VPRO Gids 9

4 maart t/m 10 maart
Pagina 23 - ‘ Een harde les’
papier
23

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

 Een harde les

Hugo Hoes

Filmmaker Yara Hannema (1983) zat tien jaar lang op de Amsterdamse Platoschool, die in 2002 de deuren moest sluiten. In de documentaire ‘De Platoschool’ onderzoekt ze hoe dit idealistische initiatief uiteindelijk zo kon ontsporen. “We maakten geen deel uit van de maatschappij.”

Yara Hannema

Wat was de Platoschool eigenlijk voor school?

Yara Hannema: ‘Een school voor bijzonder onderwijs, opgericht door ouders die zelf de School voor Filosofie hadden bezocht, waar filosoof en bankier Paul van Oyen de leiding had. Daar leerden zij alles over meditatie en filosofie en men wisselde gedachten uit met geestverwanten. Mijn ouders hebben ook de Bhagwan bezocht en waren zeer geïnteresseerd in spiritualiteit. Veel antwoorden vonden ze bij de School voor Filosofie en nog altijd hebben ze veel vrienden uit die tijd. Cursisten van die school waren zo enthousiast dat ze een schoolplan schreven en in 1983 mochten ze een basisschool beginnen in Amsterdam-Zuid.’

U woonde in Haarlem.

‘Mijn zusje en ik gingen mee met een busje dat kinderen met een beperking naar een speciale school bracht. Op straat speelde ik met kinderen uit de buurt, maar al mijn vriendinnen zaten op de Platoschool. Daarom viel het mij ook niet op dat we er in onze jurkjes en lange rokken anders uitzagen. In groep 8 wel en in de eerste van de middelbare school schaamde ik me kapot. Ontzettend ouderwets. Tegen die tijd reisden we zelfstandig naar school in een gewone broek en kleden we ons daar snel om.’

‘Men kon niet omgaan met kinderen die niet excelleerden. Voor mij was een andere school beter geweest’

Yara Hannema
Wat leerde u naast lezen en schrijven?

‘Onder meer Indiase dans, filosofie, mediteren, kalligraferen met kroontjespen en Sanskriet. Moest je hele verzen en mantra’s reciteren. De jongens kregen boksen in plaats van dansen.’

In de film zag ik ook een vreemde vogel voor een zaal met kleine kinderen.

‘Een Indiase goeroe, die ons in de gymzaal levenswijsheden kwam bijbrengen. Zijn woorden werden door een onderwijzer vertaald. Ik wist dat niet meer, maar op een oude opname zag ik mezelf in die zaal zitten. Een vader was altijd aan het filmen op school en van hem heb ik een doos vol videobanden gekregen. Dat was goud en zonder hem was de film er niet gekomen.’

Het leek wel een sekte.

‘Dat is een heel gevoelig woord binnen de kringen van de Platoschool en de School voor Filosofie. Als ik het gebruik schiet men direct in de verdediging. Het was geen sekte, maar had wel sektarische trekken. Je kon eruit stappen en toch contact met je familie blijven houden.’

Yara Hannema danst de abhinaya op de Platoschool

De directeur schreef straflimericks.

‘Persoonlijke versjes bij strafwerk. Jarenlang heb ik gedacht: wat grappig. Tot ik met mijn film begon. Het was helemaal niet grappig, maar vernederend. Dat gebeurde niet in mijn klas, wel in die van de directeur. Als Pietje bijvoorbeeld met zijn stoel wipte, maakte hij daar een versje over en dat moest Pietje dan honderd keer overschrijven. Hij vond zijn limericks zo fantastisch dat hij die vervolgens bundelde en iedereen op school kreeg of kocht zo’n boekje. Daar stond je met naam en toenaam in en er werd hartelijk om gelachen, best pijnlijk. Vonden onze ouders helemaal niet raar. Pas nu erkennen ze dat het wel een beetje gek was. Op de Platoschool kon je je heel erg vernederd voelen of, zoals in mijn geval, dom, want ik kon niet zo goed leren. Men kon niet omgaan met kinderen die niet excelleerden. Voor mij was een andere school misschien beter geweest.’

Ging u met tegenzin?

Nee, ik had veel leuke vriendinnen en elk jaar werden we iets rebelser tegen de leiding. Je was niet alleen en had steun aan elkaar. Eerst heb ik anderhalf jaar enkele dagdelen op het kinderdagverblijf van de Platoschool gezeten, daarna acht jaar basisschool en twee jaar middelbare school. Omdat mijn vriendinnen dat deden ging ik mee. Daarnaast vond ik een andere school dood- en doodeng. Liever op die Platoschool dan naar een plek waar ik niemand ken en alles anders was. Ik wist niets van de wereld. Niemand van ons. We maakten geen deel uit van de maatschappij. Na twee jaar middelbaar onderwijs op de Plato werd het de mavo van het Montessori College Aerdenhout, toen ging de wereld open.’

Oud leerling Thecla

Oud leerling Melchior

Wist u dat het zo streng was?

‘Nee, wel dat het bijzonder onderwijs was. Dat stond op de deur, maar dat klonk positief.’

