VPRO Gids 1

7 januari t/m 13 januari
Pagina 10 - ‘Nothing Compares: Niemand is zoals Sinéad’
papier
10

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Nothing Compares: Niemand is zoals Sinéad

Atze de Vrieze

Er zitten twee pijnlijke gaten in ‘Nothing Compares’, een documentaire over de Ierse zangeres Sinéad O’Connor. En toch, of misschien juist wel dankzij die hiaten, is het een geslaagde film over een artiest die haar tijd ver vooruit was.

Sinéad O'Connor tijdens een bezoek aan Hollywood

Daar staat ze, in een schitterend blauw mantelpak, met een glimmende broche net onder haar hals. Haar hoofd is kaalgeschoren. Het is 16 oktober 1992. Madison Square Garden in New York is gevuld voor een eerbetoon aan Bob Dylan. Dylan, de luis in de pels van Amerika, kritisch denker, rebel, poëet – je zou denken dat iets van die allure ook doorgesijpeld moet zijn naar zijn fans. Het is Kris Kristofferson die haar aankondigt als een artiest wier naam synoniem geworden is met moed en integriteit: Sinéad O’Connor.

Heel even lijkt ze met gejuich ontvangen te worden, maar binnen een seconde buigt het geluid naar beneden tot niet mis te verstaan boegeroep. Gejoel, dat niet ophoudt Ook niet als Sinéad O’Connor al meer dan een minuut staat te wachten op het podium tussen haar muzikanten. Het moet de langste minuut uit haar carrière zijn. Ze kijkt het publiek in, glimlacht ongemakkelijk, kijkt naar beneden en dan weer naar die volle zaal. De muzikanten beginnen voorzichtig te spelen, maar de zangeres gebaart met beide armen dat ze moeten stoppen.

Terwijl het gejoel in de zaal aanzwelt tot orkaankracht en Sinéad O’Connor een diepe zucht slaakt, verschijnt Kris Kristofferson weer op het podium. Hij legt zijn hand in haar nek en zegt iets in haar oor. Als je heel goed luistert kun je horen wat: ‘Don’t let the bastards get you down.’ Na twee minuten zet de band opnieuw in, een poging om de vrouw in nood te redden. En dan neemt de zangeres een beslissing: ze maant de band te stoppen, rukt de in-ear monitors uit haar oren, vraagt de geluidsman de microfoon harder te zetten en begint te scanderen: ‘Until the philosophy / which hold one race superior / And another / Inferior / Is finally / And permanently / Discredited / And abandoned.

Sinéad O’Connor

Kindermisbruik

Dit zijn de beginregels van ‘War’, een nummer van reggaezanger Bob Marley, dat O’Connor twee weken eerder bij Saturday Night Live ook heeft gezongen. Het zijn niet zozeer die eerste zinnen die de zaal vol Dylanfans – net als de rest van de wereld – tot razernij drijven. Dat gebeurt wanneer ze verderop de oorspronkelijke tekst aanpast en er een explosieve boodschap in verpakt: ‘Until the ignoble and unhappy regime / which holds all of us through / child-abuse, yeah, child-abuse, yeah / sub-human bondage has been toppled / utterly destroyed / everywhere is war/ (…) / Until that day / there is no continent / which will know peace / Children, children / Fight! / We find it necessary / We know we will win / We have confidence in the victory / of good over evil.’

Ze kon en wilde het spel van de muziekindustrie niet meespelen en was niet in staat om haar battles strategisch te kiezen

Om eventuele twijfel weg te nemen over degene aan wie die deze zinnen gericht zijn, verscheurt ze tijdens het woord ‘evil’ een foto van paus Johannes Paulus II. Het is een protestdaad die de wereld over gaat. Ongehoord, ondenkbaar – in Amerika, maar helemaal in het katholieke Ierland, waar O’Connor zelf opgroeide. Maar Sinéad O’Connor is niet gek, ze weet waar ze het over heeft. De aantijging dat er binnen de Rooms-Katholieke Kerk op grote schaal sprake is van kindermisbruik mag op dat moment bizar en ongegrond klinken, inmiddels weten we dat het waar is wat de zangeres met eigen ogen zag in een instelling voor moeilijk opvoedbare kinderen. Van dit incident zal Sinéad O’Connors carrière zich nooit meer herstellen. Ze is dan 24 jaar oud.

Prince

Nothing Compares is een intense documentaire over een zangeres die de dingen niet alleen scherp zag, maar ook weigerde haar mond te houden, op het zelfdestructieve af. Ze kon en wilde het spel van de muziekindustrie niet meespelen en was kennelijk niet in staat om haar battles strategisch te kiezen. Het is een indrukwekkende film, ondanks twee gapende gaten.

