In Nederland geldt een verbod op wilde zoogdieren in circussen, maar zijn ze in een dierentuin eigenlijk wel zoveel beter af? De Docs-podcast ‘Door het oog van de leeuw’ belicht het spanningsveld tussen amusement en dierenwelzijn. “Het gaat ook over ons gedrag.”

Acht jaar geleden kondigde staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken in Nederland een verbod af op het werken met wilde dieren – zoals leeuwen, tijgers en olifanten – in circussen. Het zou dieronvriendelijk zijn, mishandeling zelfs, maar in de praktijk rammelt deze wet aan alle kanten. Ook had de Raad van State destijds forse kritiek op de snelheid waarmee het verbod werd ingevoerd. In de aanloop ernaartoe waren het vooral dierenrechtenorganisaties die de aandacht opeisten. Hun krachtige signalen werden in Den Haag gehoord en beloond, terwijl voorstanders van acts met wilde dieren, zoals circusdirecties, het nakijken hadden.

In de Docs-podcast Door het oog van de leeuw (NTR) staat de relatie van de mens met het dier in gevangenschap centraal. Wat is leeuwenliefde volgens een oud-dompteur? En wat verstaat de manager van een opvangcentrum voor grote katachtigen in Friesland hieronder? Een verhaal over het spanningsveld tussen amusement en dierenwelzijn.

Kamelen

Jos Uyterlinde (86) zit ontspannen in zijn schommelstoel. Zijn woonwagen, waarmee hij door Europa en ver daarbuiten toerde is nog steeds zijn woonhuis. De wagen staat op een afgelegen industrieterrein in Helmond dat wordt gebruikt als overwinteringsplaats voor circusmensen. Als er een bezoeker binnenkomt vliegt zijn blaffende hondje als een ongeleid projectiel door de wagen. De wanden zijn behangen met foto’s uit zijn lange carrière in de dierendressuur.

Jos Uyterlinde

In de jaren vijftig wordt Uyterlinde in Valkenburg opgeleid aan de dompteurschool van Erie Klant, waar men roofdiernummers verhuurt aan de grote Europese circussen en aan internationale filmstudio’s, zoals Disney en MGM.

‘Ik ben niet meteen met roofdieren begonnen,’ zegt Uyterlinde. ‘Ze zeiden tegen mij: jij bent toch goed met paarden? Dan kan je ook iets met kamelen. En dus kwam er een nummer met kamelen, te paard gepresenteerd.’

Vervolgens dresseert hij zo ongeveer de hele ark van Noach – van leeuwen, tijgers en olifanten tot buffels, gieren en zelfs een varken.

‘Een algemeen verbod is onrechtmatig, Er is nooit goed onderzocht welke soorten wel of niet geschikt zijn voor optredens’

Erna Philippi-Gho

Op het Friese platteland huist Felida, een kleinschalige opvang voor grote katachtigen. Het team wordt geleid door Simone Schuls (58). Het patiëntenbestand bestaat voornamelijk uit getraumatiseerde dieren, afkomstig uit privébezit, inferieure circussen, ondermaatse dierentuinen en oorlogsgebieden, zoals Syrië en Oekraïne. Na behandeling worden ze, indien dat mogelijk is, doorgeplaatst naar Lionsrock, een groot park in Zuid-Afrika waar ze de rest van hun leven in redelijke vrijheid kunnen doorbrengen. Als hun conditie te zwak is, moeten ze de rest van hun leven bij Felida blijven.

‘Ook een druppel op een gloeiende plaat is een druppel,’ zegt Schuls. ‘Dit zijn dieren die gefokt of mishandeld zijn. Het gaat ook over ons en de manier waarop wij ons gedragen.’

Dressurmethoden

De relatie van de mens met het wilde dier is lang en kent veel zwarte bladzijden. Tot 1900 worden leeuwen in een veel te kleine kooi ‘getemd’ met behulp van steekwapens of hete ijzeren staven. Het idee is: het dier angst inboezemen zodat het de mens gehoorzaamt. Er vallen niet alleen veel slachtoffers onder de dieren, ook menig dierentemmer kan het niet navertellen. In de loop van de negentiende eeuw ontstaan in Frankrijk en Engeland, en later ook in Amerika, diverse circussen. De inzet van exotische dieren wordt steeds populairder en in Amerika is voor het eerst een olifant te zien tijdens een circusvoorstelling in New York. De echte omwenteling vindt plaats rond 1880, als de Duitser Carl Hagenbeck nieuwe dressuurmethoden ontwikkelt die gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen. Deze trainingssessies vinden plaats in een grotere kooi, die midden in de circustent wordt opgebouwd. Vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw wordt deze aanpak verfijnd door de Fransman Alfred Court, die circusartiesten daarnaast ook leert omgaan met de dieren.

