs duidelijk te zien in Anneloor van Heemstra’s documentaire Vergeven of vergelden, over twee sociaal advocaten. Daarin stond een verdachte weliswaar voor de zoveelste keer voor de rechter, maar hij begreep eigenlijk weinig van wat daar gebeurde. De taal die de rechter bijvoorbeeld bezigde – waaronder ‘je ei kwijt kunnen’ of ‘nog een staartje krijgen’ – was abracadabra voor hem. ‘Ja man,’ was het enige dat hij de veel oudere rechter antwoordde en die was daar, zacht uitgedrukt, niet van gediend. Kijkers waren getuige van een totaal zinloze zitting. Verspilde tijd, weggegooid geld. De verdachte begreep de rechter niet en de rechter hem niet. Bovendien verscheen de verdachte stoned op de zitting waardoor het haast absurdistisch theater werd. Een beter pleidooi voor een andere aanpak is er niet.

Venserpolder kreeg in 2021 van alle wijken in Amsterdam het slechtste cijfer voor overlast door criminaliteit, maar daar is deze zonnige maandagmiddag in mei niets van te merken.

‘Ik heb de buurtrechtbank niet bedacht, maar afgekeken in New York. Wij moesten het opnieuw uitvinden voor Nederland’

Mr. Maria Leijten

De buurtrechtbank zit onopvallend in een laagdrempelig buurthuis waar de sfeer aangenaam en informeel is en buurtbewoners de gemeenschappelijke moestuinen onderhouden.

In een ruime nette kamer met detectiepoort wordt elke maandagmiddag recht gesproken. De ene week betreft het lichte strafzaken, de andere week gaat het om incassozaken, waarbij met eindeloos geduld wordt geprobeerd wanbetalers te behoeden voor financieel afglijden of verdrinken. Die schuldzaken worden aangedragen door de ziektekostenverzekeraar en de zittingen lijken op overleg over schuldhulpverlening. De rechter draagt geen toga en de vertegenwoordiger van de ziektekostenverzekeraar zit, bijna knus, naast de gedaagde. Het belangrijkste doel is een realistische afbetalingsregeling overeen te komen. Een poldermodel, waar alle partijen baat bij hebben.

Burenruzie

Vandaag staan er geen incassozaken maar strafzaken op de rol en mr. Maria Leijten, in toga, is de rechter van dienst. Naast een griffier en een officier van justitie zijn ook de reclassering en het buurtteam vertegenwoordigd. Hoewel de zitting openbaar is, is er geen publiek of pers. De ervaren rechter Leijten stond als projectleider aan de wieg van deze buurtrechtbank. Zij heeft de piketpaaltjes geslagen voor een vestiging in Nieuw-West en speelt een belangrijk rol in de documentaire De buurtrechter, het tweede deel van Van Heemstra’s tweeluik over recht. Voor Leijten wordt het een bijzondere dag.

De eerste zaak draait om een uit de hand gelopen burenconflict van meer dan twee jaar geleden. Die is al eerder behandeld, maar het mediationtraject dat destijds werd voorgesteld is niet van de grond gekomen. De moeder van de verdachte wilde daar niet aan meewerken omdat ze ging verhuizen. Met haar zoon, diens advocaat en een tolk betreedt ze nu de rechtszaal.

Vanwege een acute ziekenhuisopname moet de aangever, het slachtoffer, verstek laten gaan en daarom doet een medewerkster van Slachtofferhulp het woord voor haar. ‘Goedemiddag,’ zegt Leijten tegen de verdachte. Die werpt daarop een blik naar zijn tolk. Leijten is verbaasd over zijn wel zeer geringe Nederlandse taalvaardigheid. Niet zozeer omdat de verdachte al ruim tien jaar in Nederland woont, maar wel vanwege het gegeven dat hij een studieschuld heeft. De tolk legt uit dat de verdachte aan de Hogeschool Utrecht een studie Engels volgde waar geen Nederlands aan te pas komt. Dat lijkt een bijzaak, maar taal doet er in dit geval nogal toe, want er zijn beschuldigingen van verbaal geweld. Verdachte was bij zijn moeder op bezoek, bovenbuurvrouw maakte lawaai, er werd geklaagd en toen escaleerde het snel: duwen, slaan, schelden en vermoedelijk schoppen. Kortom, een ordinaire burenruzie – ongetwijfeld met een lange voorgeschiedenis, alleen is de arrestant geen buur, maar een uitwonende zoon van.

