VPRO Gids 47

21 november t/m 27 november
Pagina 14 - ‘Griekse tragedie’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Griekse tragedie

Nicoline Baartman

Elke aflevering van In Europa: De geschiedenis op heterdaad betrapt wordt in de VPRO Gids geflankeerd door een interview met een ooggetuige van de recente geschiedenis. Bij aflevering 5 is het de Griekse regisseur Sofia Exarchou, die een film maakte over opgroeien in uitzichtloosheid. ‘De realiteit is nog veel verdrietiger dan het verhaal dat ik verzon.’

Toen regisseur Sofia Exarchou (Athene, 1979) met haar film Park de wereld over reisde en filmfestivals in steden als Rotterdam en Warschau aandeed, gebeurde het meermalen dat bezoekers na afloop geëmotioneerd naar haar toe kwamen en vroegen: waarom? Waarom schotelde ze een wereld voor zonder hoop? Waarom had ze dit beeld van Griekenland willen schetsen?

‘Ik zei: “Ja, het klopt dat mijn film een pessimistische kijk heeft, maar de werkelijkheid is veel erger, want op de plekken waar ik heb gefilmd worden inmiddels immigranten opgevangen. Toen waren het alleen maar troosteloze, verlaten plekken, nu zijn het vluchtelingenkampen. De politieke realiteit in Europa is dus nog veel verdrietiger en harder dan het verhaal dat aan mijn verbeelding is ontsproten.”’

In Toronto was er een vrouw die het over een andere boeg gooide in haar verlangen naar de goede afloop die ze op het witte doek moest missen. ‘Ze zei: “Maar de kinderen die in de film spelen, vertel me alsjeblieft dat het nu beter met hen gaat. Die hebben door de film een beter leven, toch?” Alsof het zo simpel is.’

Met Park (2016), haar eerste lange speelfilm, wilde Sofia Exarchou een verhaal vertellen over een groep kinderen die samen opgroeien op een plek zonder hoop, zonder uitweg, zonder toekomst. Ze vroeg zich af hoe het zou zijn ‘als je zo jong bent en tot in je botten voelt dat het een enorm gevecht zal worden om te ontsnappen, of misschien is dat wel onmogelijk’.

 ‘Voor mijn generatie is het contrast tussen de wereld van onze jeugd en die van de laatste tien jaar levensgroot’

Sofia Exarchou

Zelf is ze opgegroeid in de ‘gouden jaren’, de jaren tachtig en negentig, toen het met Griekenland alleen maar voorwaarts leek te kunnen gaan. Hoewel: ‘Met alle corruptie en een economie waarvan niet duidelijk was hoe de geldstromen liepen, groeide het besef dat we in een zeepbel leefden die vroeg of laat zou barsten. In elk geval is voor mijn generatie het contrast tussen de wereld van onze jeugd en die van de laatste tien jaar levensgroot.’

Zwerfhonden

De ideale locatie voor haar vertelling, een moderne allegorie, vond ze in de verlaten olympische sportcomplexen: plekken die wegkwijnden na 2004, het jaar van de Olympische Spelen in Athene, een gebeurtenis die de Grieken bij voorbaat in een overwinningsroes bracht. Eindelijk waren hún Spelen terug in Athene. Kosten noch moeite werden gespaard voor de bouw van faciliteiten en de infrastructuur. ‘En waarvoor? We trekken enorme constructies op en er gebeurt vervolgens niets mee. Athene staat daarin niet alleen, het gebeurt overal. Maar ook los van de Spelen: wat blijft er achter na de show, wie leven er achter de façade? Entertainment op deze schaal is een destructief fenomeen, in het hart van het kapitalistisme, dat afleidt van de werkelijke problemen. Dat zijn onderwerpen die ik graag aan de orde stel.’

De kinderen in Park, vroege tieners en wat oudere jongeren, draaien vol verveling en onderhuidse spanning om elkaar heen in een stoffig niemandsland. Ze hangen rond bij het voormalige trainingsbad of doen een venijnig hardloopwedstrijdje op blote voeten. Ze dagen elkaar uit, stoeien, vechten, vrijen, zoals de zwerfhonden met wie ze hun biotoop delen. De kinderen zijn energiek, op het gewelddadige af, en stuurloos. Het verhaal is niet voor niets in een loop gegoten: begin en einde zijn in feite inwisselbaar.

‘We zijn gek op de oudheid, maar vinden het moeilijk ons te verhouden tot de moderne tijd. Ook op school gaat het altijd over de antieken.’

‘Dit land heeft een problematische omgang met zijn geschiedenis,’ zegt Exarchou. ‘We zijn gek op de oudheid, maar vinden het moeilijk ons te verhouden tot de moderne tijd. Ook op school gaat het altijd maar over de antieken. De turbulente twintigste eeuw komt bijvoorbeeld nauwelijks aan bod, terwijl er zo veel is gebeurd: twee wereldoorlogen, de burgeroorlog, de staatsgreep van de junta… De trauma’s die we in de recente geschiedenis hebben opgelopen, zijn veel meer van invloed op de huidige samenleving dan de oude geschiedenis.’