Hadden andere kinderen het moeilijk?

‘Ja. Ik heb vaak gezien dat kinderen vernederd werden en dat vond ik verschrikkelijk. Bijna traumatisch want ik kon ze niet helpen. Er was bijvoorbeeld een jongetje dat heel onzeker en verlegen was en nooit iets zei. Een leraar zette hem op een dag voor de klas, want hij moest en zou spreken. Maar hij kon dat niet en blokkeerde helemaal. Totaal voor schut gezet. “Ga nu eens praten!” schreeuwde die leraar. Hij zei niets, maar er biggelde een traan over zijn wang. Vond ik zo erg. Ander voorbeeld: we hadden allemaal een kast voor onze spulletjes en die moest op vrijdagmiddag opgeruimd zijn voor het weekend. Toen een meisje dat niet voor elkaar kreeg, werden haar spullen er door de leraar uit gehaald en op de grond gegooid. Moest zij alles van de vloer rapen, terwijl iedereen toekeek. Tot op de dag van vandaag, als ik zie dat iemand vernederd dreigt te worden, denk ik: dat gaat niet gebeuren. Dan word ik gek. Ik wil nooit meer meemaken dat mensen en plein public voor schut worden gezet. Walgelijk.’

‘Zijn die eigen initiatieven wel zo’n goed idee? Moeten we kinderen niet beschermen tegen de gekte van idealistische ouders?’

Zei u destijds niets?

‘Niemand! Je sprak de leraar niet tegen. Dat liet je wel uit je hoofd. We kenden alleen deze situatie, dus dit was ons enige referentiekader. Dit was onze realiteit. Als een onderwijzer iemand naar voren haalt en slaat is dat traumatisch, maar ik dacht nooit: dit is niet normaal. Je bent vier wanneer dat begint. Pas nu weet ik dat op school ook werd gedreigd met nog meer straf als je hier thuis over vertelde. Op een dag, ik zat toen al op de middelbare school, waren er allemaal cameraploegen op het schoolplein. Een oud-muziekdocent had naar buiten gebracht dat er geslagen werd op school, waarna we landelijk nieuws werden. Maar wat gebeurde er: de klokkenluider werd zwartgemaakt. Het verhaal ging dat ze met ruzie vertrokken was en uit wraak de school belasterde. Veel ouders geloofden dat.’

Jullie wisten wel beter.

‘Het is mij niet overkomen, maar ik heb wel gezien dat een kind voor de klas op de blote billen werd geslagen. Dat dit in de rest van de maatschappij niet getolereerd werd, wist je als kind niet. Dus: er komen nieuwsploegen onze school zwartmaken. Thuis werd het ook niet geloofd en dat nam je over. Het werd weggewuifd. Uiteindelijk is er wel een justitieel onderzoek geweest, twee leraren en de directeur hebben een boete gekregen. Door alle negatieve berichten daalde daarna het aantal leerlingen en nadat een leerling door de oud-directeur, die nog wel lesgaf, van de trap was geduwd, ging de school in 2002 dicht.’

Bijna twintig jaar later kwam u met een filmplan. Hoe reageerden uw ouders?

‘Zij hadden het daar moeilijk mee. Het heeft drie jaar geduurd voordat mijn moeder toestemde.’

Leerlingen krijgen les van een goeroe

Waarom wilde ze niet?

‘Ze was bang dat ik de Platoschool aan de schandpaal zou nagelen. Dat trekken ze zich natuurlijk aan omdat zij mij naar die school hebben gestuurd. Het was ook moeilijk om oud-leerlingen mee te krijgen en dat heeft vooral te maken met loyaliteit naar ouders. Als je zegt dat je het daar lastig hebt gehad, zeg je tegen je ouders: jullie hebben het niet goed gezien of gedaan. Dat gaat bij de Plato verder dan bij andere scholen, want ze waren er allemaal bij betrokken.’

 Bankier en filosoof Paul van Oyen staat nog steeds achter de onderwijsmethode.

‘Ook wel verfrissend. Toen ik hem benaderde zei hij: “Het zou geen goede documentaire zijn als ik er niet in zat.” Hij kan zich niet verplaatsen in de leerlingen en vindt de klachten overdreven. “Iedereen is toch goed terechtgekomen?”’

De film is ook op tournee geweest.

‘Dat waren zeer emotionele bijeenkomsten, waarop veel pijn naar boven kwam. Daar had ik me flink op verkeken. Sommigen waren boos omdat ik hun levenswerk teniet had gedaan door een putdeksel open te trekken. De een vindt mij te negatief, de ander zegt dat alles nog veel erger was. Bijzonder onderwijs is een hot issue. Zijn die eigen initiatieven van ouders wel zo’n goed idee? Moeten we kinderen niet beschermen tegen de gekte van idealistische ouders? Ik denk van wel. Je mag ze thuis meegeven wat je wil, maar als je kinderen dezelfde kansen wil bieden in de rest van hun leven moet je ze na de basisschool zo gelijk mogelijk afleveren.’

Dit was een experiment.

‘Absoluut, en met kinderen moet je niet experimenteren, dat is van de zotte.’