Voor de VPRO-jeugddocumentaire Zomerdromen ging regisseur Kim Faber naar een zomerkamp voor kinderen met kanker, waar ze de elfjarige Lotte filmde. Faber: ‘Ik dacht: oh nee, waar ben ik nou aan begonnen?!’

In de film Zomerdromen van regisseur Kim Faber (1990) volgen we de elfjarige Lotte. Een jaar voor de opnames heeft de basisscholier gehoord dat ze kanker heeft, een tumor in haar buik. Er volgt een heftige tijd met ziekenhuisbezoeken, chemokuren en bestralingen. Ook gaat Lotte een week naar een zomerkamp dat speciaal voor kinderen met kanker is. Hier leert ze lotgenootjes kennen met wie ze kan spelen, zwemmen en kletsen over van alles en nog wat. Ondertussen wisselt ze ook ervaringen over haar ziekte met hen uit.

We spraken met Faber over de jeugddocumentaire die ze over het zomerkamp maakte.

‘Ik wilde laten zien dat kinderen veerkrachtig zijn en dat hun leven niet voorbij is als ze ziek zijn’

Kim Faber
Zomerdromen is niet je eerste jeugddocumentaire, maar wel de eerste over kinderen die ernstig ziek zijn. Hoe was het om een film over dit thema te maken?

Kim Faber: ‘Wat ik interessant vind aan jeugddocumentaires maken is dat kinderen heel anders in het leven staan dan volwassenen. Ze kijken op hun eigen unieke, onbevangen manier naar de wereld en naar problemen. Ik denk dat dit heel leerzaam kan zijn, juist voor volwassenen, bijvoorbeeld wanneer iemand een ernstige ziekte krijgt, zoals kanker. Volwassenen zijn vaak verkrampt als het gaat om praten over onderwerpen als ziek zijn of doodgaan. Kinderen doen dit veel makkelijker, voor hen zijn zulke gesprekken veel minder beladen. Op dit zomerkamp werd dat nog eens extra uitvergroot, omdat de kinderen allemaal in hetzelfde schuitje zaten en elkaar heel goed begrepen. Lotte, de hoofdpersoon van de film, vertelde dat mensen op straat haar soms als een zielig, ziek kind zagen, maar op dat zomerkamp word je niet zielig gevonden.’

Had je van tevoren verwacht dat je een film over zielige kinderen zou maken?

‘Nee, juist niet. Ik wilde iets maken over kinderen met een heftige ziekte, maar ik wilde niet dat mijn film zielig zou worden, want er zijn al zo veel zielige films over zieke kinderen. In deze documentaire wilde ik een ander perspectief laten zien: dat kinderen veerkrachtig zijn, dat hun leven niet voorbij is als ze ziek zijn, dat er meer is dan alleen ziekenhuisbezoeken en dat ze ondanks alles ook nog kunnen genieten. Met dat idee ben ik gaan rondkijken en uiteindelijk kwam ik bij dit zomerkamp uit.’

Met welk gevoel ging je naar het kamp toe?

‘Een jaar voor ik ging filmen was ik er al geweest voor mijn research. Ik was toen zelf net vijf maanden moeder. Het was het eerste wat ik deed na mijn zwangerschapsverlof en ik dacht: oh nee, waar ben ik nou toch aan begonnen?! Ben je net moeder geworden en ga je naar een zomerkamp voor zieke kinderen, terwijl het je grootste angst is dat je eigen kind ziek wordt. Vooraf vond ik dat heel heftig, maar zodra ik op het terrein was, was dat gevoel meteen verdwenen.’

Wat zag je die eerste keer?

‘Er hing zo’n fijne, relaxte sfeer. Natuurlijk zie je aan veel kinderen wel dat ze ziek zijn – in de film zitten ook kinderen met een sonde in hun neus en kinderen zonder haar –, maar daar ging het verder helemaal niet over. Omgaan met de kinderen vond ik dan ook niet zwaar. Als regisseur en jonge moeder vond ik het contact met hun ouders eigenlijk het moeilijkst – om hun pijn te zien. Ik kon me heel goed voorstellen hoe heftig het is als je kind zo ziek wordt. Toen we de documentaire aan het maken waren, vertelde Lotte ook dat ze dit een van de moeilijkste dingen vond: haar ouders zo verdrietig zien. Maar tijdens het kamp zie je bij die kinderen niet veel verdriet, die zie je juist genieten. En misschien konden ze ook wel extra genieten omdat ze het verdriet van hun ouders even niet zagen.’

