De korte docu ‘Henk’ is een portret van de kunstacademieconciërge Henk Shakison – inclusief een speciaal voor hem ontworpen modecollectie. Het is de derde film in een trilogie van Sarah Blok en Lisa Konno over vaders met een migratieachtergrond. ‘Henk is meer dan een ode.’

‘Ik kan niet alleen maar lachen wanneer ik blij ben, ik kan ook lachen wanneer ik pijn heb,’ zegt Henk Shakison (60) nonchalant. Even later rolschaatst hij in een prachtig hemelsblauw pak tussen vier grote lichtgevende letters door: H E N K.

Deze scène uit de korte documentaire Henk is een typisch voorbeeld van de originele stijl van makers Sarah Blok (29) en Lisa Konno (30). De twee combineren persoonlijke interviews met geënsceneerde situaties en een door Konno speciaal op de hoofdpersoon geïnspireerde modecollectie. Eerder maakten Blok en Konno op deze manier al de prijswinnende korte films Nobu (2018, over Lisa Konno’s Japanse vader) en Baba (2020), over de Turkse Nederlander Ceylan en zijn dochter Serin. De bij deze twee films horende modecollecties zijn inmiddels aangekocht door het Kunstmuseum in Den Haag.

‘Henk is totaal niet bezig is met erkenning, dat is heel inspirerend’

Lisa Konno

De Surinaams-Nederlandse Henk Shakison is vader van drie zoons en conciërge op de Rietveld Academie in Amsterdam, maar vroeger was hij muzikant, danser en rolschaatskampioen. Waarom de eigenzinnige Henk niet met dit verleden te koop loopt, leren we stukje bij beetje in Henk. De VPRO Gids interviewde Sarah Blok – die momenteel in Londen een master fictiefilm doet – en Lisa Konno via Zoom. Een gesprek over Henk, het kofschip en mattenkloppers.

Sarah Blok en Lisa Konno

Sarah is oorspronkelijk theatermaker, Lisa is modeontwerper; waar komt jullie samenwerking vandaan?

SB: ‘We zijn allebei opgegroeid in Amsterdam en al sinds de middelbare school bevriend. Na school zijn we allebei een andere kunstopleiding gaan doen, ik in Utrecht en Lisa in Arnhem. Eenmaal afgestudeerd merkten elkaar vinden in het op een luchtige manier vertellen van maatschappelijke verhalen. Toen is het idee voor Nobu ontstaan, het portret dat we van Lisa’s Japanse vader maakten.’

LK: ‘Mijn vader moest destijds opeens een inburgeringscursus doen, terwijl hij al dertig jaar in Nederland woonde. Zat hij op zijn ouwe dag het kofschip te leren! Dat bracht ons op de vraag: wanneer hoor je er nou bij in Nederland?’

SB: ‘Lisa wilde door dat plan ook voor het eerst met Japanse mode aan de slag. Dat had ze daarvoor altijd een beetje vermeden, omdat iets maken over je culturele identiteit vaak een soort zwaarte met zich meebrengt.’

LK: ‘Inderdaad, ik wilde nooit een collectie maken geïnspireerd op Japanse fenomenen als de kimono of wabi-sabi. Maar in Nobu gaat het specifiek over mijn vader en wat de Japanse cultuur voor hem en voor ons is. Het is heel persoonlijke mode.’

SB: ‘Dat zie je ook in Lisa’s modecollectie voor Henk. Er zitten Surinaamse elementen in, zoals de mattenklopper: een gouden sieraad in de vorm van een soort knoop. Maar er zitten ook sleuteltjes in verwerkt, vanwege zijn baan als conciërge. Al die sleuteltjes vormen een soort cowboyfranje, wat dan weer heel erg “Henk de cowboy” is: hij is een einzelgänger. En de mattenkloppers zijn samen ook weer Andreaskruizen, als verwijzing naar Amsterdam. Zo leuk bedacht van Lisa!’