Het eerste gat is haar grootste hit, nota bene de naamgever van de documentaire: in 1990 brak O’Connor wereldwijd door met ‘Nothing Compares 2 U’, een nummer van Prince. Hij schreef het in 1984 en nam het ook op met de funkband The Family, een van de vele satellietgroepjes die hij in die tijd onder zijn hoede had. Het werd geen hit, maar een paar jaar later maakte Sinéad O’Connor de song alsnog groot. Zonder zijn hulp. De erven van Prince hebben de documentairemakers verboden het liedje te gebruiken in de film en dit heeft alles te maken met de moeizame relatie tussen Prince en de Ierse zangeres. In eerste instantie liet hij zich in het openbaar positief uit over O’Connors uitvoering, maar achter de schermen klonk gemor. Het zinde Prince niet dat deze zangeres niet binnen zijn machtsbereik opereerde. Vervolgens was er wat gedoe in de managementhoek en toen de twee elkaar uiteindelijk in levenden lijve ontmoetten kregen ze onmiddellijk bonje. Het kwam nooit meer goed en Sinéad O’Connor heeft zich daar inmiddels zo vaak publiekelijk over uitgesproken dat Prince’ erfgenamen haar ‘het nummer niet waard’ vinden. Het is onwaarschijnlijk flauw, maar wel in de geest van de paarse kwelgeest, die zelf ook vaak vanuit emotie handelde.

Traan

Natuurlijk moeten de filmmakers daar iets op verzinnen, want het is juist dit liedje dat van Sinéad O’Connor een superster maakte. Ze kende al wat succes dankzij haar debuutalbum, The Lion and the Cobra, met singles als ‘Drink Before the War’ en, vooral, ‘Troy’. De eigenzinnige productie van de plaat zorgt ervoor dat O’Connors krachtige stem – net als haar waanzinnige charisma – overal dwars doorheen knalt. Ze oogt kwaad op de hoes, woedend, gevaarlijk. De documentaire laat mooi zien hoe controversieel dat op zichzelf al was. Des te kwetsbaarder is de zangeres in de videoclip van ‘Nothing Compares 2 U’. De film staat uitgebreid stil – en dan wordt het ook letterlijk stil, want de muziek mogen we dus niet horen – bij de traan in de video, die minstens net zo iconisch werd als het nummer zelf. Een van de fraaiste close-ups uit het MTV-tijdperk.

Feit is dat die ene actie, het verscheuren van die ene foto, haar succes knakte

Het andere gapende gat in de film is het gezicht van Sinéad O’Connor zelf. Ja, we zien de jonge Sinéad natuurlijk in de studio en op het podium. We zien haar in de Ierse undergroundscene, vóór het succes, we zien haar worstelen met de roem en uiteindelijk ook met haar neergang na het pausincident. Maar als ze terugblikt op dit alles zien we haar niet. We horen haar alleen. Het is een opmerkelijke keuze, maar kennelijk wil ze anno 2022 niet voor de camera verschijnen.

Wartaal

Dat heeft ongetwijfeld te maken met gebeurtenissen uit de afgelopen jaren. Na de rel van 1992 blijft O’Connor muziek maken, maar voor het grote publiek verdwijnt ze uit beeld. Haar nieuwe muziek bereikt nog maar een selecte groep mensen. En als we toch nog eens wat van haar horen, is het vaak een rel. Soms zijn het ook zinnige bijdragen aan het maatschappelijke debat. Zo waarschuwt ze popster Miley Cyrus, wanneer die in de video voor ‘Wrecking Ball’ als een sexy sloopkogel tekeergaat. O’Connor schrijft haar: ‘Je draagt de boodschap uit dat het cool is om jezelf te prostitueren. Dat is het niet, Miley. Het is gevaarlijk. Vrouwen horen niet uitsluitend gewaardeerd te worden om hun seksualiteit, ze zijn veel meer dan alleen dat.’

Sinéad O’Connor, 1989

Maar gaandeweg wordt haar gedrag steeds heftiger en onberekenbaarder. Het gaat niet goed met Sinéad O’Connor. Er verschijnen foto’s van haar waarop ze er extreem ongezond en verward uitziet en op sociale media slaat ze regelmatig wartaal uit. Als haar zoon Shane begin 2022 sterft laat O’Connor doorschemeren dat ze zelf ook niet meer wil leven. Ze wordt opgenomen, niet voor de eerste keer.

De filmmakers hebben deze periode in haar leven niet gedocumenteerd. Ook het feit dat O’Connor vier kinderen gebaard heeft en op latere leeftijd vertelde lesbisch te zijn, krijgt geen aandacht in de film. Misschien is de zangeres daar zelf voor gaan liggen, misschien probeerden de filmmakers haar in bescherming nemen. Hoe het ook zij, de publieke tragedie van de laatste jaren lijkt toch een direct gevolg van de gebeurtenissen die we wel in de film zien. Feit is dat die ene actie, het verscheuren van die ene foto, haar succes knakte. Een actie die niet op zichzelf stond – integendeel, het is illustratief voor haar karakter –, maar wel een met gevolgen die zo’n jonge artiest onmogelijk kon overzien.