‘Ik houd van je. Ik blijf niet lang hoor.’ Christopher Quigley telefoneert op een terras met zijn vrouw. Ze ruziën over het feit dat hij, na een drukbezochte pro-Trumpdemonstratie in New York, nog even blijft hangen met vrienden. Ze is terecht boos. Het is het hoogtepunt van de coronapandemie in 2020. Quigleys vrouw is verpleegkundige op de covidafdeling van een ziekenhuis én zwanger van hun eerste kind. Een vaccin is nog toekomstmuziek. ‘Je snapt toch wel dat ik grote kans heb om te overlijden als ik corona krijg,’ zucht ze teleurgesteld. ‘Dat gaat niet gebeuren, hoor…,’ antwoord Quigley. ‘En ze heeft opgehangen.’ Hij staat tussen zijn mede-Proud Boys, de wit-nationalistische knokploeg die sinds de Amerikaanse verkiezingen van 2016 linkse activisten lastigvallen.
In de documentaire Homegrown (2024) van regisseur Michael Premo valt op hoe vaak de vrouw van Quigley geërgerd de hoorn op de haak gooit tijdens gesprekken met haar echtgenoot. Hij is een van de drie hoofdpersonen die in 2020 en 2021 meelopen met de demonstraties tegen de verkiezingsnederlaag van president Trump. Maar deze sullige man uit de staat New Jersey is de meest tragische. Gedurende de bijna twee uur durende documentaire is te zien hoe Quigley zijn huis verbouwt voor de komst van zijn zoon, de babykamer zorgvuldig klaarmaakt en zenuwachtig is om vader te worden. Tegelijkertijd is hij gevangen in een alternatieve realityshow-realiteit waarin hij zich een patriottische held waant, die Amerika moet redden.