Omdat leerlingen steeds vaker somber zijn, proberen scholen zorg te dragen voor hun mentale gezondheid. Met een spreekuur over angst bijvoorbeeld, zoals te horen is in de Docs-podcast ‘De bange scholier’. Op de Utrechtse school Volt! ontplooien leerlingen zelf initiatieven. ‘Het is prettig is om met leeftijdsgenoten te kunnen praten.’

‘Wat komt u doen? Kan ik u helpen?’ De conciërge van de vmbo-school Volt! in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn heeft direct door dat de verslaggever van de VPRO Gids geen vaste bezoeker is. Hij komt aangesneld om vriendelijk doch gedecideerd uit te zoeken wat deze vreemdeling hier te zoeken heeft. Het is duidelijk: op deze school let men op elkaar. Het zijn niet alleen de docenten en het ondersteunend personeel die de leerlingen in de gaten houden, ook leerlingen onderling houden elkaar in het oog. En als het aan vierdeklasser Younes Aamiri (17) ligt, gaan ze dit alleen maar meer doen.

‘Het is best lastig om te weten hoe je moet reageren als iemand vertelt dat ie wordt gepest’

Younes Aamari

Younes is bezig om op zijn school, die ongeveer 400 leerlingen telt, een project op te zetten waardoor leerlingen zich veiliger moeten gaan voelen. Terwijl hij de verschillende ruimtes laat zien waar leerlingen werken met robots, leren ontwerpen en doen aan elektrotechniek of houtbewerking, vertelt hij over zijn plannen. ‘We willen gaan werken met buddy’s: eerstejaars koppelen aan vierdejaars, zodat je als nieuwe leerling iemand hebt om mee te praten. Over je gevoelens, over pesten, maar bijvoorbeeld ook over huiswerk of uittreksels maken. Als er dan iets ergs aan de hand is, vertellen de vierdejaars dit aan de docenten zodat die kunnen ingrijpen.’ Vertrouwen, zegt Younes, is hierbij essentieel. ‘Het is heel belangrijk dat iemand je geheim niet doorvertelt. Bovendien is het best moeilijk om te weten hoe je moet reageren als iemand vertelt dat ie wordt gepest. Daarom krijgen vierdejaars die zich aanmelden als buddy een speciale training.’

Younes Aamiri met leerlingen

Hart

Terwijl we de trappen van de school beklimmen, wijst Younes op een grote poster met regenboogvlaggen en geliefden van hetzelfde geslacht. ‘Die poster hebben de leerlingen zelf ontworpen en geprint. De gedachte achter de school is heel erg: leerlingen doen alles zelf. Van idee tot uitvoering.’ Op de bovenste verdieping laat Younes zien wat hij met zijn klasgenoten heeft gemaakt als statement tegen pesten. Op het raam hebben ze een groot hart geschilderd met daarin alle handafdrukken van de vierdeklassers en eronder de tekst ‘stop pesten’. ‘We hebben letterlijk onze handtekening gezet onder deze boodschap.’ Ook hangen er verspreid door de school flyers van Jongerenwerk Utrecht. ‘Mensen daarvan lopen rond in de school en spreken leerlingen aan. Of je stapt zelf bij ze binnen. En er is ook een schoolpedagoog bij wie je aan kunt kloppen.’

Als er zo veel volwassenen zijn die je kunt aanspreken over problemen, waarom dan ook nog een buddyproject? ‘Omdat het heel prettig is om met leeftijdsgenoten te kunnen praten,’ vertelt Younes. ‘Als je als twaalfjarige aan een docent van 44 moet vertellen dat je wordt gepest, zal die heel anders reageren dan een leeftijdsgenoot. Vaak is het fijn om het kwijt te kunnen bij iemand die je beter begrijpt.’

het artikel gaat verder onder dit kader

‘Je komt je bed uit’

Meike ging de afgelopen jaren door een diep dal. Samen met haar moeder, Judith, vertelt ze erover. ‘School was allesbehalve een veilige plek voor me.’

Wanneer merkte je dat het niet goed met je ging?

Meike (16): ‘In groep 8 van de basisschool werd ik gepest. Als ik daar nu op terugkijk was het misschien niet heel extreem, maar ik heb daar wel een negatief zelfbeeld aan overgehouden. Ik ben niets waard, ik ben te dik. Toen kwam corona en zat ik ineens dagenlang op mijn kamer achter een schermpje. Dan ga je echt doordraaien, ik begon me steeds somberder te voelen. Ik volgde de lessen vanuit mijn bed. Soms kwam ik eruit om te ontbijten, maar meestal niet. En na de lessen bleef ik ook in bed liggen.’

Heb met je ouders gepraat over je gevoelens?

Meike: ‘In eerste instantie niet. Ik dacht dat mijn problemen wel meevielen. Ik kom uit een goed gezin, ik heb niets te klagen. Ik praatte vooral met mijn vriendinnen. Maar op een gegeven moment zeiden die: “We willen je verhalen eigenlijk niet meer horen, want dit is veel te heftig voor ons.” Toen realiseerde ik me dat mijn gevoelens niet normaal waren.’

