‘Ik stikte, ik moest ademhalen, mezelf vinden,’ vertelt ze. Eind jaren tachtig verlaat Hiam Abbass haar familie in het Palestijnse dorp Deir Hanna, dichtbij het meer van Tiberias, om actrice te worden in Frankrijk. 35 jaar later besluit haar dochter Lina een documentaire te maken, waarin ze met haar moeder teruggaat naar Deir Hanna, nabij de Golanhoogvlakte in het noorden van Israël. Hiam heeft namelijk nooit over haar jeugd verteld, noch over de omstandigheden van haar vertrek.
Door de lens van dit bijzondere familieverhaal vertelt Bye Bye Tiberias ook veel over de grote geschiedenis. We zien zwart-witbeelden van Palestina rond 1940, dus nog voor de stichting van de staat Israël, en het gaat ook over de Nakba in 1948, waarbij Hiams moeder Neemat, een onderwijzer, moest vluchten. Hiam, vertelt Lina in voice-over, ‘werd geboren in een tijd waarin het verboden was het woord Palestina uit te spreken.’ Toen ze 23 was begon Hiam aan een nieuw leven in Parijs, maar elke zomer keerde ze terug naar haar thuisdorp. Toen Lina was geboren ging ze mee. Er werden homevideo’s gemaakt, waarvan we in Bye Bye Tiberias fragmenten zien. ‘Voor je geboorte,’ vertelt Hiam, ‘had ik besloten hier niet meer terug te komen. Maar toen jij geboren werd was je als een engel die me met mijn familie verenigde.’ Ook speelde mee dat Hiam haar moeder Neemat miste. ‘Je weet nooit echt hoe je loskomt van een moeder,’ zegt Hiam nu. Zij werd inderdaad actrice. Van alle films waarin ze speelde zag haar moeder er één. Later, eenmaal in het bezit van een Frans paspoort, bezocht Hiam haar tante in Syrië. Dat voelde als een overwinning, want Israël had de grenzen voor Palestijnen gesloten.
Een aanklacht is Bye Bye Tiberias niet, wel een bijzondere film over een verscheurde familie en meerdere moedige generaties vrouwen die elkaar proberen te begrijpen. ‘Ik kijk vaak naar de foto van mijn jonge moeder,’ zegt Lina, ‘en zoek in haar ogen vergeefs naar het meisje dat ze was. Ze heeft een intense blik, gericht op de verte, alsof ze al ergens anders is.’