‘De Nederlandse overheid had niets voorbereid, zag ze als werkmachines, het was tijdelijk (...) ze werden niet als mensen gezien.’ In de documentaire Strijders voor gelijke rechten – HTIB 50 jaar van Nilüfer Öder wordt de geschiedenis verteld van de HTIB (Hollanda Türkiyeli Isçiler Birliği), de Turkse Arbeidersvereniging Nederland. De vereniging, die in 1974 werd opgericht, streed voor stemrecht en gelijke beloning voor (Turkse) migranten, voor betere huisvesting – gastarbeiders leefden in erbarmelijke omstandigheden in pensions –, voor gezinshereniging en onderwijs in eigen moedertaal. Maar daar bleef het niet bij, er was ook aandacht voor huiselijk geweld, eerwraak en homofobie. Vrouwenemancipatie en de vrijheid van religie vormden belangrijke actiepunten. Het ging om mensenrechten, om meer begrip en samenwerking tussen verschillende culturen.
Maviye Karaman Ince (1949), van wie bovenstaande citaat afkomstig is, was vanaf het begin bij de HTIB betrokken. Haar man Nihat Karaman, medeoprichter en directeur werd in 1988 vermoord. Een politieke moord, klonk het onmiddellijk. Twee jaar later bekende een 23-jarige Amsterdammer de moord, Karaman zou zijn zus hebben verkracht, het betrof eerwraak. Maar twijfel bleef, dat was al te gemakkelijk, het was toch echt politiek, de Grijze Wolven, een extreemrechtse groep in Turkije, zouden erachter hebben gezeten.