Surrealisme

De frustratie over dat gegeven was een van de drijfveren voor Park. ‘Ik wilde het over nu hebben, over de huidige tijd.’ Dat de buitensporige kosten van de Olympische Spelen hebben bijgedragen aan de financiële crisis die in 2010 zo schril aan het licht kwam, is algemeen bekend. Ook daarom vormden de ruïnes van de sportfaciliteiten zo’n dankbaar decor.

‘Het is zo ironisch… Ze bouwden het olympisch dorp vlak aan de snelweg, zodat de sporters zich snel van A naar B konden verplaatsen. Buiten de stad dus, heel geïsoleerd. Na de Spelen kregen de appartementen een tweede leven als sociale huurwoningen voor arme, grote gezinnen. Via een loterij konden die in aanmerking komen voor een woning als ze voldeden aan de voorwaarden. Er kwam een school, er was al een zwembad – het trainingsbad. Maar voor de rest waren er nauwelijks voorzieningen. Het supermarktje redde het bijvoorbeeld niet. Ik realiseerde me: op deze plek komen het surrealisme van het kapitalisme en het surrealisme van onze kijk op de geschiedenis samen.’

De jongeren met wie ze werkte, zijn deels acteurs en deels amateurs, ‘straatkinderen’ die ze overal en nergens vandaan plukte. ‘Ik bezocht scholen voor immigrantenkinderen, een Poolse school, buurtfestivals, ik deed castings op straat.’

Ging ze gericht op zoek naar verschillende nationaliteiten? ‘Ik dacht in eerste instantie aan Griekse kinderen, maar de energie waarnaar ik zocht, vond ik vooral bij immigrantenkinderen. Voor hen was het makkelijker om te acteren zoals ik wilde. Ze waren beter in staat zich te vereenzelvigen met geweld en dat te uiten. We hebben veel geïmproviseerd en maandenlang gerepeteerd, maar het scheelde dat ze van zichzelf al die energie hadden. Hun belevingswereld sloot beter aan.’

George Clooney

Deze kinderen gaven het verhaal ‘vlees en bloed’, aldus Exarchou. Wat eerst alleen een idee was, een goed idee met een gewichtige politieke lading, kwam dankzij hen tot leven. ‘Ik raakte emotioneel betrokken. Het werd voor mij ook steeds belangrijker om dit verhaal te vertellen.’

Ze twijfelt of het wel gepast is in te gaan op de persoonlijke achtergrond van de acteurs, maar vertelt toch over de jongen die Goga speelt. Als het weer eens tegenzat tijdens de productie en ze overwoog de handdoek in de ring te gooien, dacht ze aan hem, een twaalfjarige, klein van stuk, afkomstig uit Georgië. Op de dag dat de cast de filmkleren kwam passen, bleef hij plakken en week niet van haar zijde. ‘Op een gegeven moment zei hij: “Ik blijf hier niet, ik vind de Grieken niet aardig, ze behandelen me slecht, dus ik wil terug naar Georgië en word loodgieter.” Twee minuten later was het: “Wist je, Sofia, dat George Clooney net als ik uit Georgië komt?” Binnen een paar minuten! Eerst heel somber en dan die droom: misschien word ik ook wel filmster. Het is illustratief voor de mentaliteit van deze kinderen.’

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Op voorhand was Exarchou er niet helemaal gerust op of ze in eigen land op begrip of waardering kon rekenen voor haar interpretatie van de Olympische Spelen. Maar dat viel alleszins mee toen de film in 2017 in roulatie ging. ‘In een kleine oplage, er is hier weinig animo voor arthousefilms. Maar veel Grieken herkenden zich in de film, denk ik. De woede en het pessimisme voelen zij zelf ook.’

Wat heeft Park haar gebracht? ‘Dat ik de film heb kunnen voltooien, was om te beginnen een triomf. En ik heb gereisd, veel mensen ontmoet, wat heel leuk was. Maar uiteindelijk ben ik terug bij af, er is weinig veranderd. Ik wacht nu al bijna twee jaar op de financiering voor mijn nieuwe film. Dat betekent niet alleen dat je niet verder kunt, maar ook dat je geen inkomen hebt. Er is veel frustratie onder film- en theatermensen omdat de overheid zo weinig interesse toont. Terwijl het zo goed gaat met de Griekse filmkunst, mede dankzij het succes van Giorgos Lanthimos. Ook daar wreekt zich wat ik eerder zei: er is een groot gebrek aan belangstelling voor de cultuur van vandaag. Tegelijkertijd maken de omstandigheden – de pandemie draagt daar ook aan bij – dat je je vastbijt en vastberaden bent iets moois te maken.’

Zwijgen en goud

In ‘Zwijgen en goud’, de vijfde aflevering van In Europa, zijn de makers in Athene: in 2004 dankzij de Olympische Spelen nog het stralende middelpunt van de wereld, maar zoveel jaar later de brandhaard van de eurocrisis. We ontmoeten drie Griekse ‘Don Quichots’ die ieder op hun eigen manier de strijd aanbinden met armoede, corruptie en onverschilligheid. Giorgos Papakonstantinou, oud-minister van Financiën, werd ‘de meest gehate man’ van het land door openheid van zaken te geven. Windsurfkampioen Nikos Kaklamanakis kaart omkoperij en vriendjespolitiek in de sportwereld aan. En cardioloog Giorgos Vichas begon na het instorten van de gezondheidszorg een gratis kliniek. Verandert er dan toch iets?