In 2013 verliest het echtpaar Raynor en Moth Winn hun boerderij in Wales na een onverstandige investering met een onbetrouwbare partner. De vijftigers worden in de rechtbank volledig kaalgeplukt en zijn van de ene op de andere dag alles kwijt.
Nu komt een ongeluk zelden alleen en in dezelfde periode krijgt Moth ook te horen dat hij corticobasale degeneratie heeft, een zeldzame hersenziekte die ervoor zorgt dat hij langzaam zijn geheugen, spraak en spierkracht zal kwijtraken. Het advies van de dokter komt neer op veel slapen, niet te veel bewegen en voorzichtig de trap op en af lopen. Met andere woorden: wachten op de dood.
Maar daar willen de Winns niet op wachten en dus zetten ze het op een lopen. Letterlijk. Met een portemonnee vol kleingeld – ze hebben nog één pond op de bank staan – en twee volgepropte rugzakken beginnen ze aan een van de oudste en langste wandelpaden van Groot-Brittannië, het South West Coast Path. Dat pad loopt van Minehead tot Poole Harbour en is iets meer dan duizend kilometer lang. Omdat de hele route de kustlijn volgt is zij beter bekend als ‘het zoutpad’, want wandelaars lopen voortdurend in de zilte zeewind.
Raynor maakt tijdens de maandenlange wandeltocht aantekeningen die ze later uitwerkt om als verjaardagscadeau aan Moth te geven voor het geval zijn geheugen hem inderdaad ooit in de steek zal laten. Wanneer haar volwassen dochter ze doorleest is zij zo onder de indruk dat ze haar moeder aanspoort een uitgever te zoeken. Die wordt gevonden en in 2018 verschijnt The Salt Path (Nederlandse titel: Het zoutpad). Het boek blijkt zo’n enorm succes dat er nu ook een verfilming is.