LK: ‘Haha, dank je.’

Na Nobu volgde Baba: over Ceylan, de Turkse vader van jullie goede vriendin Serin. En nu dus Henk – hoe zijn jullie bij hem uitgekomen?

SB: ‘We wilden deze keer een hoofdpersoon die wat verder van ons af stond. En Henk bleek niet bang om vrijuit te praten. Zo vertelde hij dat hij vindt dat je verleden niks met je heden te maken heeft. Dat vonden Lisa en ik een heel interessant uitgangspunt voor iemand die uit Suriname naar Nederland is gekomen, omdat het zo contrasteert met hoe veel jongeren van nu – en zeker ook de studenten op de Rietveld – kijken naar het begrip identiteit. Niet dat we het ene standpunt beter vinden dat het andere, maar dat generatieverschil boeit ons.’

LK: ‘Henk praat op een poëtische manier en hij heeft veel charme. Ook dat hij als conciërge op de Rietveld werkt vonden we interessant, omdat het kunstelement van onze films daardoor meteen een vrij vanzelfsprekende plek krijgt in het verhaal.’

Jullie zochten dus naar een hoofdpersoon die ver van jullie af stond, maar eindigden met een personeelslid van de kunstacademie?

SB: ‘Haha, ja! Maar dat past ook wel weer bij onze open stijl. Onze aanpak is totaal niet fly on the wall, we zijn er in de film heel eerlijk over dat we een goeie band met onze hoofdpersoon hebben.’

LK: ‘Ja, het wordt ook al snel een viering als je iemand visueel zo groots neerzet als wij doen.’

SB: ‘Maar we proberen ook wel echt kritisch naar Henk te kijken. We willen ook ruimte laten voor het publiek om zelf conclusies te trekken – los van wat Henk zegt – over wat ze zien. Een ode is maar één kleur; ik hoop wel dat er ook momenten in zitten met een andere kleur.’

Er zijn inderdaad momenten waarop je je als publiek afvraagt of Henk echt meent wat hij zegt. Bijvoorbeeld als hij beweert dat hij graag onderschat wil worden. Of als hij zegt dat hij genoot van het moment dat hij racistisch werd uitgescholden.

LK: ‘Ja, Henk heeft in zijn leven veel met racisme te maken gehad, maar hij vindt het belangrijk om daar geen nadruk op te leggen. Dat is iets dat je veel ziet in deze generatie.’

SB: ‘Henk wil zichzelf sowieso niet als slachtoffer zien. Maar je ziet dat hij toch gevormd is door moeilijke ervaringen.’

LK: ‘En als je onderschat wilt worden heb je uiteindelijk toch een negatief wereldbeeld, denk ik. Henk vindt het nodig om andere mensen een stapje voor te zijn: door meer te kunnen dan zij denken dat hij kan.’

Wat hopen jullie dat jullie documentaire met de kijkers doet?

LB: ‘Ik hoop dat Henk ze inspireert. Hij zegt: “De Rietveldstudenten voelen zich pas een echte kunstenaar als ze mogen exposeren, maar ik heb dat niet nodig.” Dat vind ik zelf heel inspirerend: dat Henk dingen blijft maken, muziek bijvoorbeeld, maar dat hij totaal niet bezig is met erkenning.’

SB: ‘De film is ook gewoon heel grappig, Lisa en ik hebben zo veel gelachen tijdens het draaien. En het is dat ik nu naar Engeland ben verhuisd, anders was ik nog veel vaker op de Rietveld langsgekomen om met Henk te kletsen. Want wat je stemming ook is, Henk vrolijkt je sowieso op!’

Op 2doc.nl/henk zijn ook Sarah Blok en Lisa Konno’s eerdere films Nobu en Baba te zien. Op vrijdagavond 15 april wordt de trilogie vertoond in Felix Meritis, Amsterdam, waar ook de modecollectie uit Henk te zien zal zijn en een fotoserie van Coco Olakunle over Henk en zijn zoons.