De achtdelige documentaireserie Fortuyn: On-Hollands gaat over de opkomst van politicus Pim Fortuyn in een veranderend Nederland. De VPRO Gids sprak met journalist Leonard Ornstein, die volgend jaar hoopt te promoveren op zijn biografie over Fortuyn. ‘Hij móést gezien worden.’

In de achtdelige documentairereeks Pim Fortuyn: On-Hollands van mint film office reconstrueert regisseur Menna Laura Meijer de snelle opkomst van de flamboyante politicus Pim Fortuyn, die op 6 mei 2002 werd doodgeschoten. Ook wordt er nieuw licht geworpen op het roerige begin van deze eeuw, toen de grootste naoorlogse politieke aardverschuiving plaatsvond.

Dit gebeurt aan de hand van archiefmateriaal zoals het ‘minderwaardig-mens’-debat tussen Marcel van Dam en Fortuyn in televisieprogramma Het Lagerhuis, de taartaanslag in Nieuwspoort en de ‘homevideo’ waarin Fortuyn minutenlang fulmineerde over moslims, om af te sluiten met ‘c’est ça!’. Minder bekend zijn de beelden van bewoners van oude wijken die hun vertrouwde buurten zien veranderen door de komst van migranten.

Naast archiefmateriaal bevat de indrukwekkende serie ook recente interviews over de periode-Fortuyn. Veel van deze gesprekken bieden nieuwe inzichten, want onder hen bevinden zich veel mensen met een migrantenachtergrond. Hun persoonlijke verhalen over de politiek-maatschappelijke situatie rond 2002 krijgen voor het eerst ook veel aandacht en hieruit komt een ander beeld naar voren dan wat politici en Fortuynisten schetsten. Want zeggen wat je denkt, een van de credo’s van Fortuyn, is niet altijd de beste manier om de boel bij elkaar te houden.

Waar was jij toen je hoorde dat Pim Fortuyn was vermoord?

Leonard Ornstein: ‘Op de intensive care van het Emma Kinderziekenhuis, bij mijn zoontje van anderhalf. Er was iets met zijn hartje en dagenlang vochten artsen voor zijn leven. Vier artsen stonden rond zijn bed en ik daar drie meter vandaan. Opeens riep iemand Fortuyn is neergeschoten. Ik was een politieke junkie en had hem kort daarvoor ook nog gezien. Een van die artsen zei direct: “Jij blijft hier. Laat je werk maar even zitten. Je gaat niet weg.” Natuurlijk was ik niet weggegaan. Ik weet nog precies hoe we daar stonden. Iedereen was in shock en toen ik even naar een andere ruimte ging zag ik daar alle verpleegkundigen voor de televisie zitten. Wat er precies met Fortuyn gebeurd was, ging eigenlijk langs me heen. M’n zoon lag daar. Steeds ging de noodkreet “going down, going down” uit luchtvaart door mijn hoofd en daarbij ook: hoe krijg ik hem weer de lucht in? Het was kantje boord maar hij heeft het gered en is helemaal genezen. 6 mei 2002. Een ongelooflijke dag. Nu zie ik opeens ook al die beelden weer voor me. Dat ik bij dat bed sta… Die dokters… En dat iedereen heel erg van slag was.’

Je was met iets heel anders bezig dan de rest van Nederland.

‘De enige overeenkomst was dat het ook om leven of dood ging.’

Leonard Ornstein, Statenzaal Den Haag

Hoe vaak had je Fortuyn ontmoet?

‘Drie keer. De eerste keer was bij de presentatie van een boek over ambtenarenstakingen in Nieuwspoort in Den Haag. Dat was kort, maar ik voelde al wel een leuke klik. Jaren later zaten hij en ik met nog wat andere mensen in Schiedam in een panel voor een debat over de PvdA. Na afloop hebben we toen nog een tijdje staan praten. De derde keer was weer in Nieuwspoort en dit was ook de meest bijzondere keer. Dat was bij het bekende taartincident, ik stond op nog geen drie meter afstand.’

De stinktaart.

‘Ja. Van dichtbij zag ik hoe hij in een zaal vol journalisten getaart werd. Na die aanval liep hij de zaal uit om zich achter de schermen helemaal schoon te laten maken door mensen van Nieuwspoort. Vervolgens trok hij een ander pak aan om uren later terug te keren in de zaal. Maar in tussentijd heb ik met andere journalisten nog een hele tijd met hem aan een tafeltje gezeten en over van alles en nog wat gepraat. En dit geloof je niet, maar ik heb Fortuyn toen serieus gevraagd: hoe word jij eigenlijk beveiligd? Hij wees naar enkele partijgenoten en zei: “Dat doen die mensen daar voor mij. De mensen van de LPF regelen dat.” Hij deed daar een beetje nonchalant over.’

