We zien in de documentaire de rechtszaken, maar ook veel gesprekken die de twee advocaten met hun cliënten voeren in aanloop naar een zitting. Ook in relatief kleine zaken nemen ze uitgebreid de tijd om zich helemaal te verdiepen in de achtergrond van hun cliënt. Zo spreekt Monster een hele ochtend met een jongen die in een dronken bui een steen gooide en daarbij een onschuldige omstander aan het hoofd raakte. Ze hoort aan hoe hij op vijftienjarige leeftijd vluchtte uit Eritrea, en hoe men in die cultuur omgaat met conflicten. Met een slachtoffer van een verkrachting probeert ze te bespreken hoe ze verder kan met haar leven na zo’n traumatische gebeurtenis. ‘Ik geloof er niet in dat het ruïneren van het leven van de verdachte iets van herstel oplevert bij het slachtoffer,’ zegt ze tegen een groep rechtenstudenten. ‘Ik geloof in gerechtigheid door middel van herstel, in plaats van door vergelding.’
Financieel is al die betrokkenheid niet zo’n handige zet; het kantoor zetelt in een sjofel pand in Amsterdam-Noord en we zien de kantoorgenoten bezorgd naar de bankrekening kijken. Maar geld is duidelijk niet hun motivatie. Op een subtiele manier komen we erachter dat de bevlogen advocaten allebei een spiritueel tintje hebben. Op het bureau ligt een exemplaar van de I Tjing, een boek vol wijsheden uit het oude China, en Monster zet om te ontspannen een meditatiepodcast op.
Regisseur Anneloor van Heemstra volgde de partners twee jaar en daarin maken ze zelf ook een ontwikkeling door. Ze storten duidelijk hun hart en ziel in hun werk, maar langzaamaan wordt duidelijk wat dit ze allemaal kost. Een van hen ligt in scheiding, de financiële problemen nemen steeds zorgwekkendere vormen aan en ook in de sterke band tussen de twee advocaten ontstaan kleine scheurtjes. Dat leidt tot een verrassend slot aan deze film over idealisme in een soms hardvochtige rechtsstaat.