In The Brutalist van Brady Corbet – een drieënhalf uur durend drama in de epische traditie van de cinema uit de jaren zeventig en tachtig – emigreert een briljante Hongaars-Joodse architect naar Amerika.

Zenuwslopend is het, de manier waarop de kijker in de openingsminuten van The Brutalist het verhaal in wordt getrokken. Vanuit de bedompte passagiersruimte van een groot zeeschip probeert een groepje samengedromde opvarenden het bovendek te bereiken om een glimp op te vangen van de New Yorkse haven die ze zojuist zijn binnengevaren. Onder hen László Tóth (Adrien Brody), een Hongaars-Joodse meesterarchitect en Holocaustoverlevende die zijn thuisland is ontvlucht en een nieuw leven wil beginnen in de Verenigde Staten.

De camera zit Tóth dicht op de huid, terwijl hij zich een weg baant door de joelende menigte. In de voice-over horen we zijn in Hongarije achtergebleven vrouw (Felicity Jones) somber een brief voorlezen waarin staat dat ze hem achterna zal reizen wanneer dit kan, omdat er voor hen in Hongarije niets meer is om voor te leven. Onheilspellend getik – de vervreemdende, machinaal klinkende soundtrack is afkomstig van Daniel Blumberg – maakt de scène nog intenser.

En dan, wanneer Tóth eindelijk in de buitenlucht is en de grootse muziek een bevredigende climax bereikt, draait de camera weg van het schip en komt Lady Liberty in beeld. Het vrijheidsbeeld tekent zich af tegen een diepblauwe, heldere hemel – als een symbool voor Tóths herwonnen vrijheid en alle nieuwe kansen die in Amerika op hem wachten.

Er is alleen wel iets vreemds aan de hand met dat shot: het standbeeld wordt namelijk ondersteboven gefilmd. Het is een visuele waarschuwing van regisseur Brady Corbet (Vox lux), zo lijkt het, om de kijker voor te bereiden op wat komen gaat in zijn ruim drieënhalf uur durende, meeslepende drama, waarin hij op grandioze wijze de Amerikaanse droom op zijn kop zet.

De film is zo groots van opzet, dat het moeilijk te geloven is dat het budget slechts tien miljoen dollar bedroeg

The Brutalist

VistaVision

Ruim zeven jaar lang werkte Corbet (1988), samen met zijn vaste scenarist en partner Mona Fastvold, aan The Brutalist. De film is zo groots van opzet – alles is geschoten in het klassieke VistaVisionformaat en voor de jarenvijftigaankleding werd de befaamde production designer Judy Becker (Carol) ingevlogen – dat het moeilijk te geloven is dat het budget slechts tien miljoen dollar bedroeg.

‘Elke film die gemaakt wordt is een wonder,’ zei Corbet onlangs in een interview met Rolling Stone. ‘Zelfs een slechte, want de tijd en moeite die het kost voordat een project groen licht krijgt is altijd enorm. Laat staan als het een film is over architecten in een stijl die al decennialang niet meer wordt gehanteerd. Toen we hiermee begonnen was er een moment waarop ik dacht: ik wil gewoon plezier beleven aan deze film. Laten we het zo omvangrijk maken als we zelf willen en nog niet denken aan de uitvoering ervan, dat komt later wel. Nou, die uitvoering, die bleek niet bepaald, eh… makkelijk.’

Toch lukte het Corbet en Fastvold de nodige geldschieters en productiehuizen van hun ambitieuze filmplannen te overtuigen. En de investering lijkt zich voor die betrokken filmbedrijven ook uit te betalen: niet alleen viel The Brutalist in de prijzen op het filmfestival in Venetië, waar het drama vorig jaar in première ging, de film sleepte ook drie Golden Globes in de wacht – voor beste dramafilm, beste regisseur en beste acteur – en werd maar liefst tien keer genomineerd voor een Oscar.

The Brutalist

Grootheidswaanzin

In The Brutalist volgen we dertig jaar lang het leven van de briljante architect Tóth, vanaf zijn aankomst in de VS. Hij komt terecht in Philadelphia, waar hij de eerste paar maanden kan verblijven in een zijkamer van de meubelzaak van zijn neef Attila (Alessandro Nivola). Tóth is geschoold in brutalistische architectuur. Deze stroming – die opkwam in de jaren na de Tweede Wereldoorlog – werd gekenmerkt door kolossale, blokvormige structuren en een voorkeur voor ruwe materialen, zoals beton.

Wanneer hij in opdracht van de invloedrijke familie Van Buren een bibliotheek ontwerpt, is met name pater familias Harrison Lee (een even charmante als ijzingwekkende Guy Pearce) onder de indruk van Tóths talenten. In ruil voor een riante gage en onderdak voor hem en zijn familie vraagt Harrison Tóth voor een megaproject: de bouw van een gigantisch, multifunctioneel buurtcentrum op een heuveltop.

Wat volgt in de gelaagde film is een spel van aantrekken en afstoten tussen de briljante kunstenaar en zijn bewonderaar, waarbij Tóth zichzelf dreigt te verliezen in het steeds verder uitdijende project. Door de vele thema’s en ideeën – de film stipt onderwerpen als grootheidswaanzin, migratie, racisme en kapitalisme aan – doet The Brutalist soms wat bombastisch aan, maar ergens past dit ook wel bij een film die in alle opzichten het adagium ‘groot, groter, grootst’ lijkt te volgen. Corbet tegen Rolling Stone: ‘Het brutalisme als bouwstijl is zowel minimalistisch als maximalistisch. Ik hou van beide, maar ik hou er niet van als het ertussenin zit – bij geen enkel medium.’

The Brutalist

The Brutalist draait vanaf donderdag 6 februari in de bioscoop

elke vrijdag