Docuserie State of Hate neemt Amerikaanse hate crimes onder de loep

In de nacht van 6 oktober 1998 komt student Matthew Shepard twee mannen tegen in een café in het Amerikaanse plaatsje Laramie in Wyoming. Aaron McKinney en Russell Henderson nemen Shepard mee naar een weiland, waar ze hem beroven en mishandelen. De mannen maken Shepard vast aan een houten hek, martelen hem en slaan zijn schedel in met een pistool. Enkele dagen later zal Shepard in het ziekenhuis overlijden. Hij werd 21 jaar.

Op 7 juni 1998 bieden Shawn Berry, Lawrence Brewer en John King hun kennis James Byrd Jr. een lift aan in het plaatsje Jasper, Texas. In plaats van Byrd naar huis te brengen, nemen de drie mannen hem mee naar een afgelegen weg, waar ze hem mishandelen en met een ketting om zijn enkels aan hun auto binden. Vijf kilometer lang rijden ze zo met hem rond. Na ongeveer drie kilometer belandt Byrd met zijn hoofd op een afvoerpijp. Hij overlijdt ter plekke, op 49-jarige leeftijd.

Helaas staan de verhalen van Matthew Shepard en James Byrd niet op zichzelf. In het Amerika van eind vorig eeuw was aan hate crimes geen gebrek, zo stelt journalist Margriet van der Linden in haar nieuwe programma State of Hate (BNNVARA). Hate crimes zijn (gewelds)misdrijven die worden ingegeven door een diepgewortelde afkeer jegens iemands etniciteit, religie of seksuele geaardheid. In de tijd dat Van Der Linden correspondent was in Amerika, werd ze er door een aantal diep geraakt. Onder meer door de moord op Shepard, die volgens zijn belagers dood moest omdat hij gay was, en door Byrd, die vermoord werd vanwege zijn huidskleur.

In State of Hate neemt Van der Linden wekelijks een Amerikaanse hate crime onder de loep. Om te onderzoeken in hoeverre de haat van toen ook vandaag de dag nog voelbaar is – en wat dat ons vertelt over de toekomst.