Wanneer besloot je zijn biograaf te worden?

‘Fortuyn fascineerde mij vanaf het begin af aan al, ook omdat hij van links kwam. Hij is zelfs min of meer communist geweest. Heel interessante vent. Hij raakte een snaar bij het volk. Men zag een authentiek iemand. Vooral in Rotterdam hadden ze al snel in de gaten dat ze te maken hadden met een man die vanuit zijn hart praat. Dat was allemaal vóór de moord. Toen volgde ik hem al en daarna natuurlijk ook alles rond het proces en de LPF. Op een dag las ik een artikel over Leefbaar Rotterdam waarin wethouder Marco Pastors zei dat hij de agenda van Pim ging uitvoeren in Rotterdam. Dat was interessant, want de stad was politiek totaal verdeeld en links en de Leefbaren stonden lijnrecht tegenover elkaar. Hij wilde er echt iets van maken en daar wilde ik hem graag over interviewen. Pastors stemde toe, maar wilde alleen afspreken in Palazzo di Pietro, de prachtige villa van Fortuyn aan het G.W. Burgerplein. Terwijl we daar zaten te praten vroeg ik Pastors out of the blue of Pim misschien ook archieven had achtergelaten.’

En?

‘Hij zei: “Ja, dat staat ergens in die kelder daar beneden.” Daar bleek inderdaad allerlei materiaal te liggen. Stapels en dozen vol. Fortuyn bewaarde alles. Als hij bijvoorbeeld hier, in dit café waar we nu zitten, was geweest had hij de menukaart en het bierviltje meegenomen. Alles zat in dat archief. Verslagen, aantekeningetjes, noem maar op. Alsof hij wist dat er ooit nog belangstelling voor zijn nalatenschap zou zijn. Dat huis hing ook vol portretten van hemzelf. Inmiddels is het al lang verkocht, maar ik heb alles vastgelegd.’

‘Fortuyn heeft zo veel levens geleefd. Van de darkroom tot saaie politieke avonden. Boeken schrijven, provoceren en van alles uitproberen’

Leonard Ornstein
Had Fortuyn niet ook al een autobiografie geschreven?

‘Klopt. Hij had een heleboel boeken geschreven, maar ook een autobiografie en die gaf mij als biograaf heel veel aanknopingspunten. Alleen beschrijft hij zijn eigen rol vaak mooier dan die werkelijk was. Hij fabuleert en maak maakt zichzelf groter of hij laat juist essentiële dingen weg. Dat hoort een beetje bij een autobiografie, maar Fortuyn gaat daar wel ver in. Maar er staan ook weer super eerlijke stukken in waarvan ik denk, geweldig dat je die in de autobiografie hebt vermeld. En die kloppen. Die autobiografie heeft hij ongeveer vier jaar voor zijn dood afgerond. Dat is toch ongelooflijk.’

De katholieke kerk was belangrijk voor hem.

‘En dan niet zozeer vanwege God, maar vooral vanwege het theater. Hij heeft in de katholieke kerk heel veel geleerd over hoe je theater maakt. Ook politiek theater. Hij vond het schitterend en heeft ook nog een tijd priester willen worden om daarna tot paus te worden gekozen. Dat is niet gelukt maar minister-president had er wel in gezeten. De katholieke kerk met alle pracht en praal vond hij fantastisch. Hij kleedde zich natuurlijk ook altijd prachtig, met mooie maatpakken en opvallende stropdassen. Een bijzondere ijdele man.’

‘Het is best knap dat je al vroeg je zwakke punten ziet en die bij gaat slijpen’

Op de middelbare school liep hij toch als enige al in een pak?

‘Ja, een pak met een stropdas. En die das strikte hij dan ook weer in een speciale knoop. Deed hij echt heel netjes. Pim Fortuyn vond het echt belangrijk om zich te positioneren en mooi te presenteren.’

Altijd klaar om gezien te worden.

‘Dat is het. Altijd klaar om gezien te worden. Gouden zin.’

Ik las dat hij in studentencomplex Uilenstede, ook als enige, een eigen telefoon had op zijn kamer. Dat geeft hem iets van een belangrijk man.

‘Alle andere bewoners deelden, net als in andere studentenhuizen, de telefoon op de gang. Die werkte met een tikker zodat iedereen makkelijk het eigen aantal belminuten kon bijhouden en afrekenen. In die tijd kostte een eigen telefoonlijn een godsvermogen. Had niemand. Maar Fortuyn wel. Een zwaar bakelieten toestel op zijn kamer. Ik heb zelf in Utrecht gestudeerd en in het studentenhuis daar was altijd over dezelfde twee dingen ruzie. Bier dat weg was en niet genoteerd was en telefoontikken die niet waren opgeschreven.’

