VPRO Gids 50

12 december t/m 18 december
Pagina 14 - ‘ ‘Europe sucks’’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

 ‘Europe sucks’

Colin van Heezik

Elke aflevering van In Europa: De geschiedenis op heterdaad betrapt wordt in de VPRO Gids geflankeerd door een interview met een ooggetuige van de recente geschiedenis. Bij aflevering 8 is dat Elena Troumpouki, die anderhalf jaar in kamp Moria werkte. Hoe kijkt de Griekse naar de situatie op Lesbos en naar de Europese vluchtelingencrisis? ‘Als er iets misgaat, voel je je schuldig.’

‘Het ergste vluchtelingenkamp op aarde’ noemde Artsen Zonder Grenzen kamp Moria op Lesbos in 2018. Er woonden toen 8000 vluchtelingen in het kamp, dat oorspronkelijk bedoeld was voor 3000 personen.

Het werd alleen maar erger. Deze zomer bevonden zich zo’n 20.000 mensen in het kamp. En op 8 september brak een grote brand uit die het kamp vrijwel volledig verwoestte. De meeste vluchtelingen belandden op straat.

‘Het is een schande dat Europa niet méér doet om de condities op Lesbos te verbeteren,’ zegt Elena Troumpouki (1990). Ze werkte anderhalf jaar met vluchtelingen op Lesbos, tussen 2016 en 2018. ‘En het is natuurlijk vreselijk dat die brand er geweest is,’ zegt Troumpouki, ‘maar tegelijk denk ik: nu kan heel Europa tenminste zien dat het zo niet langer gaat.’

Troumpouki groeide op in het havenstadje Nafpaktos. Ze wist al van jongs af aan dat ze andere mensen wilde helpen. ‘Als kind al merkte ik dat ik me enorm opwond over onrecht. Ik zag beelden van de oorlog in Irak en begon te lezen over wat er allemaal in de wereld gebeurde. Ik zat er vaak over te huilen.’

‘Als ik in een land vol geweld ben opgegroeid, is het begrijpelijk dat ik een mes draag. Dat betekent niet dat ik niet kan veranderen’

Elena Troumpouki

Ze studeerde International Development in Amsterdam. ‘Toen ik afstudeerde in 2015 begon de vluchtelingencrisis in Europa. Ik ben toen voor Save the Children op Lesbos gaan werken. Ons doel was de kinderen een gevoel van normaliteit te geven. Daarvoor maakten we kindvriendelijke ruimtes in kamp Moria, waar we activiteiten organiseerden. En we beschermden kinderen tegen alle soorten gevaren: misbruik, trafficking. Want, om maar iets te noemen, sommige kinderen belanden via een “oom” in Athene, waar ze worden gedwongen voor vijf euro hun lichaam te verkopen. Dat soort dingen probeerden wij te voorkomen.’

Onhoudbaar

Troumpouki hield zich vooral bezig met onbegeleide kinderen. ‘De schokkendste verhalen kwamen van kinderen zonder begeleiding. Die hebben vaak hun familie verloren en vreselijke dingen meegemaakt. Sommige kinderen werden in hun thuisland gedwongen om te helpen lijken op te stapelen. Andere zijn verkracht.’

Troumpouki begon in een juniorpositie, maar werd al snel benoemd tot coördinator van de verschillende child protection-programma’s op Lesbos. Ze deed het met hart en ziel, maar haar baan was zwaar. ‘Lesbos is een vreselijke plek geworden. In zo’n kamp zie je menselijk lijden op zijn ergst. Je doet je best, maar hoe kun je slapen als je weet dat een kind de kans loopt verhandeld te worden? Ook in mijn vrije tijd zat ik nog steeds met iedereen aan de telefoon. En als er iets misgaat, voel je je verantwoordelijk en schuldig.’

Tegelijk besefte Troumpouki dat het niet haar schuld was. ‘De situatie op Lesbos is gewoon onhoudbaar. En ik vraag me ook af waarom een land als Nederland niet wat meer kinderen opneemt. Nederland heeft een veel sterkere economie dan Griekenland en veel meer mogelijkheden om kinderen op te vangen. Ze zouden een adoptieprogramma kunnen maken. Er zijn vast mensen die de liefde en bereidheid hebben een kind te adopteren als de overheid de structuren ervoor neerlegt. Natuurlijk kan het afschrikken dat de kinderen vaak getraumatiseerd zijn. Maar je moet beseffen dat kinderen veerkrachtiger zijn dan volwassenen. Als ze maar goed begeleid worden in een veilige omgeving kunnen kinderen vaak sneller terugkeren naar het normale leven dan volwassenen.’

Op ons verzoek bekeek Troumpouki de aflevering van In Europa over Lesbos. Ze zag het echtpaar Nikos en Katarina, dat vluchtelingen aan eten, kleren en werk helpt. ‘Ik kende ze al, ze zijn geweldig. Hun initiatieven laten zien dat het cruciaal is hoe je met vluchtelingen omgaat. Je kunt klagen en zeuren, maar dan krijg je nog meer problemen. Als je oplossingen wilt zoeken en de dingen die je doet komen voort uit liefde, dan komen de oplossingen.’

Menselijkheid

Natuurlijk begrijpt ze de zorgen van de lokale bevolking wel. ‘Als je 20.000 mensen naar mijn geboorteplaats Nafpaktos brengt, zou ik ook bezorgd zijn. Er zouden gewoon niet zo veel vluchtelingen op Lesbos moeten zijn. Het is voor niemand gezond, voor henzelf niet en ook niet voor de lokale samenleving.’

