De vraag of een baby de borst of de fles krijgt, is niet alleen een persoonlijke, maar ook een maatschappelijke kwestie, aldus podcastmaker Hansje van de Beek. ‘Ik wilde geen slechte moeder zijn, dus dan greep ik maar weer naar het kolfapparaat.’

Iedereen die een kind verwacht, komt voor de keuze: krijgt de baby moedermelk of poedermelk uit de winkel? Veel aanstaande moeders staan er nuchter in: ze gaan proberen borstvoeding te geven, en mocht dat om wat voor reden dan ook niet werken, dan is er altijd nog de fles. Zo ook Argos-journalist Hansje van de Beek (36) toen ze in 2021 zwanger was van haar eerste kind. ‘En toen was ik bevallen, en was dat allemaal de deur uit. Het was in één keer van: dit moét lukken.’ Haar dochter arriveerde onverwacht zes weken te vroeg. ‘Ik was in die tijd nog keihard aan het werk en zat meteen met een enorm schuldgevoel. Ik dacht: zie je wel, het is mijn fout dat ze te vroeg is. Borstvoeding geven voelde als het eerste dat ik voor haar kon doen.’ Helaas volgde er toen een reeks gebeurtenissen die haar schuldgevoelens alleen maar groter maakten. Vanwege drukte op de kraamafdeling moesten ze overgeplaatst worden naar een ander ziekenhuis. In de consternatie vergaten de kersverse ouders de eerste, gekolfde moedermelk mee te nemen. ‘Het was letterlijk een theelepeltje,’ vertelt Van de Beek. ‘Maar de verpleegkundige zei verschrikt: “je hebt het witte goud laten liggen.” Oké, dacht ik toen, dit is hoe we erin moeten zitten.’

‘Op internet las ik dat kinderen die borstvoeding krijgen een hoger IQ krijgen, minder snel ziek worden en dat het beter is voor de hechting’

Het viel haar in de weken die volgden op hoeveel waarde er aan borstvoeding wordt gehecht. ‘In nachtelijke momenten van wanhoop ging ik op internet bevestiging zoeken dat het heus ook in orde was om poedermelk te geven. Maar dan las ik weer dat kinderen die borstvoeding krijgen een hoger IQ krijgen, minder snel ziek worden en dat het beter is voor de hechting. Ik wilde geen slechte moeder zijn, dus dan greep ik maar weer naar het kolfapparaat.’

Moederschap

Na zes weken moeizaam moedermelk geven hing Van de Beek haar kolf aan de wilgen en stapte ze over op flesvoeding. Het duurde nog vier jaar totdat ze eraan toe was de zaak met een journalistieke bril te bekijken. De onderzoeksjournalist werkte eerder bij Medialogica en maakt vaak verhalen over ethische vraagstukken, zoals de boeiende podcastserie Dolle Mina’s van de dood (2024). Daarin onderzoekt ze de praktijken van de Coöperatie Laatste Wil, die strijdt voor een vrijwillig levenseinde. ‘Het mooie aan het medium podcast is dat je in voice-over de luisteraar direct kunt aanspreken en kan vragen om zelf te bepalen wat hij ergens van vindt.’ Met Het witte goud maakt ze haar meest persoonlijke serie tot nu toe. ‘Als een podcastmaker zichzelf zo centraal zet, vind ik dat het relevant moet zijn. Ik denk dat dat hier wel zo is, en dat mijn ervaringen helpen om de luisteraar bij de hand te nemen. Maar uiteindelijk gaat het om het grotere plaatje. Wel of geen borstvoeding geven is een heel persoonlijke keuze, maar ook een maatschappelijke kwestie. Er zijn allerlei krachten in het spel: commerciële belangen, beleid vanuit de overheid, sociale druk en vastgeroeste ideeën over het moederschap.’

De druk om borstvoeding te geven is meestal impliciet, maar wel sterk aanwezig, zegt Van de Beek. ‘Ik heb niemand letterlijk horen zeggen dat ik een minder goede moeder was als ik flesvoeding zou geven, maar dat gevoel kreeg ik wel. Bijvoorbeeld als ik andere moeders alle voordelen van borstvoeding hoorde opnoemen, maar ook door beleid. De WHO adviseert om de eerste zes maanden exclusief borstvoeding te geven en ermee verder te gaan tot het kind twee jaar oud is. In hun document staat dat de enige medisch aanvaardbare reden om permanent geen borstvoeding te geven is als de moeder HIV heeft en geen medicatie gebruikt. Als borstvoeding pijn doet of niet op gang komt, is het advies om toch te blijven proberen.’

Poedermelkindustrie

Flesvoedingsfabrikanten hebben vanzelfsprekend grote commerciële belangen: jaarlijks gaan er miljarden om in de poedermelkindustrie. Maar het is in Nederland bij wet verboden om reclame te maken voor flesvoeding bij zuigelingen tot zes maanden. Je zult geen poedermelk op de toonbank of in de etalage zien staan, er mag geen korting op gegeven worden of proefmonsters verspreid. En op elk pak moet duidelijk vermeld staan dat borstvoeding de voorkeur heeft en dat het product alleen mag worden gebruikt op advies van een onafhankelijke medische professional.