Fortuyn bezocht ook al jong een logopedist. Vast met het oog op de toekomst.

‘Zeker. Hij heeft al jong ook heel goed aan zijn presentatie gedacht. Het is best knap dat je al vroeg je zwakke punten ziet en die bij gaat slijpen.

Conflicten vormen ook een rode draad in de loopbaan van Fortuyn.

‘“Waar Pim komt, komt ruzie,” was een bekende uitspraak. Dat klopt ook wel, al ontkende hij dat zelf. Fortuyn zei: “Waar Pim komt, komt reuring.” Dat klopte óók. Eerst reuring en daarna altijd weer vervelend gedoe met mensen. Sowieso hield hij ook enorm van provoceren. Hij ging ook weleens naar een feestje met een ketting om waar een opvallende fallus aan hing. Hij móést gezien worden.’

‘Fortuyn hield van het debat, hij vond dat alles gezegd moest kunnen worden, maar met respect voor elkaar’

Deel 1 van je biografie, De jonge Fortuyn, verscheen al in 2012. Dat is dertien jaar geleden.

‘Deel 2 is afgerond. Ik ben wel uitgeschreven, maar het is nog niet klaar. Ik verwacht dat het volgend jaar, in 2026, verschijnt. De afgelopen jaren heb ik ook gewoon gewerkt, want er moest geld verdiend worden. Bovendien heb ik zeven kinderen.’

Hoe blijf je bijna twintig jaar belangstelling houden voor Pim Fortuyn?

‘Het is een waanzinnig fascinerende man. Hij heeft zo veel levens door elkaar geleefd. Van de darkroom tot de saaiste politieke avonden. Boeken schrijven, optreden bij Harry Mens, provoceren en van alles uitproberen in zijn leven. Hij sliep ook maar vier, vijf uur per nacht en rondde zijn studie ook heel snel af. Hij is slechts 54 jaar geworden, maar hij heeft echt drie levens geleefd.

Op welk vlak heeft Fortuyn je het meest verrast?

‘Aan elk leven zitten complexe kanten en bij Fortuyn zie je enorme worstelingen met liefdesrelaties. Het was voor hem bijzonder moeilijk om de ware liefde te vinden. Ook daar zie ik weer overeenkomsten met allemaal andere grootheden. Die mensen houden vooral toch heel erg van zichzelf. Fortuyn was behoorlijk narcistisch en erg verliefd op zichzelf. Dat maakte het voor potentiële partners bijzonder moeilijk, want de liefde moest totaal zijn. Fortuyn eist de volle honderd procent als het om liefde en verliefdheid ging. Dat is ook een zeer narcistisch trekje.’

Was hij eenzaam?

‘Ja, net als veel andere grote leiders.’

Bij de anti-imigratiedemonstratie op het Malieveld houdt iemand een vlag omhoog met portretten van Charlie Kirk en Pim Fortuyn, Den Haag, 20 september 2025

Heb je nog weerstand ontmoet van mensen die je hebt benaderd?

‘Niet veel, maar er zijn mensen die zo getraumatiseerd zijn door die periode, dat ze er niet op willen terugblikken. Paul Rosenmöller noemt de periode bijvoorbeeld te pijnlijk en daar heb ik ook wel begrip voor. Hij moest direct nadat Fortuyn vermoord was al beveiligd worden.’

Misschien heeft zijn dood meer impact gehad op Nederland dan zijn leven.

‘Dat denk ik wel. De moord heeft heel Nederland gechoqueerd, omdat het de eerste politieke moord was sinds die op de gebroeders de Witt in 1672. We leefden natuurlijk in een heel braaf, net landje en niemand had het idee dat dit ooit kon gebeuren in Nederland. Met de moord op Fortuyn is de naïviteit uit de Nederlandse politiek verdwenen.’

Hoe ziet Fortuyns politieke nalatenschap eruit?

‘Hij heeft verschillende onderwerpen op de agenda gezet en het debat daarover aangezwengeld. Over onder meer vreemdelingen, de islam, privatisering van nutsbedrijven en natuurlijk de positie van homoseksuelen. Bovendien heeft hij de vrijheid van meningsuiting heel hoog op de agenda gezet. Fortuyn hield van het debat, hij vond dat alles gezegd moest kunnen worden, maar wel met respect voor elkaar. Dankzij hem is het politieke systeem niet vastgeroest.’

Fortuyn: On-Hollands

maandag 13, 20, 27 oktober 3, 10, 17, 24 november 1 december

NPO 2 22.20-23.20

de nieuwste documentairetips in je mailbox?