Tunesische filmmaker Kaouther Ben Hania volgt Olfa, moeder van Eya, Tayssir, Ghofrane en Rahma. Belangrijkste crux is de verdwijning van de twee oudsten: Ghofrane en Rahma. Waar ze precies zijn en of ze nog leven, dat is die climax op het einde. Toen Ben Hania begon met filmen realiseerde ze al snel dat de interessantste materie voor haar verhaal in het verleden lag. Dus maakte ze de onconventionele keuze om acteurs in te schakelen. Maar ze kiest er ook voor om alles te laten zien. Dus is er een scène waarop moeder Olfa en dochters Eya en Tayssir de drie acteurs ontmoetten die Ghofrane, Rahma én Olfa, tijdens de moeilijkste scenes, zullen spelen. Terwijl de scenes worden nagespeeld wordt er tussendoor gepraat, Olfa geeft ‘haar’ acteur regieaanwijzingen. Dat klinkt misschien rommelig, maar het is een cinematografisch hoogstandje, waarbij de kijken moeiteloos schakelt tussen het gespeelde narratief en de ‘realtime’ werkelijkheid.
Olfa blijkt een vat vol tegenstrijdigheden, een warme moeder én een tiran, die weliswaar sinds jaar en dag zelf mannen bruut van zich afslaat, maar van haar dochters wel verlangt dat ze de perfecte, gedweeë moslimmeisjes zijn. Dit houdt onder meer in dat hun lichaam niet van hen, maar van hun toekomstige man is. Dat opvoeden gaat natuurlijk allemaal niet van een leien dakje, dus er is veel fysiek en verbaal geweld. Ellendig, ja, maar de wijze waarop dochter Eya terugblikt op de klappen en scheldpartijen van haar moeder, haar moedig confronteert (‘omdat we deze film maken kan ik dit nu zeggen’) is magistraal.
Het is dan ook de dynamiek tussen de acteurs, die Olfa zonder scrupules een spiegel voorhouden, de twee beeldschone jongste dochters en de zeer complexe Olfa, die Four Daughters zo buitengewoon gelaagd en interessant maakt. Uiteindelijk draait de film om de vraag of het mogelijk is om een lange keten van intergenerationeel geweld te doorbreken. En juist door de film te maken, lijkt dat gelukt.