‘Ik wilde niet dat ze alleen op haar kamer zat met die lelijke gedachten’

Judith

Judith: ‘Ze heeft het heel goed verborgen gehouden. Ik vond het moeilijk in te schatten in hoeverre het normaal pubergedrag was of het gedrag van een depressief meisje. Bovendien kreeg ze pfeiffer, waardoor ze erg moe en lusteloos was. Pas toen Meike vertelde dat het echt niet goed met haar ging, realiseerde ik me hoe ernstig de situatie was en dat mijn sluimerende bezorgdheid klopte.’

Hoe erg was de situatie?

Meike: ‘Eigenlijk wilde ik gewoon dood. Elke dag. Ik dacht: waar doe ik dit voor? Het heeft toch geen nut.’

Judith: ‘Op een gegeven moment vroeg ze, zonder enige ironie, of de flat aan de overkant hoog genoeg zou zijn om vanaf te springen.’

Wat doe je dan?

Judith: ‘We hebben professionele hulp gezocht. Thuis hadden we één belangrijke regel: je komt je bed uit. Ze mocht op de bank zitten en niets zeggen, maar ik wilde niet dat ze alleen op haar kamer zat met al die lelijke gedachten.’

Meike: ‘Ik vond dat verschrikkelijk. We hebben in die periode een hondje genomen, Ruby, en zij was een grote steun voor mij. Ik was boos op de hele familie omdat ik m’n bed uit moest, maar Ruby had me niets aangedaan. Door naast haar te zitten en te knuffelen werd ik rustig.’

En heeft de school jullie kunnen helpen?

Judith: ‘De school heeft direct een contactpersoon aangewezen die met Meike onderzocht wat er allemaal mogelijk is. Vorig jaar november hebben we gezegd dat het ons een goed idee leek als Meike een jaartje zou overdoen. Ook daar ging de school direct in mee. De begeleiding is echt goed geweest.’

Meike: ‘Docenten wisten ook dat ze mij geen vragen moesten stellen in de klas omdat ik niet de focus had om op te letten. Ze waren allemaal op de hoogte van de situatie.’

‘Ik ben niet de enige die worstelt: minstens driekwart van mijn vrienden loopt bij een therapeut’

Meike

Voelde school als een veilige omgeving?

Meike: ‘Nee, allesbehalve. Van leerlingen hoef je echt niet te verwachten dat ze rekening met je houden. Ik probeerde bepaalde mensen te ontlopen omdat ik me onveilig voelde bij hen in de buurt. Nu kan ik daar beter mee omgaan, maar toen had ik echt het gevoel dat ze me daar niet wilden hebben. Daardoor ging ik me nog slechter voelen.’

Denk je dat school een rol kan spelen door in te grijpen in zulke groepsprocessen?

Meike: ‘Ik denk het niet. Ik wil niet met problemen naar een docent stappen, want dat krijg je ook weer te horen van leerlingen. En als er geen rotsituaties op school zijn, dan zijn ze daarbuiten wel.’

Hoe gaat het nu met je?

Meike: ‘Wel prima. Ik kan mijn grenzen beter aangeven. Als ik een toetsweek heb voel ik de stress weer oplopen en dan weet ik dat ik moet oppassen. Ik zou willen dat ik kon zeggen dat mijn zelfbeeld verbeterd is, maar dat is nog steeds niet goed. Ik probeer mezelf wel te beschermen door niet te veel te scrollen op TikTok en Instagram, waar al die perfecte plaatjes voorbijkomen. En ik weet dat ik niet de enige ben die worstelt: minstens driekwart van mijn vrienden loopt bij een therapeut. Het is jammer dat we daar niet opener over kunnen zijn.’

Pandemie

Het is wel nodig, merkt Younes, dat er meer aandacht komt voor het mentale welzijn van leerlingen. ‘De eerstejaars komen net uit een pandemie die twee jaar duurde, ze zijn veel meer op zichzelf gericht en minder sociaal. Je merkt gewoon dat ze het moeilijker vinden om contacten te leggen en mensen te vertrouwen.’ Ook de middelbareschooltijd van Younes werd getekend door de pandemie. ‘Ik zat in de eerste toen het begon. Er waren lockdowns, onlinelessen, halfvolle klassen en lessen die uitvielen door zieke docenten. Ik vond het moeilijk om gemotiveerd te blijven en mijn cijfers kelderden. Ik zat best wel in de put. Eerlijk, het grootste deel van tijd zat ik te gamen of films te kijken met een bak chips naast me.’

Younes en zijn klasgenoten schilderen een hart op het schoolraam als statement tegen pesten

Nu hij weer naar school mag, wil hij graag iets moois achterlaten voor de leerlingen die na hem komen. ‘Ik ben heel betrokken bij de school en als er een interessant project is help ik graag. Ik denk dat ik een geboren bemiddelaar ben. Op de basisschool al, als er dan iemand werd gepest, sprong ik ertussen en sprak ik de pestkop aan. Misschien komt het door m’n lengte of door hoe ik praat, maar eigenlijk luisterden ze altijd wel. Daarna probeerde ik degene die gepest werd op z’n gemak te stellen. En vooral: naar diegene te luisteren. Of ik het spannend vind om in te grijpen als er gepest wordt? Nee hoor, helemaal niet. Dat is toch je eerste reactie als je merkt dat dat gebeurt?!’

De bange scholier

De bange scholier is is te beluisteren in de Docs-podcast in de podcast-apps of via NPO radio 1.

de podcastgids in je mailbox?