‘Alright beautiful people, trek die paillettenjurk maar uit de mottenballen, because tonight we're going back in time, baby!!!’ En inderdaad: de synthesizers in de openingsscène van Disco: Soundtrack of a Revolution voeren je onmiddellijk terug naar de jaren zeventig. Deze driedelige documentaire vertelt de geschiedenis van het muziekgenre disco – geen suffe Saterday Night Fever-kitsch, maar knap gemaakte muziek om te ontsnappen aan de grauwe werkelijkheid. Terwijl de Black Panthers, queers en feministen ten tijde van de Stonewall-rellen van 1969 opkomen voor hun rechten, blijken leegstaande pakhuizen in New York uitstekend geschikt om legaal óf illegaal feesten te organiseren. Het publiek bestaat grotendeels uit mensen die op andere plekken niet echt welkom zijn: zwarte Amerikanen, gays, latino’s en jonge vrouwen. De feesten en de nieuwe, bijbehorende ‘disco’-muziek worden al snel een hit, waardoor praktisch iedereen onder aanmoediging van een dj wijdpijps staat te zweten op de dansvloer. In Disco praten grondleggers én sterren van de disco over hun erfenis.
‘Hou die energie flowing, Michael en Sanjay! Dance through the revolution!’ Wie disco zegt, hoort de kenmerkende ‘four-on-the-floor’-basdrum van de zwarte drummer Earl ‘Daddy Disco’ Young. Daar waar productiemaatschappij Motown zich vooral richtte op liefdesliedjes, smokkelde zijn Philly International met liedjes als ‘Love Train’ (The O’Jays) en ‘Wake Up Everybody’ (Herold Melvin & The Blue Notes) een antiracistische boodschap de oren van de massa in. Het is muziek waar je op kan dansen, terwijl je er tegelijk om moet huilen. Die kracht vat producer Honey Dijon in de documentaire samen: ‘De dansvloer verenigt groepen mensen, die onze regeringen en religies proberen te scheiden.’
‘Whoop, whoop, Peter en Sohrab! Dance like nobody's watching!’ Travestie en als koppel dansende homoseksuele mannen waren eind jaren zestig nog uitdrukkelijk bij wet verboden en leidden regelmatig tot politierazzia’s in homobars, die destijds meestal eigendom waren van de maffia. De opkomst van disco en bovengrondse discotheken zorgde voor een veilige uitgaansplek voor de queergemeenschap – ook tijdens de aidsepidemie.
‘Lekker bezig, Gerda, Elif en Joyce! Let those synthesizers lift your spirits through het glazen plafond!’ Ook zelfbewuste vrouwen die zich niet konden vinden in de machistische, nauwelijks dansbare muziekstijlen van die tijd – hardrock en heavy metal – waren op zoek naar plaatsen waar ze zich muzikaal helemaal konden uitleven. Nog steeds is Gloria Gaynors discohit ‘I Will Survive’ voor veel vrouwen de evergreen om in te starten bij een gebroken hart, zingevingsvraagstuk of rotziekte. De documentaire laat zien hoe disco vrouwelijke zangeressen een zelfverzekerde stem gaf. Zangeressen Candi Staton (‘Young Hearts Run Free’), Thelma Houston (‘Don’t Leave Me This Way’) en Anita Ward (‘Ring My Bell’) vertellen hoe disco hen kracht gaf om lekker luid en los in de heupen te zijn.
‘Oké en nu one more time, allemaal! Let me hear you say D-I-S-C-O!!!’
In tijden van toenemende polarisatie herinnert het swingende Disco: Soundtrack of a Revolution ons eraan: op de dansvloer worden we allemaal gelijk.