De aangrijpende Telefilm En we vliegen door de dagen is een prettig genuanceerd en respectvol drama over het euthanasietraject van een 25-jarige student.

‘En ik dacht hoe-oe, hoe-oe, passen wij ineens zo, goe-oed, goe-oed, bij elkaar.’ Elke keer als de 25-jarige student Kaitlynn (Frieda Barnhard) een paniekaanval krijgt, zingt haar beste vriendin Jade (Dylan Jongejans) het populaire liedje ‘Hoe’ van Miss Montreal en Nielson om haar te kalmeren.

Het levert een mooie scène op wanneer Jade dat aan het begin van de Telefilm En we vliegen door de dagen voor het eerst voor het ten gehore brengt. Het is overduidelijk dat de twee vriendinnen elkaar door en door kennen. Jade weet precies wat Kaitlynn – die op het autistische spectrum zit – nodig heeft in dit soort situaties. En als ze haar om hulp vraagt, laat Jade alles vallen om Kaitlynn bij te staan.

Dat Jade zich zo bekommert om haar vriendin is niet zonder reden: toen Kaitlynn jonger was deed ze een poging een einde aan haar leven te maken. Sindsdien staat Jades leven op pauze en probeert ze haar levensmoeë vriendin in alles te helpen, zelfs in haar wens voor euthanasie. Ze brengt haar naar doktersafspraken, naar school en naar de roeivereniging waar ze samen in een team zitten.

Maar ondertussen vergeet Jade haar eigen leven op de rails te houden. Ze verkwanselt haar talent voor roeien, drinkt haar angst en verdriet weg en praat niet over haar gevoelens met de mensen om haar heen die een luisterend oor bieden. Zelfs de toenaderingen van de charmante Stan (Rami Kooti Arab), op wie ze een oogje heeft, negeert ze compleet. Alles staat in het teken van Kaitlynn.

En we vliegen door de dagen is de tweede van een nieuwe reeks Telefilms die als gemeenschappelijk thema ‘jongerencultuur’ hebben. In de openingstitels van de film wordt benadrukt dat het verhaal over Kaitlynn en Jade geïnspireerd is op ware gebeurtenissen en ervaringen van de makers. Dat is merkbaar, want de film voelt heel persoonlijk en realistisch. Met respect wordt omgesprongen met het vrij zware hoofdonderwerp, dat van alle kanten wordt belicht. De wens van Kaitlynn om uit het leven te stappen wordt begrijpelijk gemaakt, terwijl er ook ruimte is voor weerstand. Zo heeft de roeicoach van Kaitlynn zichtbaar moeite met haar keuze, zijn er dokters en psychiaters die niet willen meewerken aan haar wens en heeft ook Jade het bij vlagen erg lastig met het idee afscheid te moeten nemen van haar vriendin.

Knap en overtuigend is Frieda Barnhards vertolking van Kaitlynn, waarmee de actrice haar strijd met het leven sterk invoelbaar weet te maken. En ook de rol van Kaitlynns vader wordt met veel gevoel gespeeld door Juda Goslinga.

Het sterke acteerwerk in de film draagt bij aan wat de makers duidelijk willen maken: dat ieder mens anders is, niet iedereen zijn weg kan vinden in het leven en we daarom oog moeten hebben voor elkaar. Of zoals de makers het zelf beschrijven in de bij hun film geleverde persmap: ‘Oordeel niet en zorg goed voor elkaar.’

elke vrijdag