'In de folders van het ziekenhuis stond: borstvoeding is de meest natuurlijke manier van voeden. Waarom is het zo relevant dat het natuurlijk is?’

Die strenge regels zijn een richtlijn van de WHO en hebben hun wortels in schrikbarende gebeurtenissen uit de jaren zeventig en tachtig. Flesvoedingsfabrikanten voerden toen agressieve marketingcampagnes in landen in Zuid-Amerika en Afrika. Maar ouders hadden geen toegang tot schoon drinkwater om de voeding mee klaar te maken, waardoor miljoenen kinderen stierven. ‘Het is niet zo'n gek idee dat je dat aan banden wilt leggen als er zulke ernstige gezondheidsrisico’s zijn,’ zegt Van de Beek. ‘Maar je kunt je ook afvragen of die strenge regels van toepassing zijn in een westers land waar we wel geld voor flesvoeding en schoon drinkwater hebben.’
Fabrikanten als Nestlé en Nutricia proberen de beperkingen ondertussen slim te omzeilen. Bijvoorbeeld door een telefonische advieslijn voor borstvoeding (en flesvoeding) op te richten. Of door de verpakkingen voor zuigelingenvoeding er precies hetzelfde te laten uitzien als die voor oudere kinderen, waar wel reclame voor gemaakt mag worden.

Wetenschappelijke claims

In hoeverre is moedermelk nou echt dat magische elixer waardoor je een kerngezond en slim kind krijgt, vroeg Van de Beek zich af. De podcastmaker besloot kritisch en zorgvuldig te kijken naar de wetenschappelijke claims over de voordelen van borstvoeding. Ze sprak met wetenschappers en vergeleek verschillende onderzoeken met elkaar. Daaruit bleek dat er weliswaar positieve gezondheidseffecten te vinden zijn, maar dat de verschillen klein zijn en de uitkomsten genuanceerd. ‘Het effect op IQ bleek bij kinderen van zes inderdaad aanwijsbaar, maar toen de onderzochte kinderen tien jaar ouder waren, was dat effect verdwenen. Baby’s die borstvoeding krijgen hebben bijvoorbeeld ook minder kans op kinderleukemie. Dat was voor mij heel belangrijk, een kind met kanker is natuurlijk een schrikbeeld. Maar als je goed naar de statistiek gaat kijken, blijkt dat het verschil zit tussen 0,06 en 0,08 procent kans om die ziekte te krijgen.’

Minder goed in cijfers te vatten zijn de sociale codes die er aan borstvoeding en flesvoeding verbonden zijn. Online is er een grote beweging van ‘momfluencers’ die hun leven delen en daarbij uitdragen wat volgens hen de beste manier is om voor een kind te zorgen. Sommigen propageren ‘natuurlijk ouderschap’, waarbij een baby zo veel mogelijk wordt gedragen, het gezin samen in een bed slaapt en borstvoeding wordt geïdealiseerd. Van de Beek: ‘Een van de dingen die mij opvalt, is die constante nadruk op natuur. Hoe vrouwen een natuurlijk moederinstinct zouden hebben en eigenlijk dichter bij de natuur staan. Dat grijpt terug op ideeën uit de achttiende eeuw, waarin Rousseau beschreef dat vrouwen inferieur waren aan mannen. Mannen zouden er voor de rede zijn, en vrouwen voor de zorg. Dat idee zit niet alleen in die conservatieve levensstijl in een modern jasje. Ook in de folders die ik in het ziekenhuis kreeg, stond: borstvoeding is de meest natuurlijke manier van voeden. Nu denk ik: er is zo veel natuurlijk. Kanker is ook natuurlijk. Waarom is het zo relevant dat het natuurlijk is?’

Lopen en praten

Tegenwoordig begint in Nederland de helft van de moeders met exclusief borstvoeding geven. ‘Dat cijfer is lager dan vroeger. Dat heeft ook te maken met dat de enquête anders wordt afgenomen. Fles- en borstvoeding wordt vaak gecombineerd.’ Het blijkt moeilijk om borstvoeding vol te houden als moeders na hun verlof weer aan het werk gaan. Werkdruk en slechte mogelijkheden om te kolven breekt ze dan vaak op. ‘Ik zie ook in mijn eigen omgeving, dat de borstvoeding na de eerste drie maanden snel minder wordt. En er zijn ook veel vooroordelen over lang voeden. Hoewel het advies van de WHO dus geldt tot twee jaar, word je snel raar aangekeken als je een kind dat al kan lopen en praten nog de borst geeft.’

De maker benadrukt dat Het witte goud niet per se bedoeld is voor mensen die een kind krijgen en twijfelen welke voeding ze moeten geven. ‘Dat is een individuele keuze. Maar ik denk dat deze kwestie voor veel meer staat, te vergelijken met de discussies rondom abortus. Het gaat over hoe wij als maatschappij omgaan met de keuzes die een vrouw over haar lichaam maakt en wie probeert daar druk op uit te oefenen.’

Het witte goud

De eerste aflevering van Het witte goud verschijnt op zaterdag 22 november op NPO Radio 1, daarna verschijnt wekelijks een nieuwe aflevering in de podcastapps.

de podcastgids in je mailbox?