De vuurwerkramp in Enschede, dit jaar 25 jaar geleden, liet diepe sporen na. Niet in de laatste plaats bij de getroffen kinderen. 

Lang ging het over de schuldvraag als het over de vuurwerkramp in Enschede ging. Even ter herinnering: op 13 mei 2000 ontplofte een vuurwerkopslagplaats van het bedrijf S.E. Fireworks in de Enschedese arbeiderswijk Roombeek. Het was de grootste explosie in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog. Er kwamen 23 mensen om, waaronder vier brandweerlieden, ongeveer duizend mensen raakten gewond, honderden woningen werden verwoest. Een verdachte van brandstichting werd vrijgesproken, de twee directeuren van het vuurwerkbedrijf werden vervolgd, maar nog altijd lopen er juridische procedures om het vonnis te herzien. Ook hebben slachtoffers geprobeerd de overheid en de gemeente aansprakelijk te stellen voor de ramp – wat deed die vuurwerkopslag midden in een woonwijk? –, maar tevergeefs. Nog altijd heerst bij sommigen het gevoel dat de echte schuldigen nog geen verantwoording hebben afgelegd.

De persoonlijke verhalen van slachtoffers en getuigen zijn hierdoor enigszins ondergesneeuwd. Reden voor veel media om dit 25ste herdenkingsjaar aan te grijpen om de impact van de explosie op de inwoners van Enschede weer centraal te stellen. Zo pakt de EO uit met dramaserie De vuurwerkramp, YouTube-serie De vuurwerkramp: Ooggetuige en de tv-documentaire De middag van 2000, waarin Enschedeërs aan het woord komen die als kind de ramp van dichtbij meemaakten – inwoners van Roombeek die op jonge leeftijd getuige waren van de verwoestingen, soms zelf gewond raakten of zagen hoe een familielid, buur of vriendje werd toegetakeld door rondvliegend vuurwerk en puin.

Eline

13 mei 2000 was een lome zaterdag, al de hele week straalde de zon. Totdat er ineens knallen komen uit een opslagplaats midden in de woonwijk. Aanvankelijk lijkt de brand nog vrij onschuldig. De politie zet slechts de straat af om nieuwsgierigen in T-shirt en korte broek op afstand te houden. De brandweer is op het terrein van S.E. Fireworks bezig met bluswerkzaamheden. Dan gaat de eerste bunker de lucht in en de rest volgt als een duizendklapper, waarna de daken van de huizen worden gerukt in een omtrek van meer dan honderd meter en binnen enkele seconden een complete wijk in puin ligt.

In close-up gefilmde interviews vertellen Caner, Chantal, Eline, Michiel, Marlijn, Aniek en Cihan hoe ze als kind tijdens doodsangsten uitstonden. Paniek, eenzaamheid en uiteindelijk verdriet en rouw. De traumatische momenten worden in – enigszins bombastisch-dramatische – reconstructies nagespeeld, met een rol voor de geïnterviewden zelf.

De middag van 2000

dinsdag 13 mei

NPO 2 22.40-23.35

de nieuwste documentairetips in je mailbox?