Toch hekelt ze de negatieve houding van sommige eilandbewoners, zoals Yannis, die in de aflevering van In Europa aan het woord komt. ‘Als we zeggen: Afghanen slachten elkaar alleen maar af en lopen met messen en zijn allemaal taliban, zoals Yannis zegt… Tsja, dat vind ik niet zinvol. Als ik in een land ben opgegroeid waar alleen maar geweld is, waar terroristische aanslagen zijn en de taliban mijn familie vermoorden, dan is het begrijpelijk dat ik van jongs af aan een mes bij me heb. Maar dat betekent niet dat ik niet meer kan veranderen.’

Uiteindelijk komt het allemaal neer op één ding, vindt Troumpouki. ‘Zijn we menselijk of niet? Hebben we menselijkheid of niet? Het is net als met gevangenissen. Als je mensonterende gevangenissen hebt, kun je niet verwachten dat de mensen die daarin hebben gezeten een heilzame invloed op de samenleving zullen hebben. Dat geldt ook voor vluchtelingen: als je ze voldoende steunt en traint, kunnen ze opbloeien en in de samenleving integreren.’

Voor het vluchtelingenbeleid van de Europese Unie heeft ze geen goed woord over. ‘Europe sucks,’ zegt ze. Europa bakt er niks van. En hoewel ze positief is over enkele Nederlandse ngo’s die op Lesbos actief zijn, vindt ze dat de Nederlandse overheid veel meer zou kunnen doen.

‘Zelfs in een kamp waar alles hopeloos lijkt, zie je kinderen met een vonk in hun ogen’

‘Er zijn bedrijven in Nederland die mensen nodig hebben. Daarom zijn er zo veel expats in Nederland. Ik weet zeker dat er werk is, in de bouw en de agrarische sector bijvoorbeeld, waar niet per se een academische titel voor vereist is. Maar ook: een Syrische jongen die it studeerde en een paar jaar in vluchtelingenkampen heeft gewoond. Geef hem een kamertje en zorg ervoor dat hij gratis zijn studie mag afmaken. Zo ingewikkeld is het niet. En als je twijfelt of het wel kan, begin dan met een pilotproject. Dat zou zo veel effectiever zijn dan geld sturen naar Griekenland voor kortetermijnoplossingen – al was het maar vanwege de grote corruptie in Griekenland. Daardoor verdwijnt veel geld dat bestemd was voor vluchtelingen, onder meer vanuit de eu, in het niets. Ook daarom zou het veel beter zijn als landen als Nederland meer vluchtelingen zouden opnemen.’

Bewustzijn

Ze weet wel dat dit niet zo een-twee-drie gaat gebeuren. Maar dat betekent niet dat een individuele Nederlander niks kan doen, vindt Troumpouki. ‘Je kunt altijd iets doen, in plaats van machteloos je schouders op te halen. Vorige maand was ik in mijn geboorteplaats Nafpaktos. Daar zag ik een verlaten hotel. Als ik miljonair was zou ik het kopen, opknappen en er een centrum van maken voor gevluchte kinderen zonder begeleiding. Helaas heb ik daar geen geld voor, maar ik kan wel wat anders doen. Zo sprak ik in Nafpaktos over vluchtelingen met een zestigjarige vriend van mijn vader die bezorgd is over immigratie. Ik vertelde over mijn ervaringen, probeerde hem de andere kant van het verhaal te laten zien. En misschien gaat hij er nu wel anders over denken. Zoiets kan iedereen doen. Bewustzijn creëren is cruciaal.’

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Na haar missie op Lesbos werkte Troumpouki voor het Rode Kruis, ook weer met vluchtelingen. Eerst in Griekenland, toen in Bangladesh en Mali. Momenteel neemt ze een pauze van het humanitaire werk. Ze ontwerpt nu haar eigen juwelen en hoopt daarmee een bedrijf op te zetten om goede doelen te steunen.

‘Maar,’ zegt ze, ‘zelfs als dat lukt, zal ik daarnaast altijd humanitair werk willen doen. Dat is nu eenmaal mijn passie. Tegelijk besef ik dat ik moet leren me het leed van anderen niet zo aan te trekken. De dingen meer te accepteren zoals ze zijn. Daar ben ik de laatste tijd mee bezig en dat lijkt te werken. Maar vorige week, toen ik hoorde over de aanslag op de universiteit van Kabul, heb ik toch weer gehuild.’

Troumpouki denkt nog vaak aan Lesbos. ‘Er zijn gezichten die ik nooit zal vergeten en ik hoop ze ooit terug te zien. Zelfs in een kamp waar iedereen vuile kleren draagt en alles hopeloos lijkt, zie je kinderen met een vonk in hun ogen. De een wil dokter worden, de ander piloot. Ze zijn zo vastberaden! Dus ja, er is veel narigheid in zo’n kamp, maar je ziet ook veel levenskracht.’

Elena Troumpouki spreekt in dit artikel op persoonlijke titel, niet namens de organisaties waarvoor ze heeft gewerkt.

Here comes ‘trouble’

In de achtste aflevering van In Europa: De geschiedenis op heterdaad betrapt, ‘Here comes “trouble”’, reizen we met Geert Mak naar Lesbos, brandhaard van de Europese vluchtelingencrisis. De aflevering is experimenteel van opzet, hetzelfde verhaal wordt vanuit drie perspectieven verteld: de Afghaanse Zakira, een vluchteling, Yannis, een bewoner van Lesbos die genoeg heeft van alle vluchtelingen op zijn eiland, en burgemeester Maria van het eiland Tilos, die probeert het goede voorbeeld te geven met opvang en integratie van vluchtelingen. Verder maken we kennis met het echtpaar Nikos en Katarina, eigenaars van visrestaurant Home for All op Lesbos: idealisten die zich inspannen om de vluchtelingen eten, kleren en werk te bieden.