Welke momenten zijn in de film terechtgekomen?

‘Je krijgt een beeld van de zomerkampsfeer. Geen interviews of geforceerde scènes, maar de verloren uurtjes waarin Lotte kletst met haar nieuwe vriendinnen. Omdat ze allemaal hetzelfde hebben meegemaakt, hoeven ze niet aan elkaar uit te leggen hoe het bijvoorbeeld is om een chemokuur te krijgen. Ze voeren ook heel nonchalante gesprekjes over wat ze later willen worden, maar ze praten net zo makkelijk over wat ze gedaan hebben met hun haar, omdat dit tijdens de behandeling is uitgevallen. Of ze vertellen welk eten ze niet meer lusten. Lotte zegt bijvoorbeeld dat ze geen donuts meer eet omdat ze voor haar behandeling vaak langs Dunkin' Donuts ging, een ander meisje lust geen appelmoes meer omdat ze daar haar medicijnen mee innam.’

Sommige kinderen in de film zijn nog onder behandeling, net als Lotte. Hoe was het voor hen dat dit nu op een zomerkamp gebeurde in plaats van thuis?

‘Wat ik zo bijzonder vind aan dit kamp is dat je ongeacht het stadium van je behandeling of hoe fit je bent, gewoon mee kunt gaan. Onder de vrijwilligers waren veel verpleegkundigen en artsen, waarvan een deel in het Prinses Máxima Centrum werkt. Dat is het ziekenhuis waar alle Nederlandse kinderen met kanker worden behandeld. Dus als je nog medisch begeleid wordt, kan dit op het kamp gebeuren. Dat is in de film ook zo bij Lotte, die elke dag nog chemokuurdrankjes moet drinken en ook een keer medicijnen toegediend krijgt via haar poortkatheter, een kastje dat vlak onder de huid op haar borstkas zit.’

Hoe gaat het nu met Lotte?

‘Ik heb nog steeds contact met Lotte en haar ouders en zij geven regelmatig gezondheidsupdates. Lotte heeft op 28 juli 2024 de laatste chemotherapie gehad en sindsdien wordt om de paar maanden gecontroleerd of de ziekte echt weg is. Dat is elke keer heel spannend. Toen ze hoorden dat ik dit interview ging doen, zeiden ze dat het belangrijk is dat mensen weten dat het na de laatste behandeling nog niet klaar is. Chemo beschadigt je lijf, dus daar moet je van herstellen. Daarom zit Lotte in een revalidatietraject, waar ze wekelijks naartoe gaat.’

In de film zegt Lotte dat ze beroemd wil worden. Hoe vond ze het om zichzelf op het witte doek terug te zien?

‘Klopt. En nu wil ze helemaal beroemd worden, ze heeft de smaak te pakken. Ze vindt de film supermooi, inmiddels hebben we hem op Cinekid gezien en een paar maanden geleden zijn we op een filmfestival in Antwerpen geweest. Als Lotte zichzelf terugziet begint ze helemaal te stralen. In Antwerpen hadden we na afloop ook een Q&A, dat leek haar erg spannend. Maar uiteindelijk vond ze het echt geweldig dat kinderen haar allerlei vragen stelden.’

Het is weer zomer, gaat Lotte dit jaar weer op kamp?

‘Ja, je mag tot drie jaar na je behandeling nog mee, dus die week ziet ze al haar vriendinnen van het kamp weer. Het hele jaar hebben ze contact gehouden en ze hebben al afgesproken dat ze bij elkaar op de kamer willen slapen. De documentaire wordt uitgezonden op de eerste dag van het kamp, dus die gaan ze samen met de andere kinderen kijken en daarna zullen ze waarschijnlijk nog wel een klein filmfeestje bouwen.’

Zomerdromen

zondag 22 juni

npo 3 19.20-19.45

de nieuwste documentairetips in je mailbox?