‘Eigen gebruik’

Over de mishandeling is weinig twijfel, want er is een letselverklaring van de huisarts. Van al het ten laste gelegde verbale geweld wordt alleen ‘kankerhoer’ bewezen geacht. ‘Een zeer lelijk scheldwoord dat helaas steeds vaker gebruikt wordt,’ aldus Leijten. De verdachte blijft erbij dat hij niet degene was die aanviel, maar dat hij zich slechts verdedigde en enkel scheldwoorden heeft herhaald. Dat kan ook moeilijk anders als je geen Nederlands spreekt. Na ruim een uur wordt de zaak afgerond met een voorwaardelijke werkstraf en de plicht om immateriële schade te vergoeden. Meerder malen vraagt Leijten of de verdachte alles begrepen heeft en ze spreekt de hoop uit dat hij zijn studie Engels zal hervatten. Nog steeds enigszins verongelijkt verlaat de verdachte de zaal.

Heling van een e-bike is het overzichtelijke vergrijp waarvan de volgende verdachte wordt beschuldigd. Die is niet komen opdagen en daar lijkt niemand van op te kijken. Er is enige onduidelijkheid over zijn adres en bovendien is begin dit jaar een taakstraf van dertig uur retour gestuurd. Daar lijkt een verband tussen te bestaan. De e-bike levert hem drie weken voorwaardelijk op en Leijten spreekt de wens uit dat dit vonnis hem wel bereikt.

‘Je kunt hier niet op dezelfde manier te werk gaan als in andere steden. Het gaat erom dat je aansluit bij wat er in de wijk leeft’

De 62-jarige laatste verdachte op deze middag woont om de hoek en dat is niet de enige reden dat hij zich redelijk thuis lijkt te voelen, want zijn justitiële cv beslaat 24 pagina’s. Daar prijken geen geweldsdelicten op, maar veel grote en kleine akkefietjes met drugs. Nu staat hij hier vanwege het bezit van ruim twee gram harddrugs, verdeeld over tien ‘wit’ en twee ‘bruin’. Een hoeveelheid die nogal schril afsteekt bij de ladingen die soms in havens in beslag worden genomen, maar soit, het is verboden. Volgens de politie is hij een dealer, zelf heeft hij het over ‘alleen voor eigen gebruik’.

Gebiedsverbod

De wijze waarop hij deze keer tegen de lamp liep zegt ook iets over de complexe juridische regelgeving. Hij werd op zijn fatbike staande gehouden omdat hij een eerder opgelegd gebiedsverbod had overtreden. Zelf meende hij over een zogeheten corridor te beschikken waarmee hij over dispensatie beschikte om op bepaalde tijden het verboden gebied te mogen betreden voor een bezoek aan bijvoorbeeld dokter of apotheek. Om onduidelijke redenen klopte de administratie rond die corridor niet en bovendien was het niet helder of er werkelijk sprake was van een medisch bezoek. ‘Waarom bent u niet gewoon omgefietst?’ vraagt Leijten. ‘Ik was heel moe en de gashendel haperde,’ luidt het antwoord.

De officier van justitie wordt hier een beetje moe van. ‘Het moet stoppen, u bent veel te oud voor dit gedoe.’ Daar is de rechter het mee eens, maar zij weet ook dat dit niet vanzelf gaat. Na enig empathisch doorvragen blijkt dat de verdachte maandelijks veel geld kwijt is aan medicijnen voor zijn vierjarige zoontje dat bij diens moeder woont. Daar kan het buurtteam wellicht hulp bij bieden en de reclassering gaat de verdachte aanmelden voor een CoVa-cursus om zijn cognitieve vaardigheden op te krikken. Wanneer Leijten haar vonnis velt wordt meteen duidelijk dat verdachte en rechter elkaar niet meer zullen zien.

