Aan het begin van de korte documentaire Ruurdt zien we een oude man met een sigaar die woont op een boot aan het water. Hij draait klassieke muziek en kijkt naar een zwaan met haar jongen. Ook heeft hij een grote collectie boeken en schilderijtjes. Heeft hij ze zelf gemaakt? We zien een van de aardappeleters van Van Gogh, knap nageschilderd. Verder heeft hij, zo te zien, allerhande rommel en snuisterijen verzameld. Ruurdt lijkt tevreden met zijn bescheiden onderkomen aan – zo begrijpen we later – de Haparandadam, tussen de wijk Houthaven en het Westelijk Havengebied in Amsterdam. Hij draait een beetje aan een stokoud radiootje om de juiste frequentie te vinden. ‘Weet je dat om elf uur de VPRO begint?’ zegt hij. Even later zien we Ruurdt bij de instanties, vermoedelijk een ombudsvrouw en een psycholoog van de GGD, die hem vertellen dat hij eruit moet. Kennelijk heeft hij de boot gekraakt, al worden zulke zaken in Ruurdt niet met zoveel woorden gezegd. In elk geval moet hij de boot verlaten, maar Ruurdt wil niet weg. Al snel begint hij zijn hulpverleners uit te schelden. ‘Ik ben 120 procent zelfredzaam,’ roept hij, ‘méér dan jullie. Jullie zijn ingeslapen kutambtenaren! Van negen-tot-vijfdenkers, voor een tonnetje,’ (salaris per jaar, bedoelt hij). Zijn hulpverleners blijven wonderlijk kalm. ‘Hij is depressief en bang,’ zeggen ze begripvol. Na een confrontatie met de politie, die hij verliest, staat Ruurdt op straat. Niet de eerste keer, hij was al eerder dakloos. Opvang wil hij niet.
‘De dakloze Ruurdt,’ schrijft omroep Human in een persbericht bij de documentaire, ‘weerspiegelt de problematiek van een steeds groter groeiende groep multiprobleem daklozen, die moeilijk in een specifieke categorie te vatten zijn en niet in het systeem van hulpverlening lijken passen.’ Inderdaad stijgt het aantal daklozen in Amsterdam, al is Ruurdt niet het meest typische geval: tachtig procent komt uit Midden- en Oost-Europa. Vaak zijn ze gekomen om te werken, bijvoorbeeld uit Polen, maar werkloos geworden. Dan trekken ze vaak naar de hoofdstad omdat daar, volgens AT5, ‘op straat altijd wel manieren zijn om aan geld te komen’ en omdat Amsterdam relatief goede voorzieningen kent voor daklozen en verslaafden. Dit jaar schatte de gemeente het aantal daklozen of mensen die dakloos dreigen te worden in de stad op 15.000. Met het programma Versterking Aanpak Dakloosheid wil Amsterdam nu meer opvangplekken in de stad creëren en de kwaliteit van hulpverlening in de opvang verbeteren. Dat is een nobel streven, maar er zullen altijd mensen zijn zoals Ruurdt, die geen opvang wil en zijn hulpverleners de huid vol scheldt: ‘Zak in de stront!’ Even later zien we hem snikkend op een bankje in Amsterdam-Oost.