In de intieme documentaire Flophouse America zien we hoe tiener Mikal met zijn ouders probeert te overleven in een krap Amerikaans motel. Het resultaat is pijnlijk en ontroerend.

‘Wie heeft er nu weer wodka op de kat gemorst?’ Het is een terloopse opmerking, maar wel een opmerking die de leefsituatie van tiener Mikal pijnlijk duidelijk maakt. Mikal woont met zijn vader en moeder in een flophouse: een goedkoop, smoezelig hotel waar Amerikaanse gezinnnen leven die geen permanente huisvesting kunnen betalen, maar ook niet in aanmerking komen voor overheidssteun. Dat betekent dat ze vaak hutjemutje met elkaar samenwonen. Bij Mikal betekent dit bijvoorbeeld dat hij en zijn ouders noodgedwongen de afwas moeten doen in bad.

Het geeft de pijnlijk ontroerende documentaire Flophouse America haast iets van een claustrofobisch drama. De Noorse regisseur Monica Strømdahl reisde al jaren door de Verenigde Staten om het leven in goedkope hotels vast te leggen toen ze in 2017 de 11-jarige Mikal ontmoette. Tijdens haar reis langs al die motels had Strømdahl veel kinderen ontmoet, maar Mikal was anders, omdat hij daadwerkelijk geboren bleek te zijn in zo’n flophouse. Strømdahl volgde hem en zijn ouders uiteindelijk zo’n drie jaar lang, om zijn leven in die hotelkamer zo realistisch mogelijk in beeld te brengen.

Mikal en zijn moeder

In die kamer voelt alles klein, en net iets te dichtbij. De gevolgen van armoede worden hier bijna tastbaar, vooral omdat Strømdahl de hele tijd boven op de spanningen in het gezin zit, terwijl de camera er eigenlijk nauwelijks nog bij past. Vader Jason en moeder Tonya zijn niet vies van een borreltje, en dat zorgt ervoor dat de boel meer dan eens escaleert. Dat is ontzettend wrang en pijnlijk, maar óók doeltreffend: wegkijken van de armoede wordt hier letterlijk onmogelijk gemaakt.

Maar ondanks die uitzichtloosheid, is Flophouse America geen volstrekt hopeloze film, vooral omdat er op momenten óók veel liefde zichtbaar is. Zoals Strømdahl zelf aangaf in gesprek met Variety: ‘Mikals ouders hebben me binnengelaten omdat ze begrepen willen worden. Er zit veel pijn in hun levens, maar ook een zekere eerlijkheid. Ze weten dat het moeilijk is, maar ze zijn ook trots dat Mikals opvoeding alsnog beter is dan die van hen ooit was. In hun ogen is hij beschermd tegen de ellende die zij zelf moesten doorstaan. Ik denk dat zij de film vooral zien als een manier om de waarheid te vertellen over verslaving, armoede en hoe een nieuwe generatie betere kansen kan krijgen.’

Het maakt Flophouse America tot een radicaal eerlijke én een radicaal realistische film, die bij vlagen zó intiem is dat het haast ongemakkelijk wordt. Maar laat dat laatste nu precies Strømdahls bedoeling zijn. Uit datzelfde interview: ‘Vanaf het begin was het belangrijk voor mij om van de gezinsleden geen statistieken te maken, maar ze te laten zien als volwaardige, complexe mensen.’ Dat is uitstekend gelukt, want zelden werd het leven in zo’n flophouse inzichtelijker en aangrijpender verteld dan in deze uitstekende documentaire.

Flophouse America

Flophouse America is vanaf 19 juni te zien op Picl en in de bioscoop.

de nieuwste documentairetips in je mailbox?