Omarm me volgt het laatste levensjaar van de twintigjarige Freek. Freek houdt van zwemmen, muziek, zijn hond Bo, Ajax en zijn hechte familie. Zoals veel twintigjarigen wil hij graag uitgaan, het liefst met wat leuke meiden erbij, maar Freek is lichamelijk zeer beperkt. Hij is rolstoelgebonden en kan niet lopen, praten of zelfstandig eten en drinken. Door zuurstofgebrek bij zijn geboorte heeft hij cerebrale parese: een hersenbeschadiging die ervoor zorgt dat hij zijn spieren niet goed kan aansturen. Hierdoor heeft hij ook chronische pijn, die ondanks vele operaties niet verholpen kan worden.
Freek heeft besloten niet verder te willen leven. Al een aantal jaar denkt hij na over de vraag hoe je zingeving in het leven vindt, als zo veel dingen die je wilt doen niet mogelijk zijn. Hoelang blijf je nog wachten en hopen dat het beter wordt? Wanneer bepaal je dat leven met lichamelijke en psychische klachten het niet meer waard is?
Freek legt treffend uit hoe complex dat is, dankzij een computer die hij met zijn ogen kan bedienen. Door op die manier berichten te typen kan hij uiten wat er in zijn hoofd omgaat. Hij vertelt hoe het voelt om een jongeman te zijn die gewoon nadenkt zoals ieder ander, maar vastzit in een rolstoel. ‘Ik verlang naar vrijheid, dat mijn lichaam doet wat ik wil.’ Terwijl zijn leeftijdsgenoten gaan studeren, op stap gaan en relaties krijgen, kijkt Freek van de zijlijn mee. ‘Ik voel me eenzaam, machteloos, gevangen in mijn lichaam.’
In de film laat hij zien dat hij hele fijne familie heeft die ontzettend hun best voor hem doen en hem graag in de buurt hebben. Zijn moeder die hem dagelijks verzorgt, helpt met wassen en aankleden. Zijn neef, nicht en zus die graag met hem optrekken, die met hem naar feestjes gaan, picknicken in het park en op vakantie. ‘Mijn familie is mijn wereld,’ typt hij. Zij tonen begrip voor zijn pijn en praten met hem over de autonomie waar hij net als ieder mens naar verlangt.
Na lang nadenken koos Freek voor euthanasie. In de documentaire van regisseur Wytzia Soetenhorst vertelt hij openlijk, met humor en met verdriet. Aanvankelijk kan je je misschien weinig voorstellen bij zijn situatie, maar Freek maakt die al vanaf de eerste scènes sterk invoelbaar.