‘Een katachtige kun je een hoger welzijn bieden dan een olifant, want die is snel verveeld’

Erna Philippi-Gho

Het spanningsveld tussen amusement en dierenwelzijn is niet iets van de laatste jaren. In 1960 weigeren de burgemeesters van Zandvoort en Amersfoort vergunningen te verlenen aan circussen met wilde dieren. Volgens de burgemeesters is dit tegennatuurlijk en hoort zoiets niet thuis in een beschaafde maatschappij. Het appelleert bovendien aan de ‘ongezonde sensatielust van het publiek’. Onder druk van het opkomend dierenactivisme verleggen veel circussen in de jaren zeventig en tachtig hun koers. Aanvankelijk benadrukken tegenstanders de vermeende dierenmishandeling, maar inmiddels geldt optreden met wilde dieren bovenal als ‘ethisch niet verantwoord’. Circussen worden verantwoordelijk gehouden voor ernstig dierenleed en wie zich toch nog in de piste waagt met een groep leeuwen wordt aan de schandpaal genageld.

Hypocriet

In 2014 stelt NRC Handelsblad in een hoofdredactioneel commentaar dat het verbod op wilde dieren in het circus een nogal hypocriete indruk maakt en dat circusdieren niet slechter af zijn dan andere soortgenoten in de nabijheid van de mens. De regering heeft zich destijds gebaseerd op verouderde onderzoeksrapporten – waaronder twee Nederlandse uit 2009, afkomstig van de Wageningen Universiteit – waarin het verbod aanbevolen noch afgekeurd wordt. Vanwege de dubbelzinnige strekking ervan gaan zowel actiegroep Wilde Dieren de Tent Uit als belangenorganisatie Commissie Klassiek Circus met het onderzoek aan de haal om hun standpunten kracht bij te zetten.

Ellie wordt vrijgelaten in het Zuid-Afrikaanse reservaat Lionsrock, 8 november 2022

Op dit moment staat het verbod volgens jurist Erna Philippi-Gho zelfs op omvallen. ‘Juridisch gezien is de wet volkomen bagger,’ legt ze uit. Volgens haar is de noodzaak van het verbod nooit goed aangetoond. De jurist staat eigenaren bij van dieren die op de een of andere manier een rol vervullen in het publieke domein. Philippi-Gho: ‘Er is nooit grondig onderzocht welke soorten wel of niet geschikt zijn voor optredens. Zo mogen paarden, kamelen, dromedarissen, honden, katten, cavia’s en muizen wél optreden. Een algemeen verbod is dan ook niet rechtmatig.’

Luieren

In dierentuinen worden – net als vroeger in circussen – eveneens dieren in gevangenschap geboren. En als er een overschot aan jonge dieren was, kwamen ze uiteindelijk vaak bij een circus terecht. Het is ook maar de vraag of een dier in de dierentuin wel zo veel beter af is dan in een circus. In de praktijk is gebleken dat leeuwen het redelijk goed doen in een circus. Ook in hun natuurlijke habitat brengen ze een groot deel van hun leven luierend door. Weinig lichaamsbeweging hoeft dus niet te betekenen dat de leefomstandigheden slecht zijn. Het optreden in de piste wordt in het eerdergenoemde onderzoek juist als een positieve afleiding gezien, waarbij ‘de dieren niets doen dat afwijkt van hun normale gedragspatroon’. Volgens Erna Philippi-Gho zou het welzijn per diersoort beoordeeld moeten worden. ‘Nu is het verbod alleen bedoeld om het makkelijk te maken. Een katachtige slaapt veel, maar is goed te vermaken. Die kun je dus een hoger welzijn bieden dan een olifant, want die is snel verveeld. Dat is een veel lastigere diersoort. De minister maakt alleen het onderscheid tussen gedomesticeerd en niet gedomesticeerd, en dat klopt niet.’

Het laatste woord hierover is dus nog niet gezegd. Maar mocht het verbod alsnog sneuvelen, dan is het uitermate onwaarschijnlijk dat wilde dieren in de circuspiste terug zullen keren. Daarvoor lijkt de publieke opinie inmiddels te veel gekanteld te zijn.

Door het oog van de leeuw

De Docs-audiodocumentaire Door het oog van de leeuw is vanaf woensdag 22 februari te beluisteren op nporadio1.nl/podcasts/docs en via de podcastapps.

de podcastgids in je mailbox?