‘Dan kom ik nu bij mijn laatste uitspraak als rechter. Honderd uur taakstraf, waarvan vijftig uur voorwaardelijk plus een meldplicht bij de reclassering en een CoVa-training. Ik wens u een heel rustig leven toe. Net als ik,’ voegt ze er glimlachend aan toe.

‘Het is toegankelijk, maar op een bepaalde manier ook afstandelijk. Van die spagaat moet je je bewust blijven’

Meerwaarde

Na duizenden vonnissen gaat de 69-jarige rechter met pensioen. Hoewel haar collega’s direct na de zitting een afscheidsborrel en etentje hebben georganiseerd, maakt mr. Maria Leijten even tijd voor de VPRO Gids. Een lift van een collega slaat ze daarom af. ‘Ik weet waar het is, ik heb een fiets bij me.’

Als we vragen of ze als bedenker van de buurtrechtbank tevreden is, worden we gecorrigeerd. ‘Ik heb het niet bedacht, maar afgekeken in New York. In de Verenigde Staten zijn veel community courts, maar wij moesten het uitvinden voor Nederland. Er was in Nederland al voorwerk verricht, maar je kunt hier niet op dezelfde manier te werk gaan als in andere steden. Het gaat erom dat je aansluit bij wat er in de wijk leeft.’ Dat moest Leijten ook leren. ‘Toen wij hier begonnen kende ik de buurt helemaal niet en andersom evenmin. Nu zijn er heel veel mensen die meewerken en iedereen ziet de meerwaarde van de buurtrechtbank. Dus ik ben hartstikke tevreden, al moet het nog wel verder geprofessionaliseerd en geborgd worden.’

In Red Hook was er één buurtrechter, in Venserpolder zijn er vijf die elkaar afwisselen. Het New Yorkse model is beter voor de herkenbaarheid maar kent ook nadelen.

‘Dan moet je iemand hebben die alle zaken doet en dat is ontzettend kwetsbaar. Want als die persoon ziek wordt heb je echt een probleem. Wij hebben een projectleider die ook boegbeeld is, dat was ik dan hier. Die zorgt ervoor dat er een gezicht verbonden is aan de buurtrechter, maar er zijn nog vier andere rechters. Zij gaan ook wel de wijk in en eigenlijk zijn ze inmiddels allemaal wel bekend.’

Vonnis

Al waren vandaag de bijdragen van de medewerkers van de reclassering en het buurtteam betrekkelijk klein, volgens Leijten was het een gewone zittingsdag. ‘In de eerste zaak was geprobeerd om bemiddeling in te zetten en dat is mislukt. Daarom was het nu weer op zitting, maar dan is er niet meer zoveel te bespreken met het buurteam.’

Dat het laagdrempelige en informele karakter van de buurtrechtbank kan botsen met de formele regels van de rechtspraak, erkent Leijten. ‘Je gaat in de buurt bij elkaar zitten, toegankelijk en benaderbaar. Aan de andere kant blijft dat op een bepaalde manier afstandelijk, want het is rechtspraak met alle regels die daar gelden. Van die spagaat moet je je wel bewust blijven. In die setting moet je je rol vasthouden en dat lukt heel aardig, vind ik.’

Terwijl ze van alle kanten al bedankjes en afscheidsgroeten krijgt kunnen we nog net even vragen welk vonnis uit haar tientallen jaren tellende loopbaan haar het meest is bijgebleven. ‘Ik heb een keer een 24-jarige man een gevangenisstraf van 24 jaar opgelegd. Niet alleen natuurlijk, want dat doe je met een meervoudige kamer. Dat was wel heftig, want ik presenteerde het vonnis en keek die jongeman dus aan. Op dat moment had ik zelf een zoon van 24, dus dat voelde ik wel.’ Dan is het mooi geweest en de allerhoogste tijd voor Leijten om naar haar wachtende collega’s te gaan. Met enige spijt dat we haar net voor de feestelijkheden aan het 24-jaarvonnis hebben herinnerd zie we haar opstappen en de wijk in fietsen. Ze kent duidelijk de weg.

De buurtrechter

Maandag 14 juli

npo 2 20.25-21.30

de nieuwste documentairetips in je mailbox?